Persoonlijkheid, werkstress en gezondheid

Question 1

Er zijn 3 modellen die de relatie tussen persoonlijkheid en werkstress enerzijds en de gezondheiduitkomsten anderzijds beschrijven:

Answer 1

Additief
Buffer- kwetsbaarheidsmodel
Persoon-omgeving fit model

Question 2

Specifieke of lagere orde eigenschappen die een relatie hebben tot stress

Answer 2

Beheersingsoriëntatie (attributie, toeschrijven aan zelf (in) of anderen (ex))
Gehardheid (betrokkenheid, control en uitdaging - “hardy” of zwak)
Gevoel van coherentie (hanteerbaarheid, begrijpelijkheid en betekenis)
Eigen effectiviteit (zelfvertrouwen dat ik gewenst gedrag kan vertonen)
Optimisme (optimist/pessimist)
Dispositioneel optimisme (Type A)
Emotionele intelligentie (gevoelens (van anderen) herkennen en begrijpen

Question 3

Typa A

Answer 3

prestatiegericht, wedijver, prikkelbaar, cynisch, gerelateerd aan vaat- en hartziekten

Question 4

Gehardheid

Answer 4

betrokkenheid, control en uitdaging

Question 5

Voorspellers van satisfactie en welbevinden in werksituaties

Answer 5

Extraversie
Emotionele stabiliteit

Question 6

Ook andere big five factoren zijn in mindere mate in verband gebracht met stressreacties

Answer 6

Vriendelijkheid: lijkt negatief samen te hangen met stressreacties, burn-out en depersonalisatie

Consciëntieusheid: wordt in verband gebracht met de toepassing van probleemgerichte
copingstrategieën en lijkt samen te hangen met levensverwachting.

Intellect/autonomie (openheid): is grotendeels ongerelateerd aan coping, maar hangt samen
met flexibele, verbeeldingsvolle benadering van stressvolle situaties en het gebruik van
humor om met stress om te gaan. Hierdoor zijn stressreacties minder sterk.

Question 7

Soorten interventies

Answer 7

Interventies op het gebied van stress en burn-out specifiek gericht op het reduceren van
subjectieve stress.
Interventies gericht op het versterken van hulpbronnen, zoals sociale steun (bv. d.m.v.
positieve feedback van leidinggevenden). Rekening houden met verschillen in persoonlijkheid (wat voor de ene werkt, werkt niet voor de ander).
Preventie met de P-E Fit-benadering.