Persoonlijkheidsstoornissen Flashcards
Wat is een persoonlijkheidsstoornis?
Een langdurig bestaand en pervasief (doordringend) patroon, waar de patiënt zich star aan vasthoudt en wat een negatieve invloed heeft op het functioneren.
De persoonlijkheidsstoornissen worden opgedeeld in cluster A, B en C.
Wat valt onder cluster B problematiek?
Patiënten vinden het lastig om met hun emoties om te gaan en zijn vaak impulsief.
Hier vallen de antisociale, borderline, theatrale en narcistische persoonlijkheidsstoornissen onder.
Wat zijn oorzaken voor persoonlijkheidsstoornissen?
- Complexe interactie erfelijke omgevings-, sociale en psychosociale factoren (omgaan met levensgebeurtenissen [coping])
- Individuele kwetsbaarheid.
Wat is borderline?
Patiënten gedragen zich wisselend van intens gelukkig naar triest, voelen zich leeg en hebben vaak afwisselende relaties.
lifetimeprevalentie van +/- 1.3%
risicofactoren:
1. fysieke mishandeling
2. seksueel misbruik
Wat zijn de DSM-5 anamnestische klachten bij borderline?
- Instabiliteit in intermenselijke relaties
- Instabiliteit in zelfbeeld en affecten
- Impulsiviteit
Overig:
1. inspanningen om verlating te voorkomen
2. identiteitsstoornis
3. (schadelijke) impulsiviteit
4. recidiverende suïcidepogingen
5. gevoel van leegte
6. intense woede
7. automutilatie (zelfbeschadiging),
8. aan stress gebonden paranoïde ideeën.
Hoe ziet de typische patiënt met borderline eruit?
Presenteert zich met kenmerken zoals impulsief en dissociatief gedrag, voelt zich chronisch leeg, heeft instabiele relaties en doet aan zelfdestructie met suïcidaal gedrag.
Wat is een antisociale persoonlijkheidsstoornis?
Patiënten gedragen zich onverschillig, impulsief, aggresief, roekeloos en liegen veel.
lifetimeprevalentie +-3%
Typische patiënt: roekeloos, impulsief, aggresief, kent geen spijt en houdt zich niet aan de wet en is onverantwoordelijk.
risicofactoren:
1. geweld
2. mishandeling
3. chaos
4. ellende in jeugd
Wat is een theatrale persoonlijkheidsstoornis?
Patiënten gedragen zich uitbundig en vragen continu om aandacht. Ook wel historische persoonlijkheidsstoornis.
lifetimeprevalentie 1.5%
Typische patiënt: verleidend en uitdagend gedrag, overmatig bezig zijn met uiterlijk, gemakkelijk beïnvloedbaar en doet alsof iedereen tot intimi behoort.
risicofactoren:
1. als kind als “paradepaardje” gebruikt worden voor de ouders
Wat is een narcistische persoonlijkheidsstoornis?
Patiënten gedragen zich alsof de wereld om hen draait, vinden dat ze recht hebben op aandacht en hebben weinig oog voor anderen.
Lifetimeprevalentie: 1.2%
Typische patiënt: arrogantie, belangrijk en succesvol willen zijn, afgunstig naar anderen en speciaal en uniek willen zijn.
Risicofactoren:
1. weinig waardering
2. te veel waardering
Wat valt onder cluster C problematiek?
Patiënten hebben angst als centraal kenmerk en geven toe aan deze angst en vermijden interpersoonlijke relaties.
Hier vallen de afhankelijke, dwangmatige en vermijdende persoonlijkheidsstoornissen onder.
Wat is een afhankelijke persoonlijkheidsstoornis?
Patiënten gedragen zich afhankelijk, zijn niet graag alleen en hebben advies nodig van anderen.
Lifetimeprevalentie +- 1%
Risicofactoren:
1. erg kritische ouders
2. competitie met broer/zus
3. negatieve ervaringen op school
typische beeld: geen eigen mening, nergens alleen aan willen beginnen, graag verzorgd worden, angst voor verlating, verbroken relaties snel vervangen.
Wat is een dwangmatige persoonlijkheidsstoornis?
Patiënten gedragen zich perfectionistisch, maken lijstjes, zijn orderlijk en hebben grote behoefte aan controle.
Ook wel de obsessieve-compulsieve persoonlijkheidsstoornis genoemd.
risicofactor: als kind precies en ordelijk, soms angstig.
Lifetimeprevalentie van 1.5%
typische beeld: veel lijstjes maken, niet goed kunnen samenwerken, niks weg kunnen doen, perfectionisme en koppig zijn.
Wat is de vermijdende persoonlijkheidsstoornis?
Patiënten gedragen zich wantrouwend en verlegen, zijn overgevoelig voor kritiek, leven vaak op zichzelf, hebben een laag zelfbeeld en vermijden lichamelijk contact.
lifetimeprevalentie +-3%
Ook wel ontwijkende persoonlijkheidsstoornis genoemd.
typische beeld: slecht zelfbeeld, snel afgewezen voelen, contact vermijden, afwachtend in nieuwe situaties.
Wat valt onder cluster A problematiek?
Patiënten gedragen zich introvert en excentriek, vermijden sociaal contact en tonen weinig emotionele expressie.
Hier vallen de paranoïde-, schizoïde- en schizotypische persoonlijkheidsstoornissen onder.
Wat is de paranoïde persoonlijkheidsstoornis?
Patiënten gedragen zich achterdochtig, voelen zich bedreigd en angstig.
lifetimeprevalentie van 1.5%
Risicofactoren:
1. positieve familieanamnese
2. onveilige, vermijdende hechting
typische beeld: achterdocht, jaloezie, overal iets achter zoeken en verminderd vertrouwen in anderen.