Perífrasis verbales (aspectuales) Flashcards

1
Q

Incoativas (aanvangend/overgaan in een toestand)

empezar/comenzar
a INF

A

comienzo (neutral)

hij begon te werken op zijn vijftiende

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Incoativas (aanvangend/overgaan in een toestand)

echar(se)/arrancar
a INF

  • echar a: verbos de movimiento
  • echarse a: verbos de emoción
A

comienzo REPENTINO

Toen ze dat zagen, zette ze het op het lopen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Incoativas (aanvangend/overgaan in een toestand)

ponerse
a inf

A

comienzo
+ CONVICCIÓN/DISPOSICIÓN

Ik ga onmiddelijk beginnen zoeken wat je me vraagt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Incoativas (aanvangend/overgaan in een toestand)

ir
a inf

A

a) PREDICTIÓN + garantía (futuro próximo)
b) INTENCIÓN + no realización

a) De film gaat onmiddellijk beginnen.
b) Hij stond op punt om weg te gaan toen het begon te regenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Incoativas (aanvangend/overgaan in een toestand)

estar
por INF

A

INTENCIÓN de llevar a cabo una acción

Ik ben op punt om van job te veranderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Incoativas (aanvangend/overgaan in een toestand)

estar a punto
de inf

A

va a suceder de manera INMINENTE (naderend)

Ze ging bijna huilen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Terminativas (naderend, einde van een actie)

acabar/terminar/parar
de INF

A

accion ocurrida poco antes: PASADO INMEDIATO
(= recientemente/pasado reciente)

Ik ben hier nog maar of je bent al aan het schreeuwen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Terminativas (naderend, einde van een actie)

No acabar/terminar
de INF

A

acción NO REALIZADA
(como expresion eufemistica, sustitución atenuada de una negación)

Ik slaag er maar niet in je houding te begrijpen/Dat spreekt me niet aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Terminativas (naderend, einde van een actie)

acabar/terminar/resultar
GER

A

DESENLACE (ontknoping)/RESULTADO de una situacion

Na vijf jaar waren we het beu/Hij zal het uiteindelijk wel aanvaarden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Terminativas (naderend, einde van een actie)

acabar/terminar
por INF

A

Hay cierta RESISTENCIA a realizarlo pero AL FINAL SE REALIZA

Hij zal uiteindelijk wel moeten doen wat ik wil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Terminativas (naderend, einde van een actie)

dejar
de INF

A

a) ABANDONO de HÁBITO/REPETICIÓN
b) INTERRUPCIÓN de acción NO HABITUAL

a) ik ben gestopt met roken na 10 jaar
b) stop met roepen, ik heb hoofdpijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Terminativas (naderend, einde van een actie)

no dejar
de INF

A

a) no omisión
b) continuación
c) insistencia
d) ironía

a) ik heb voortduren aan jou gedacht.
b) Het bleef maar regenen.
c) vergeet niet het Prado te bezoeken.
d) het is toch eigenaardig dat…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Terminativas (naderend, einde van een actie)

llegar
a INF

A

REALIZACIÓN efectiva
aunque parezca DIFÍCIL/INCREÍBLE

sorry dat ik zo’n leugens kon geloven/hij heeft alle kinderen kunnen zien trouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Terminativas (naderend, einde van een actie)

no llegar
a INF

A

acción NO REALIZADA (por completo)

ik kan zijn daden niet helemaal begrijpen/ze hebben de kans niet gehad om te trouwen, ze hebben de relatie daarvoor verbroken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Terminativas (naderend, einde van een actie)

quedar(se)
PP

A

CONSECUENCIA de una acción anterior

Na de oorlog was de stad helaal verwoest.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Repetitivas

volver
a INF

A

REPETICIÓN

Lees die paragraaf nog eens opnieuw / Hij was weer ziek.

17
Q

Acumulativas

tener
participio

A

Acumulativa para:

acción REALIZADA
(~pr pf comp)

Door zijn sympathie had hij iedereen voor zich gewonnen.
Dat heb je al duizend keer gezegd.
We hadden al afgesproken wat we gingen doen.

18
Q

Acumulativas

llevar
participio

A

Acumulativa para:

acción REALIZADA:
REPETICIÓN o ÍNSISTENCIA, lo cual lleva consigo EXPERIENCIA o CANSANCIO

Ik heb 15 vlinders geteld
Hij heeft al veel kostuums in zijn leven gemaakt.
Dit heb ik al tientallen keren gezegd.

19
Q

Durativas

Continuar GER

A

CONTINUACIÓN de una acción

Woon je nog steeds in hetzelfde huis?

20
Q

Durativas

seguir GER

(Neg: seguir sin INF)

A

CONTINUACIÓN de una acción

Ik werk nog steeds in hetzelfde café / Zal ik doorgaan met mijn uitleg?

Neg: We begrijpen het nog steeds niet.

21
Q

Durativas

ir GER

A

se pone el énfasis
en la EJECUCIÓN de la acción

Ik word nu toch stilaan moe / Nu begin ik het te begrijpen

22
Q

Durativas

venir GER

A

PERSISTENCIA + PROGRESO desde
un momento determinado

Dit probleem doet zich al een hele tijd voor.
We hebben dit onderwerp gestudeerd sinds de oprichting van het instituut.

23
Q

Durativas

llevar
cantidad de tiempo GER

(neg: llevar sin INF)

A

hablar de la DURACIÓN de una acción

Hij is al zes jaar aan het studeren

neg: Ik rook al drie jaar niet meer

24
Q

Durativas

quedar(se) GER

A

PERMANENCIA/DURACIÓN
de una acción

Hij heeft tot laat gewerkt.

25
Q

Durativa

andar
GER/participio

A

CONTINUIDAD
una acción que dura en el tiempo

Ik ben sinds kort met een nieuw project bezig