Leereenheid 1 Flashcards

1
Q

Wat betekent filosofie

A

philia = liefde sophia = wijsheid dus wijsbegeerte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

kenmerken van een filosofische vraagstelling

A

volgens Socrates verwonderen, kinderlijke eenvoud, uitnodigen tot systematisch onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

de 4 hoofdvragen van Immanuel Kant

A

Wat kan ik weten?
Wat moet ik doen?
Wat mag ik hopen?
Wat is de mens?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

3 filosofische stromingen

A

Existentialisme (levensfilosofie)
Frankfurter Schule
Postmodernisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

noem belangrijke filosofen uit de oudheid

A

Socrates, Plato en Aristoteles

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

noem belangrijke filosofen uit de moderne tijd

A

Descartes, Hume, Kant en Hegel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Twee verschillende vormen van filosofie zijn

A

Theoretische en praktische wijsheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is theoretische wijsheid

A

Theoretische wijsheid stemt overeen met wat wij in de ruimste zin van het woord onder wetenschap verstaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is praktische wijsheid?

A

praktische wijsheid richt zich bijvoorbeeld op vraagstukken en ethische aard en op de vraag wat een goed en zinvol leven is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

inzicht in het waarlijk goede zou tot dienovereenkomstig handelen zou leiden: wie het goede kende, zou het goede ook doen. De mens deed het kwade niet uit vrije wil, maar uit onwetendheid omtrent het goede. Wanneer werd dit gesteld

A

In de antieke filosofie. Dat de mens het kwade niet uit vrije wil deed werd wel in twijfel getrokken door de sofisten en retorici

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is kenmerkend voor de grote filosofen

A

Dat zij vaak verschillende onderdelen van de traditie in een nieuwe samenhang weten te plaatsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar richt de Indiase en Chinese filosofische traditie zich op?

A

die zich meer richten op meditatieve innerlijke wijsheid dan op kennis van de buitenwereld;

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Noem nog 3 andere filosofieen

A

De Joodse, Christelijke en islamitsche filosofie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Als wat wordt de Griekse filosofie vaak beschouwt

A

Als de bakermat van de Westerse wetenschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat heb je volgens Schopenhauer (1788-1860) nodig om te filosoferen?

A

dat men de moed heeft geen enkele vraag voor zich te houden, en ten tweede, dat men alles wat vanzelf spreekt goed tot zijn bewustzijn laat doordringen, om het zodoende als problematisch te gaan zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Noem enkele kenmerken van de filosofische vraagstelling

A

Verwondering (volgens Socrates), kinderlijke eenvoud, nodigen uit tot systematisch onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

4 hoofdvragen volgens Immanuel Kant (1724-1804)

A
  • wat kan ik weten?
  • wat moet ik doen?
  • wat mag ik hopen?
  • wat is de mens?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoe verhouden filosofie en wetenschap zich tot elkaar in de oudheid?

A

Er werd geen onderscheid gemaakt. Wat wij nu biologie, politicologie en psychologie noemen maakte in die tijd deel uit van de filosofie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Hoe verhouden filosofie en wetenschap zich tot elkaar in de middeleeuwen?

A

wetenschap en filosofie werden niet onderscheiden maar men hield zich vrijwel uitsluitend met filosofie bezig in samenhang met de theologie. Er waren 3 visies:

  • Filosofie is gelijkwaardig aan theologie
  • Filosofie is ondergeschikt aan theologie
  • Filosofie is geheel verschillend van theologie (dubbele waarheid; enerzijds de geloofswaarheid en anderzijds de filosofische en wetenschappelijke waarheid.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Hoe verhouden filosofie en wetenschap zich tot elkaar in de moderne tijd (na 1600)?

A

begonnen de verschillende vakwetenschappen zich geleidelijk los te maken van de filosofie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Hoe weet je dat alle wetenschappen ooit deel uitmaakte van de wijsbegeerte?

A

In Engelstalige landen onder andere aan het gebruik van de afkorting Ph.D. (Philosophiae Doctor – doktor in de filosofie).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Tegenwoordig zijn er vier verschillende visies op de filosofie, welke zijn dat?

