Plato over de weg naar kennis en waarheid Flashcards

1
Q

Leg uit in welke zin volgens Socrates het verwerven van inzicht een vorm van herinnering is.

A

Hoe kan men spreken over Ideeën als geen mens deze ooit gezien heeft? Plato laat Socrates in de dialoog Meno een mythisch verhaal vertellen over hoe de menselijke onsterfelijke ziel in een eerder leven kennis van de Ideeën verworven heeft. Volgens Plato is kennis dus een vorm van herinnering; zo verklaart hij hoe de mens kennis kan hebben van de Ideeën, ondanks het feit dat deze niet zintuigelijke waarneembaar zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef aan hoe Socrates de opvatting van kennen als een zich herinneren met een mythisch verhaal onderbouwt

A

Mythe van de onsterfelijkheid van de ziel
Volgens deze mythe doorloopt de ziel een cyclus van wedergeboorten, waardoor ze in een vorig bestaan alles wat er is, al gezien en geleerd heeft. En de herinnering aan deze kennis, die de ziel oorspronkelijk heeft opgedaan, kan weer gewekt worden door nauwgezet onderzoek. Leren is volgens Socrates geen proces waarbij men kennis van buitenaf ingegoten krijgt; het is zich opnieuw te binnen brengen wat men ooit aanschouwd heeft. Leren is zich herinneren (grieks: anamnesis) Inzicht in het algemene wezen van iets komt niet van buitenaf, via de zintuigen, of van horen zeggen, maar van binnenuit, uit de beelden die de ziel bewaard heeft. Maar omdat we ons aanvankelijk niet van deze oorspronkelijke waarheid in ons bewust zijn, is het belangrijk ons eerst af te wensen van alle oppervlakkige meningen en vooroordelen. Vanuit het besef van eigen onwetendheid kan het begin van filosofisch onderzoek starten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Beschrijf hoe Socrates zijn taak ziet in de wijsgerige discussie

A

het opwekken en naar buiten brengen van reeds aanwezige kennis.

Socrates ziet het niet als zijn taak om kennis over te brengen maar zijn taak is het opwekken en naar buiten brengen van de reeds in de leerling sluimerende kennis. Hij maakt een vergelijking met de verloskunde (filosofische maieutiek). Socrates kunde bestaat erin bij zijn gesprekpartner de weeën op te wekken die voorafgaan aan de geboorte van ware kennis. Dat gaat gepaard met pijn, onrust en verlegenheid.

Hij maakt mensen boos want als een vroedvrouw beoordeelt hij de vrucht van de geest en verwerpt hij misbaksels. Hij legt alle nadruk op de moeite en inspanning die het kost om een wijsgerige zwangerschap tot een goede einde te brengen. Het is regelmatig gebeurd dat mensen vroegtijdig van hem wegliepen en hem vervolgens hun miskramen kwalijk namen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Aan filosofisch onderzoek gaat een breuk met de overgeleverde opinie vooraf, verklaar.

A

Het is de bedoeling dat men zelf gaat nadenken in plaats van anderen na te praten en eerder gehoorde opvattingen uit zijn geheugen op te diepen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Plato’s kentheorie?

A

hoe doen we kennis op?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Plato’s leer omtrent de onsterfelijkheid van de ziel:

A

de ziel heeft de kennis al in een eerder leven opgedaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Leg uit wat Socrates bedoelt met de omschrijving van filosofie als een oefening in het sterven.

A

Volgens Socrates is de dood niets anders dan de scheiding van de ziel van het lichaam. Onder het filosofisch streven naar de dood verstaat hij hier de lichamelijke aspecten van het menselijk leven: bijvoorbeeld lichamelijk genietingen, consumptiedrift, uiterlijk vertoon en de hang om goede sier te maken bij anderen. Het gaat hier kortom om een lichamelijke en op uiterlijke zaken gerichte leefwijze die de echte wijsgeer niet past en waar hij zich uit terugtrekt; want om de ware werkelijkheid op het spoor te komen, moet men afzien van het lichaam en de weg van het loutere denken volgen. Een filosoof tracht zijn ziel zoveel mogelijk los te maken uit de gemeenschap met het lichaam. In Phaedo noemt Socrates het lichaam een gevangenis voor de ziel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Het filosofisch leven richt zich op een omkering van de blikrichting van de ziel. Leg uit.

A

In plaats van zich met haar lichamelijk bestaan te vereenzelvigen, dient de ziel afstand te nemen van het lichaam en zich te wenden naar het ware zijnde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Geef Plato’s visie op het ware zijnde weer.

A

Er zijn twee niveaus van werkelijkheid: de onveranderlijke Ideeën en de veranderlijke zintuiglijk waarneembare werkelijkheid.
Een definitie correspondeert met een objectieve realiteit.
Een Idee levert een objectieve norm.
Een idee is onveranderlijk en identiek aan zichzelf.
De zintuigen leveren geen kennis van de Ideeën.
Kennis omtrent de Ideeën is latent aanwezig in de ziel.

De herinnering van de ziel van het ware zijn mag dan in het huidige bestaan van de mens weggezakt zijn ,door beoefening van de filosofie kan de ziel zich haar ware natuur opnieuw realiseren, en het contact met de Ideeën herstellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het verband tussen de door de filosofie nagestreefde omkering van de ziel en Socrates opvatting (in de Meno) dat het verwerven van kennis berust op de oorspronkelijke herinnering?

A

Door haar verbondenheid met het lichaam is de ziel naar buiten gekeerd en gericht op de veelvuldige en wisselvallige verschijnselen. Het streven naar ware kennis vereist dat de ziel zich losmaakt van het lichaam en zich omkeert om daardoor in zichzelf, door denken alleen, de werkelijkheid van elk ding te beschouwen. Dit proces van omkering noemt Plato een “zich herinneren” vanwege de oorspronkelijke verwantschap die de ziel heeft met het ware zijnde, een verwantschap die in het filosofisch denken opnieuw geactualiseerd wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

filosofische maieutiek

A

verloskunde van kennis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly