Angststoornissen Flashcards
Wat is een angststoornis?
Een stoornis waarbij pathologische angst met beperkingen in het dagelijks leven op de voorgrond staat.
Angst is een normale reactie op een angstopwekkende prikkel en helpt om met een moeilijke of gevaarlijke situatie om te gaan. Angststoornissen worden onderverdeeld in agorafobie, gegeneraliseerde angststoornis, paniek stoornis, sociale fobie en specifieke fobie.
Tussen welke vormen van angststoornissen maken we onderscheid?
Angststoornissen worden onderverdeeld in:
- agorafobie
- gegeneraliseerde angststoornis
- paniek stoornis
- sociale fobie
- specifieke fobie.
Wat is agorafobie? en wat is de epidemiologie ervan?
Een gevoel van angst in openbare situaties.
Lifetimeprevalentie van +- 1% met een aanvangsleeftijd rond het 25e levensjaar.
Wat zijn de DSM-5 anamnestische klachten van agorafobie? en wanneer voldoet iemand aan de criteria voor diagnose?
Buitenproportionele angst voor:
- openbare en gesloten ruimtes
- in de rij staan
- openbaar vervoer
- in een menigte bevinden
- alleen buitenshuis zijn
- paniekaanvallen (weinig voorkomend)
Diagnose bij >2 van de 5 situaties.
Hoe ziet de typische patiënt met agorafobie eruit?
De typische patiënt is een jongvolwassene vrouw die liever thuisblijft dan alleen op straat gaan.
Vaak i.c.m. een paniekstoornis.
Wat is een gegeneraliseerde angststoornis? en wat is de epidemiologie ervan?
Een continue gevoel van angst en nervositeit.
Lifetimeprevalentie van +-5% met aanvangsleeftijd voor het 25e levensjaar.
Wat zijn de DSM-5 anamnestische klachten van gegeneraliseerde angststoornis? en wanneer voldoet iemand aan de criteria ter diagnostisering?
- buitensporige angst die betrekking heeft op een aantal gebeurtenissen
- kan bezorgdheid moeilijk onder controle houden
- agitatie
- rusteloos
- snel vermoeid raken
- concentratieproblemen
- slaapstoornis
- angst of vrees is buiten proportie
- paniekaanval
diagnose wanneer symptomen >6 maand vaker wel dan niet aanwezig of gelijk aan/kleiner dan 3 maand aanwezig.
Wat is een paniekstoornis? en wat is de bijbehorende epidemiologie?
Pathologische, steeds terugkerende paniekaanvallen
Lifetimeprevalentie van +- 4% met een aanvangsleeftijd van 25-44 jaar.
Wat is een paniekaanval?
Plotselinge golf van intense angst of onbehagen, die binnen enkele minuten een piek bereikt en gepaard gaat met 4 of meer van de volgende symptomen:
- pijn op de borst
- ademnood
- hartkloppingen (cardiopulmonaal)
- transpireren
- opvliegers
- koude rillingen (autonoom)
- paresthesieën
- duizeligheid (neurologisch)
- derealisatie/depersonalisatie
- angst om zelfbeheersing te verliezen / dood te gaan
Wat zijn de DSM-5 anamnestische klachten van paniekstoornis? en wanneer voldoet iemand aan de criteria ter diagnostisering?
recidiverende paniekaanvallen met:
- bezorgdheid over nieuwe paniekaanvallen
- gedragsverandering in samenhang met de aanvallen
diagnose wanneer symptomen langer dan 1 maand bestaan; persisterend.
Wat is een sociale fobie? en wat is de epidemiologie ervan?
Grote angst voor sociale interacties en gebeurtenissen.
Lifetimeprevalentie van +- 9% met een aanvangsleeftijd voor 25 jaar.
Wat zijn de DSM-5 anamnestische klachten van sociale fobie? en wanneer voldoet iemand aan de criteria ter diagnostisering?
- angst of vrees voor sociale situaties
- vrees dat anderen negatief oordelen
- sociale situaties worden vermeden of met intense angst doorstaan
- angst of vrees is buiten proportie
Overig: blozen, trillen, transpireren in sociale situaties, soms paniekaanval, veiligheidsgedrag (gedrag om bovenstaande symptomen te maskeren).
Symptomen bestaan langer dan 6 maand; persisterend.
Wat is een specifieke fobie? en wat is de epidemiologie ervan?
Onredelijke angsten bij een specifieke gebeurtenis.
Lifetimeprevalentie van +- 8% met een aanvangsleeftijd voor het 25e levensjaar.
Wat zijn de DSM-5 anamnestische klachten van specifieke fobie? en wanneer voldoet iemand aan de criteria ter diagnostisering?
- Overdreven, aanhoudende en buitenproportionele vrees voor een voorwerp of situatie waardoor angstreactie en/of paniekaanval ontstaat.
- Situatie wordt vermeden of met interne angst doorstaan, de angst of vrees is buiten proportie.
diagnose wanneer symptomen langer dan 6 maanden aanwezig; persisterend.
Waar treden angstoornissen vaak in combinatie mee op?
Vaak i.c.m. depressieve stoornis, middelenafhankelijkheid en/of cluster C- persoonlijkheidsstoornissen.