A
  1. Filosofie als allesomvattende synthese (de koningin onder de wetenschappen)
  2. Filosofie als zingeving (wetenschappers kunnen alleen feiten aan het licht brengen, en niet de betekenis van die feiten voor het menselijk leven.
  3. Filosofie als analytische begripsverheldering (filosofie wordt dus niet langer boven alle wetenschappen verheven, maar krijgt in deze zienswijze een bescheiden plaats toegewezen.
  4. Filosofie als onderzoek naar gehanteerde vooronderstellingen. (filosofie wordt dan omschreven als het vakgebied dat is gespecialiseerd in systematisch en redelijk denken, met een bijzondere interesse voor het onderzoeken van de eigen en andermans maatstaven. Hierbij gaat het om de vergelijking van uiteenlopende wetenschappelijke benaderingen en hun pretenties. Een filosoof zou op deze manier kunnen helpen met de samenwerking tussen disciplines te bevorderen en de grenzen van verschillende benaderingen aan te geven.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Enkele praktische motieven om te filosoferen zijn…

A

Praktische filosofie kan zich richten op individueel handelen (zoals in het existentialisme) op maatschappelijke structuren en processen (zoals in de filosofie van de Frankfurter Schule), of op de analyse van politieke theorieën.

24
Q

Noem 3 filosofische stromingen

A

Existentialisme
Frankfuter Schule
Postmodernisme

25
Q

Wat houdt het Existentialisme in?

A

(levensfilosofie) een filosofische en literaire stroming die individuele vrijheid, verantwoordelijkheid en subjectiviteit vooropgesteld. Het existentialisme beschouwt iedere persoon als een uniek wezen, verantwoordelijk voor eigen daden en eigen lot. De uitdaging van ieder individueel mens is om in afwezigheid van een transcendente god en binnen zijn absurd en zinloos bestaan zijn vrijheid te gebruiken om een eigen ethos op te bouwen en zijn bestaan zodoende zin te geven. (Satre, Husseri, Heidegger)

26
Q

Wat houdt de Frankfuter Schule in?

A

Richt zich eveneens tegen onderdrukking, maar besteed meer aandacht aan sociaal economische structuren. De Frankfurter Schule gaat ervan uit dat de filosofie en wetenschap nooit waardevrij zijn; ofwel men accepteert het maatschappelijke kader waarbinnen men werkt als een gegeven en neemt daarmee de heersende waarden over; ofwel men moet deze maatschappij en haar waarden kritisch in het onderzoek betrekken.

27
Q

Wat houdt het postmodernisme in?

A

gaat ervan uit dat alle pogingen om in politiek, cultuur, religie of wetenschap een definitieve waarheid vast te stellen, tevergeefs zijn en alleen als onderdrukkende machtsfactor kunnen werken. In plaats daarvan wijzen postmoderne filosofen op de ongrijpbaarheid en veranderlijkheid van de werkelijkheid. Zij verzetten zich bijv. tegen pogingen om mensen op een bepaalde geaardheid vast te prikken, tegen politiek en cultureel nationalisme, tegen de traditionele scheiding tussen filosofie en literatuur en tegen wetenschappelijk of religieus fundamentalisme.

28
Q

Noem de belangrijkste deelgebieden van de filosofie.

A

Je kunt onderscheid maken tussen theoretische en praktische filosofie maar ook

  • Kentheorie en Wetenschapsleer (epistemologie
  • Metafysica en Ontologie
  • Ethiek (moraalfilosofie)
  • Logica
  • Taalfilosofie
  • sociale en politieke filosofie
  • filosofische antropologie
  • Esthetica
  • Cultuurfilosofie
29
Q

Wat is epistemologie?

A

In de Kentheorie vraagt men zich af wat kennis is (Wat kan ik weten?), volgens welke maatstaven ze geldig of waar is, wat haar reikwijdte is (dat wil zeggen; of alles kenbaar is en of kennis aan principiële grenzen is gebonden), welke typen van menselijke kennis er zijn en uit welke bronnen de mens kennis kan putten. Ons verstand en onze zintuiglijke waarnemingen (horen, zien, tasten, proeven etc.) vormen onze bronnen van kennis.

30
Q

Wat zijn sensualisten of empiristen?

A

Sensualisten of empiristen zijn de filosofen die stellen dat kennis uiteindelijk op de zintuigen teruggaat (sensus is Latijn voor waarneming) rationalisten zijn diegenen die beweren dat vooral het verstand ware kennis voortbrengt (ratio is Latijn voor verstand)

31
Q

Wat is het kernprobleem van de kentheorie?

A

Wat is waarheid? Onder welke voorwaarden is een uitspraak waar? Hoe verhoudt onze kennis zich tot de werkelijkheid?

32
Q

Wat onderzoekt de metafysica?

A

Metafysica onderzoekt de werkelijkheid, het wezen van “het zijn”, wat is “het zijn”?, ”Wat is tijd?” Is er een God?

33
Q

Kenmerken van Algemene metafysica

A

Algemene metafysica (ontologie)
De leer van het zijn
Algemene structuur van het zijn van de werkelijkheid en v.d. verschillende deelgebieden zoals natuur/mentale leven
Debat tussen materialisten en idealisten
Vraag of bijv scheikunde en geschiedenis fundamenteel verschillende werkelijkheden tot onderwerp hebben of uiteindelijk betrekking hebben op een en dezelfde werkelijkheid

34
Q

Kenmerken van bijzondere metafysica

A

Vragen over bestaan van God en onsterfelijkheid van de ziel

Is de mens vrij of gedetermineerd?

35
Q

Wat beweren materialisten?

A

Materialisten (vaak wetenschappers) beweren dat de hele werkelijkheid incl. het menselijk bewustzijn uiteindelijk verklaard moet worden uit eigenschappen van de materie.

36
Q

Wat beweren idealisten?

A

Idealisten menen dat het bewustzijn de meest fundamentele werkelijkheid is, dat dit bewustzijn niet te reduceren valt tot onderliggende materiële eigenschappen, en dat de menselijke realiteit daarom uiteindelijk geestelijk van aard en structuur is.

37
Q

Wat onderzoekt de ethiek?

A

Ethiek onderzoekt de normen waarnaar wij ons richten bij ons handelen.

38
Q

Wat is Teleologische ethiek?

A

doelgericht en resultaatgericht

39
Q

Wat is Deontologische ethiek (plichtethiek)?

A

Handeling op zich onafhankelijk de opbrengst. Absolute morele regels waar iedereen zich onder alle omstandigheden aan te houden heeft (denk aan eerbiedigen meselijk leven of de waarheid spreken)

40
Q

verklaar Utilisme

A

De handelingen moeten altijd in dienst staan van het streven naar het grootste nut voor de grootste groep mensen

41
Q

Wat is meta-ethiek?

A

ethiek die zich bezighoudt met de grondslagen van de ethiek. Het gaat bijvoorbeeld om de vraag of morele regels een universele geldigheid kunnen hebben of dat deze altijd cultureel bepaald zijn, zoals het moreel relativisme stelt.
Een ander voorbeeld van de meta-ethische kwestie is het “is-ought problem” (het “zijn-behorenprobleem”) het gaat daarbij om het volgende. Soms worden normen gerechtvaardigd door erop te wijzen dat het gaat om praktijken waar de meeste mensen zich aan houden. Veel filosofen vinden echter dat een ethisch “behoren” niet gefundeerd kan worden op een feitelijk ‘zijn”.

42
Q

wat is het uitgangspunt van de liberalen?

A

Het individueel handelen.

43
Q

Wat is het uitganspunt van de communitaristen

A

Zij gaan uit van de gemeenschap als kader

44
Q

Wat onderzoekt de logica?

A

De logica onderzoekt hoe verschillende uitspraken zo met elkaar verbonden kunnen worden dat hieruit op geldige wijze een nieuwe, ware uitspraak ontstaat., tegenwoordig vaak als onderdeel van de wiskunde beschouwd.

45
Q

Wat stelt Analystische filosofie?

