Leereenheid 1 Flashcards
Wat betekent filosofie
philia = liefde sophia = wijsheid dus wijsbegeerte
kenmerken van een filosofische vraagstelling
volgens Socrates verwonderen, kinderlijke eenvoud, uitnodigen tot systematisch onderzoek
de 4 hoofdvragen van Immanuel Kant
Wat kan ik weten?
Wat moet ik doen?
Wat mag ik hopen?
Wat is de mens?
3 filosofische stromingen
Existentialisme (levensfilosofie)
Frankfurter Schule
Postmodernisme
noem belangrijke filosofen uit de oudheid
Socrates, Plato en Aristoteles
noem belangrijke filosofen uit de moderne tijd
Descartes, Hume, Kant en Hegel
Twee verschillende vormen van filosofie zijn
Theoretische en praktische wijsheid
Wat is theoretische wijsheid
Theoretische wijsheid stemt overeen met wat wij in de ruimste zin van het woord onder wetenschap verstaan
Wat is praktische wijsheid?
praktische wijsheid richt zich bijvoorbeeld op vraagstukken en ethische aard en op de vraag wat een goed en zinvol leven is.
inzicht in het waarlijk goede zou tot dienovereenkomstig handelen zou leiden: wie het goede kende, zou het goede ook doen. De mens deed het kwade niet uit vrije wil, maar uit onwetendheid omtrent het goede. Wanneer werd dit gesteld
In de antieke filosofie. Dat de mens het kwade niet uit vrije wil deed werd wel in twijfel getrokken door de sofisten en retorici
Wat is kenmerkend voor de grote filosofen
Dat zij vaak verschillende onderdelen van de traditie in een nieuwe samenhang weten te plaatsen
Waar richt de Indiase en Chinese filosofische traditie zich op?
die zich meer richten op meditatieve innerlijke wijsheid dan op kennis van de buitenwereld;
Noem nog 3 andere filosofieen
De Joodse, Christelijke en islamitsche filosofie
Als wat wordt de Griekse filosofie vaak beschouwt
Als de bakermat van de Westerse wetenschap
Wat heb je volgens Schopenhauer (1788-1860) nodig om te filosoferen?
dat men de moed heeft geen enkele vraag voor zich te houden, en ten tweede, dat men alles wat vanzelf spreekt goed tot zijn bewustzijn laat doordringen, om het zodoende als problematisch te gaan zien
Noem enkele kenmerken van de filosofische vraagstelling
Verwondering (volgens Socrates), kinderlijke eenvoud, nodigen uit tot systematisch onderzoek
4 hoofdvragen volgens Immanuel Kant (1724-1804)
- wat kan ik weten?
- wat moet ik doen?
- wat mag ik hopen?
- wat is de mens?
Hoe verhouden filosofie en wetenschap zich tot elkaar in de oudheid?
Er werd geen onderscheid gemaakt. Wat wij nu biologie, politicologie en psychologie noemen maakte in die tijd deel uit van de filosofie.
Hoe verhouden filosofie en wetenschap zich tot elkaar in de middeleeuwen?
wetenschap en filosofie werden niet onderscheiden maar men hield zich vrijwel uitsluitend met filosofie bezig in samenhang met de theologie. Er waren 3 visies:
- Filosofie is gelijkwaardig aan theologie
- Filosofie is ondergeschikt aan theologie
- Filosofie is geheel verschillend van theologie (dubbele waarheid; enerzijds de geloofswaarheid en anderzijds de filosofische en wetenschappelijke waarheid.
Hoe verhouden filosofie en wetenschap zich tot elkaar in de moderne tijd (na 1600)?
begonnen de verschillende vakwetenschappen zich geleidelijk los te maken van de filosofie.
Hoe weet je dat alle wetenschappen ooit deel uitmaakte van de wijsbegeerte?
In Engelstalige landen onder andere aan het gebruik van de afkorting Ph.D. (Philosophiae Doctor – doktor in de filosofie).
Tegenwoordig zijn er vier verschillende visies op de filosofie, welke zijn dat?
- Filosofie als allesomvattende synthese (de koningin onder de wetenschappen)
- Filosofie als zingeving (wetenschappers kunnen alleen feiten aan het licht brengen, en niet de betekenis van die feiten voor het menselijk leven.
- Filosofie als analytische begripsverheldering (filosofie wordt dus niet langer boven alle wetenschappen verheven, maar krijgt in deze zienswijze een bescheiden plaats toegewezen.
- Filosofie als onderzoek naar gehanteerde vooronderstellingen. (filosofie wordt dan omschreven als het vakgebied dat is gespecialiseerd in systematisch en redelijk denken, met een bijzondere interesse voor het onderzoeken van de eigen en andermans maatstaven. Hierbij gaat het om de vergelijking van uiteenlopende wetenschappelijke benaderingen en hun pretenties. Een filosoof zou op deze manier kunnen helpen met de samenwerking tussen disciplines te bevorderen en de grenzen van verschillende benaderingen aan te geven.