POB: vraag 4 Flashcards
1
Q
Pneumothorax
A
- acute dypsneu, scherpe pijn borstkas, verergert bij innamen
- cyaos
- LO: percussie hypersonoor, auscultatie verzwakt of afwezig
- drain plaatsing (2e icr, midclaviculair)
- X-throax: atelectase (zichtbare pleura visceralis met afwezige longtekening lateraal), aangedane zijde inspiratietoestand
2
Q
Spanninspneumothorax
A
- ernstige dyspneu, opgezette halsvenen, unilateraal verminderd ademgeruis en thoraxexcursies, hyperresonatie en trachea shift en cyanose
- naalddecompressie
3
Q
Gastro-oesofageale reflux
A
- RF: hernia diafragmatica, zwangerschap, roken, alcohol, maagzweer, NSAID/calciumantagonisten/parasympathicolytica en bisfosfonaten
- zuurbranden en oprispingen van voedsel of slijm, brandige pijn achter borstbeen, misselijkheid, verergering bij bukken/liggen
- Barret’s, oesofagusca
- gastroscopie en/of 24u pH-meting
- antacidum H2-receptorantagonist, PPI, fundoplicatie
4
Q
Hartfalen
A
- verminderde inspanningstolerantie, dyspneu d’effort, snelle gewichtstoename, vermoeidheid, hartkloppingen
- linkszijdig: duizeligheid, kriebelhoest, orthopnoe
- rechtszijdig: perifeer oedeem, hepatomegalie, nycturie en ascites
- LO: tachycardie, 3e harttoon, apex hart naar links, ejectiesouffle, gestegen CVD, tekenen van overvulling zoals pulmonale crepitaties, ascites en hepatomegalie
- ECG maken, BNP/pro-BNP bepalen, X-thorax, lab
5
Q
Behandeling hartfalen
A
- diureticum (-ide)
- ACE-remmer (-pril)
- B-blokker na stabilisatie
- aldosteron antagonisten, digoxine
- LVAD/harttransplantatie
6
Q
NYHA klassen
A
1: geen beperkingen
2: milde klachten bij normale inspanning
3. klachten geringe inspanning
4: in rust
7
Q
COPD
A
= hoesten > 3 mnd / jaar gedurende 2 jr
- productieve hoest (grijs slijm), kortademig, piepende ademhaling, crepiteren, afvallen, tontthorax, verlengd expirium en krachtsverlies
- bronchodilatoren en inhalatie corticosteroiden
8
Q
Longfunctie COPD
A
- normaal of verhoogd TLC
- verlaagd FEV1
- verlaagd FEV1/FVC
- verhoogde compliantie
9
Q
Myocardinfarct
A
- bradycardie: onderwandinfarct
- systolische bloeddruk < 90-100 mmHg: cardiogene shock, onderwandinfract
- STEMI: ST-elevatie ECG -> transmurale ischemie
- golden 5: ACE-remmers, statine, B-blokker, bloedverdunners
10
Q
Pericarditis
A
- scherpe POB, koorts, kortademig, hoesten, hartkloppingen, pijn neemt af bij vooroverbuigen, platliggen en diep innademen zorgt voor toename
- LO: pericardwrijven, snelle pols, ascites, oedeem
- ECG gegeneraliseerde ST-depressies en op echo pericardeffusies
- behandeling: verlichten pijn, onderliggende oorzaak behandelen
11
Q
Longembolie
A
- acute dyspnoe, POB, hoesten, zweten, soms hemoptoë
- tachypneu, crepitaties, koorts, pleurawrijven
- D-dimeer bepalen