Artrologie Flashcards

1
Q

Wat is een atros?

A

Gewricht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een junctura?

A

een gewricht tussen twee of meer skeletdelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Diatrosen zijn?

A

Echte gewrichten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Synartrosen zijn?

A

Onbeweeglijke verbindingen tussen twee botstukken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke soorten synartrosen zijn er?

A
  • Syndesmose
  • Synchondrose
  • Synostose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Syndesmose bestaat uit?

A

Bindweefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Sychondrose is een?

A

kraakbeenverbinding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waaruit bestaat een synostose?

A

bot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Andere naam voor diatrose is?

A

Synoviaalgewrichten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kenmerken voor diatrose zijn?

A
  • gewrichtsholte
  • kop en kom
  • kapsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Caput is de?

A

Kop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Cavum is de?

A

Kom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is haylien kraakbeen?

A

Gewrichtskraakbeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is synovia?

A

Gewrichtssmeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de functie van haylien kraakbeen?

A
  • goede opvang van klachten
  • drukverdeling
  • minimale wrijving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de functie van synovia?

A
  • Het houd de kop en kom vochtig en zorgen voor een zeer geringe wrijving.
  • voeding van het gewrichtskraakbeen en andere elementen in het gewricht.
  • Smering en daardoor bescherming tegen slijtage.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat gebeurd er als de samenstelling van synovia verstoord raakt?

A

Het smeringsproces wordt verstoord en er treedt overmatige slijtage op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat zijn intra-articulaire ligamenten?

A

Ligamenten die in het gewricht liggen.

19
Q

Noem een voorbeeld van een intra-articulaire ligament:

A

Kruisband

20
Q

Zijn ligamenten sterk of slecht doorbloed?

A

Slecht

21
Q

Wat is de functie van ligamenten?

A
  • Het geleiden van bewegingen
  • Remmende functie op de bewegingsuitslag/
  • zorgen voor passieve stabiliteit.
22
Q

Waar zorgen de disci en menisci voor?

A
  • Aanpassing van de gewrichtsvlakken
  • schokdemping van schokabsorptie
  • bescherming van het gewrichtskraakbeen
  • verbetering van de stabiliteit van het gewricht
  • bescherming van de gewrichtsranden
  • vergroting van de bewegingsmogelijkheden
  • Het congruent maken van de gewrichtsvlakken
23
Q

Labrum articulare is?

A

De kraakbeenring aan de binnenkant van de schouderkom.

24
Q

Functie labrum articulare:

A
  • Extra bescherming tegen ontwrichting
  • Om ongelijkvormige gewrichtsvlakken aan te passen.
  • Extra stevigheid van het gewricht.
25
Q

Bursa synovialis is?

A

Is een met slijm gevulde holte (slijmbeurs)

26
Q

Functie bursa synovialis?

A

Dienen als glijlaag tussen verschillende weefsels.

27
Q

Waar bevinden bursa synovialis zich?

A

Tussen bot en spier of onderdeel van een gewrichtsholte.

28
Q

Retinaculum is?

A

Een stevig bindweefselband die is uitgespannen tussen twee botdelen.

Aan de strek en buigzijde van de pols en enkel.

29
Q

Noen voorbeelden van een eenassig gewricht:

A
  • Vingerkootje

- gewricht tussen spaakbeen en ellepijp

30
Q

Noem voorbeelden van tweeassige gewrichten:

A
  • Zadelgewricht van de duim

- Ei gewricht van de knie

31
Q

Noem een voorbeeld van een drieassige gewricht:

A
  • kogelgewricht
  • Schoudergewricht
  • Heupgewricht
32
Q

Wat is circumductie?

A

Een cirkelvormige beweging in een gewricht.

33
Q

Wat is een articulatio simplex?

A

Enkelvoudig gewricht, waarbij in de gewrichtsholte twee botstukken samenkomen.

34
Q

Wat is een articulatio composita?

A

Samengesteld gewricht, waarbij meerdere botstukken in een gewrichtsholte bij elkaar komen.

35
Q

Wat is en articulatio complexa?

A

Hierbij komen ook nog andere structuren, zoals een meniscus of een discus, voor in het gewricht

36
Q

Noem een voorbeeld van een articulatio simplex?

A

Heupgewricht

37
Q

Noem een voorbeeld van een articulatio composita?

A
  • Polsgewricht

- Ellebooggewricht

38
Q

Noem een voorbeeld van een articulatio complexa?

A

Kniegewricht

39
Q

In welk vlak en as vinden flexie en extensie plaats?

A

Sagittale vlak om een transversale as.

40
Q

Wanneer spreken we van hypermobiliteit?

A

Als de bewegingsuitslagen erg groot zijn.

41
Q

Wanneer spreken we van hypomobiliteit?

A

Als de bewegingsuitslagen klein zijn.

42
Q

Waar is de stabiliteit van een gewricht afhankelijk van?

A
  • de vorm van de kop en kom
  • de toestand van het band en kapselapparaat
  • de omliggende spieren en pezen
  • de luchtdruk (de gewrichtsholte is luchtledig)
  • De kleefkracht van de synovia
  • de coordintatie (techniek)
43
Q

Waardoor wordt functionele stabiliteit gewaarborgd?

A

Door de spieren om het gewricht heen.