personen met een verstandelijke beperking Flashcards
begrippen
‘idiotie’
3 verschillende groepen:
- verwarden
- dementen
- idioten
‘degeneratie van de mensensoort’
oorzaken:
- slechte gezondheidstoestand van ouders
- overmatig alcoholgebruik
- familiehuwelijk
- pogingen tot abortus
…
stamboomstudies
proberen verband te tonen tussen verstandelijke handicap en criminaliteit vanuit een erfelijkheidsperspectief
psychometrie
een wetenschap die zich bezig houdt met het meten van fenomenen zoals kennis, vaardigheden, …
(niet in boek uitgelegd)
‘intelligentiequotiënt’
- een getal voor het IQ
- een maatstaf voor iemands redeneervermogen
(niet in boek uitgelegd)
‘normalisatiebeweging’
- specifiek voor mensen met een verstandelijke beperking (grote invloed voor hun)
- ‘alle mensen met een verstandelijke beperking in levensomstandigheden moeten zo dicht mogelijk bij gewone omstandigheden van de samenleving benaderen/liggen)
- normale beleving van de levenscyclus hebben
normalisatie-idee
basiscomponenten:
- normale levenscyclus
- respect voor de wensen van iemand met verstandelijke beperking
- leven in heteroseksuele wereld
- leven met normale economische maatstaven
…
burgerrechtenbeweging
- onder invloed –> ontstaan nieuwe denken
‘nieuwe denken’
- vertrok uit emancipatie, empowerment, burgerschap en inclusie
- moest deel uitmaken en ondersteuning krijgen en niet ‘klaar maken’ voor de samenleving
social role valorization
twee principes:
1. verhoging van sociaal imago
2. verhoging van bijhorende competenties
sociaal-ecologische modellen
‘verstandelijk handicap’ moest gezien worden als het gevolg van de interactie tussen de persoon en omgeving
Quality of life - gedachte
- zelf participeren in beslissingen over hun eigen leven
- in de samenleving geaccepteerd zijn en geïntegreerd
terminologie
is een belangrijke mijlpaal
voorwaarden:
- term moet specifiek zijn
- term moet consistent gebruikt worden door verschillende betrokkenen
- term moet representatief
- term moet voor verschillende doeleinden gebruikt worden
- term moet belangrijke ‘waarden’ reflecteren
definitie van intellectual disability
centraal staan 4 elementen:
1. disability
2. intellectual functioning
3. adaptive behavior
4. ontwikkelingsleeftijd van 22 jaar
Disability
gezien als de beperking in het individueel functioneren binnen een bepaalde context met verwachtingen
intellectual functioning
of intelligentie
is een geheel aan vaardigheden dat bestaat uit:
- (abstract) denken
- oplossen van problemen
- leren
- vat krijgen van complexe ideeën
- gebruikmaken van ervaringen om te leren
adaptive behavior
of adaptief gedrag
is een geheel van conceptuele, sociale en praktische vaardigheden die een mens nodig heeft om te overleven
vooral bij verandering en (tijds)druk
ontwikkelingsproblematiek
gaat terug op een vertraagde of geblokkeerde ontwikkeling
diagnosestelling
- ‘significant benedengemiddeld’ cognitief functioneren en adaptief gedrag
- cognitief functioneren en adaptief gedrag zijn niet gelijk –> in beide nodig
- vastgesteld worden via gestandaardiseerde valide psychometrische testen
klinisch oordeel
2 belangrijke veronderstellingen:
1. aandacht voor context hebben
2. aandacht voor culturele en taaldiversiteit
prevalentie
‘zieken’ in een populatie op een gegeven moment
‘ernstig meervoudige beperking’
voor de combinatie van ernstig motorische en verstandelijke problemen
of ‘diep verstandelijke en meervoudige beperking’ of profound (intellectual) (and) multiple disabilities
- problemen op vlak van motoriek, spraak- en taalontwikkeling, ernstige cognitieve beperkingen, tekorten in sociaal aanpassingsgedrag en vaak ook sensorische stoornissen
- medische problemen –> medicatie nodig is
- problemen met fysiek bv.: opnemen van voedsel
etiologie
- leer van de oorzaken (40% onbekende oorzaak)
- 4 categorieën van risicofactoren:
1. biomedische
2. sociale
3. gedragsfactoren
4. opvoedingsfactoren - risicofactoren opdelen in 3 ordeningen:
1. prenatale
2. perinatale
3. postnatale
risicofactoren van etiologie
- biomedische
- sociale
- gedragsfactoren
- opvoedingsfactoren
- ze staan permanent met elkaar in interactie (tijdens mensenleven en tussen generaties)
integratief systeem
- AAIDD
- drie doelstellingen:
1. diagnose te stellen en is op basis van analyse
2. bruikbaar voor classificatie
3. centraal staat ‘ondersteuning’ (plan moet gericht zijn om de persoon volwaardig te laten participeren in de samenleving) - drie belangrijke perspectieven:
1. sociaal-ecologische opvatting
2. focus op levenskwaliteit
3. de rol die ‘ondersteuning’ speelt