A

Analytische filosofie stelt dat taal niet goed bruikbaar is voor correct filosofisch redeneren, omdat deze taal vervuild is met onnauwkeurige en ronduit misleidende woorden en begrippen. De taal moet daarom volgens hen eerst precies geanalyseerd en door een exacte kunsttaal vervangen worden vooraleer men er een betrouwbaar gebruik van kan maken. Een andere groep analytische filosofen (de ordinary-language filosofen) meent dat de omgangstaal wel goed te gebruiken is in de filosofie mits zij zorgvuldig wordt gebruikt en door analyse wordt ontdaan van de misleidende bijbetekenissen en beeldspraken die door filosofische speculaties in het leven zijn geroepen. Tegenover deze beide groepen staan de filosofen die menen dat juist metaforisch taalgebruik heel precieze nuances van het denken kan weergeven.

46
Q

Wat wordt bedoelt met de linquistic turn?

A

de grote aandacht voor taal binnen de filosofie

47
Q

Waar houdt de sociale en politieke filosofie zich mee bezig?

A

hoe een maatschappelijk ordening tot stand komt

48
Q

Waar houdt de filosofische antroplogie zich mee bezig?

A

“Wat is de mens?”. (antropos is grieks voor mens) Zaken als; Heeft de mens een vrije wil of wordt hij volledig door zijn natuur en omstandigheden bepaald? Wat is de verhouding tussen lichaam en geest? Wat is bewustzijn?

49
Q

Hoe denken bijv. Plato en Descartes over de eenheid van de mens

A

Plato en Descartes hebben beweerd dat de geest in principe volstrekt onafhankelijk bestaat van het lichaam. Beide behoren tot verschillende werelden: het lichaam tot de wereld van de materie, de geest tot de wereld van de ideeën, van het spirituele. Deze absolute onderscheiding rept de tegenvraag op waardoor lichaam en geest, als ze zo verschillend en onafhankelijk zijn, dan bij elkaar gehouden worden. Volgens andere filosofen behoren lichaam en geest tot een en dezelfde wereld, waarin geestelijke en lichamelijke verschijnselen steeds met elkaar verwezen zijn en het geestelijke voorkomt uit het materiele

50
Q

Waar houdt de esthetica zich mee bezig?

A

waarop is de beleving van schoonheid gebaseerd; op de opvattingen van de beschouwer of op bepaalde eigenschappen van het kunstwerk zelf?

51
Q

Waar houdt de cultuurfilosofie zich mee bezig?

A

Wat is cultuur? Bestaan er universele waarden die men in elke cultuur terugvindt, of zijn waarden altijd relatief ten opzichte van de cultuur? etc etc

52
Q

noem nog twee filosofische subdisicplines

A
westerse filosofie ( Indiase, Chineese, Afrikaanse en Arabische)
Geschiedenis van de filosofie (ontwikkeling van de filosofie)
53
Q

Welk belang heeft taal en teksten voor het filosoferen?

A

Zonder teksten zou de filosofie niet kunnen bestaan. Schopenhauer zei al “lezen is denken met andermans hoofd”. Op papier worden gedachtengangen duurzaam.
Filosofische teksten hebben vaak de pretentie vragen te bespreken die voor eenieder van belang zijn maar gebruiken daarvoor een terminologie die voor niet-filosofen soms moeilijk te begrijpen is. Ook hebben filosofische vaktermen in de loop der tijd een andere betekenis gekregen. Interpretatieproblemen vormen een wezenlijk kenmerk van de filosofie.

54
Q

Wat is Filosofische hermenuetiek?

A

is het mogelijk om teksten uit het verleden correct te interpreteren?

55
Q

Wat is het doel en nut van filosofie?

A

Filosoferen komt tegenmoet aan de menselijke nieuwsgierigheid. De schrijver Borges (189-1986) omschreef de filosofie als een onmogelijk gesprek tussen verbaasde mensen.
Het zijn allemaal vragen waarop nooit antwoord wordt gevonden. De waarheid in filosofische kwesties laat zich immers niet objectief vaststellen.

De filosofie komt voort uit een breuk met de traditie van mythologische verklaringen.