personen met een fysieke beperking Flashcards

begrippen

1
Q

M-decreet

A

moedigde ouders aan om vanaf 2015 hun kind naar een reguliere school te sturen en daar zou de nodige ondersteuning geregeld worden met ‘redelijke aanpassing’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Decreet Leersteun

A
  • vervangt M-decreet van 2022
  • meer toegezien op haalbaarheid en financiering van ondersteuning in het reguliere onderwijs
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

monoplegie/parese

A

1 ledemaat aangetast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hemiplegie/parese

A

tast één zijde van het lichaam aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

bilaterale plegie/parese

A

beide kanten van het lichaam zijn aangetast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

diplegie/parese

A

tast aan beide kanten van het lichaam hetzelfde ledemaat aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

quadriplegie/parese

A

tast alle vier de leden aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

plegie

A

verzwakking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

parese

A

verlamming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

tetraplegie/parese

A

1 ledemaat gespaard is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

spastische cerebrale parese

A

overactieve spieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

dyskinetische cerebrale parese

A

2 soorten:
1. Dystonie
(ontregelde spierspanning)
2. athetose
(langzaam, grove bewegingen zonder de wil van de persoon)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

ataxie

A

last van een tremor en schokkende beweging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

spina bifida

A

een aangeboren aandoening die gekenmerkt wordt door het zich niet geheel sluiten van de wervelkolom en het ruggenmerg

  • zonder ingrijping ontwikkeld er een hydrocefalie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

hydrocefalie

A

blokkeert de natuurlijke circulatie van de cerebrospinale vloeistof –> vloeistof hoopt op en er komt schade aan de hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

spina bifida occulta

A
  • de huid is gesloten en er zijn enkele gespleten uitsteeksels
17
Q

continetiezorg

A

vrijlaten van urine en ontlasting

18
Q

arnlod-chiarimalformatie

A

onderste deel van de hersenen zakt in de wervelkolom wat leidt tot onvoldoende hersenvocht

19
Q

executieve functies

A

regelfuncties van de hersenen die nodig zijn om doelgericht gedrag te realiseren

20
Q

neuromusculaire aandoening (NMA)

A

een aandoening in het neuromusculair (zenuwen en spieren) systeem
(spierziekten)

21
Q

motorneuronziekten

A
  • motorneuronen sterven geleidelijk af (meestal gewoon de onderste)
    –> onbekende of genetische reden
  • vb.: amyotrofische laterale sclerose (ALS)
    (progressieve ziekte van de zenuwcellen waarbij de spieren geleidelijk uitvallen)
22
Q

neuropathieën

A
  • onderliggende ziekte tast het perifere zenuwstelsel aan
    vb.: auto-immuunziekten
23
Q

myasthenieën

A
  • signalen van de zenuwen worden niet goed overgedragen naar de spieren
    –> niet/onvoldoende functioneren van spieren
    vb.: myasthenia gravis (MG)
    (lichaam maakt antistoffen tegen acetylcholine-receptoren = zorgt voor sterk wisselende spierzwakte)
24
Q

myopathenieën

A
  • spierzwakte en afsterven van spierweefsel
    (spierdystrofieën)
    vb.: becker-spierdystroefie, duchenne-spierdystrofie, …
25
Q

musculoskeletale aandoeningen (MSA)

A

verzamelnaam voor problemen ter hoogte van de musculoskeletale structuren (botten, kraakbeen, gewrichten, pezen, ligamenten, zenuwen en bindweefsel)

26
Q

dysmelie

A

tijdens de ontwikkeling van de baby, ontwikkelen de armen en/of benen niet of niet normaal
3 onderscheiden:
1. focomelie
2. ectromelie
3. ectrodactylie

27
Q

focomelie

A

handen en voeten zijn direct met romp verbonden

28
Q

ectromelie

A

een of meer ledematen ontbreken

29
Q

ectrodactylie

A

tenen of vingers ontbreken

30
Q
A