Plaatsbepalende uitdrukkingen Flashcards
Mediaal =
Meer naar het midden
Lateraal =
Meer naar buiten
Centraal =
Meer naar centraal
Perifeer =
Meer naar de oppervlakte
Internus =
Inwendig
Externus =
Uiwendig
Inferior =
Onderliggend
Superior =
Bovenliggend
Proximaal =
Meer naar boven
Distaal =
Meer naar beneden
Ventraal =
Meer naar de Buikzijde
Dorsaal =
Meer naar de rugzijde
Anterior =
Meer naar de voorzijde
Posterior =
Meer naar de achterzijde
Ulnair =
Aan de kant van de pinkzijde
Radiaal =
Aan de kant van de duimzijde
Fibulair =
Aan de kant van het kuitbeen
Volair/palmair =
Aan de kant van de handpalm
Dorsaal =
Aan de kant van de handrug
Plantair =
Meer aan de kant van de voetzool
Dorsaal =
Aan de kant van de voetrug
Caudaal =
Richting staart
Craniaal =
Richting kruin
Profundus =
Dieper gelegen
Superficialis/sublimis
Oppervlakkig gelegen
Dextro
Meer naar rechts
Sinistro
Meer naar links