Hoofdpijn: vraag 2, 18 Flashcards
1
Q
Meningitis
A
- trias: koorts, nekstijfheid en veranderd bewustzijn
- focale neurologische uitval, fotofobie, misselijkheid, braken en petechieën of purpura
- diagnose: lumbaalpunctie (tenzij verhoogde intracraniële druk/stollingsstoornis)
- behandeling: antibiotica (amoxicilline + ceftriaxon/cefotaxim) en dexamethason
2
Q
Spanningshoofdpijn
A
- drukkende of klemmende hoofdpijn
- min-dagen
- meestal geen misselijkheid/braken, geen foto- en fonofobie
- diffuus bilateraal
- niet erger bij inspanning
3
Q
Clusterhoofdpijn
A
- aanvalsgewijs, zeer hevige hoofdpijn
- unilateraal
- in clusters van enkele weken
- aanvallen van 15 min-3 uur
- rood oog, ptosis en miosis ipsilateraak
4
Q
Medicatieovergebruikshoofdpijn
A
- chronische hoofdpijn (>15 dgn per maand, tenminste 3 mnd)
- door overmatig medicatiegbruik, waarbij de medicatie ook niet meer werkt
- kan bij analgetica, NSAIDs, triptanen
- aantal dagen bepalender dan aantal tabletten
- direct staken, bij > 2 aanvallen per maand een betablokker voor antihypertensieve werking, pizotifeen (5-HT2 antagonist) en natriumvalproaat (anti-epilepticum)
5
Q
Migraine
A
- recidiverende aanvallen van 4-72 uur
- bonzende hoofdpijn, met misselijkheid en/of braken en erger tijdens lichamelijke activiteit
- foto- en fonofobie
- meestal unilateraal
- behandeling: pcm of NSAID icm met een anti-emeticum
6
Q
Epiduraal hematoom
A
- sufheid, verwardheid, coma
- CT: lensbloeding, mid-line shift
- uitvalsverschijnselen: anisocorie, misselijkheid, braken