Astma: vraag 1 Flashcards
1
Q
Symptomen
A
- herhaalde periodes luchtwegvernauwing
- piepende ademhaling, kortademigheid, hoesten
2
Q
Allergisch vs niet-allergisch
A
Allergisch:
- IgE gemedieerd
- ontstaan op kinderleeftijd
- familair
- vaak icm eczeem en allergieën
Niet-allergisch:
- niet-specifieke prikkels
- latere leeftijd
- niet familiair
- activatie eosinofielen
3
Q
Vroege vs late reactie
A
Vroeg:
- 30 min
- gemedieerd door mestcellen
Laat:
- 8-12 uur
- eosinofielen
4
Q
Diagnose
A
- longfunctietest
- obstructie: Tiffenau < 0,7
- reversibiliteit: FEV1 12% en 200 ml meer na gebruik van een bronchodilatator
- variabiliteit: 3x op 1 dag blazen
- bronchiale hyperreactiviteit: als FEV1 met 20% daalt bij <32 mg/ml
5
Q
Behandeling
A
- Kortwerkende B2-agonist (SABA: salbutamol) of inhalatie corticosteroïden (ICS: formoterol)
- Onderhoudsbehandeling lage dosis ICS (budesonide, fluticason)
- Langwerkende B2-agonist (LABA: salmeterol, formeterol) + lage dosis ICS
- Langwerkende B2-agonist met tijdelijk hogere ICS + evt M-receptorblokker (tiotropium) + montelukast
- Verwijzing longarts als geen controle 3-6 mnd
6
Q
Longfunctie COPD
A
- normaal of verhoogd TLC
- verlaagd FEV1