Perífrasis verbales (aspectuales) Flashcards
Incoativas (aanvangend/overgaan in een toestand)
empezar/comenzar
a INF
comienzo (neutral)
hij begon te werken op zijn vijftiende
Incoativas (aanvangend/overgaan in een toestand)
echar(se)/arrancar
a INF
- echar a: verbos de movimiento
- echarse a: verbos de emoción
comienzo REPENTINO
Toen ze dat zagen, zette ze het op het lopen.
Incoativas (aanvangend/overgaan in een toestand)
ponerse
a inf
comienzo
+ CONVICCIÓN/DISPOSICIÓN
Ik ga onmiddelijk beginnen zoeken wat je me vraagt.
Incoativas (aanvangend/overgaan in een toestand)
ir
a inf
a) PREDICTIÓN + garantía (futuro próximo)
b) INTENCIÓN + no realización
a) De film gaat onmiddellijk beginnen.
b) Hij stond op punt om weg te gaan toen het begon te regenen.
Incoativas (aanvangend/overgaan in een toestand)
estar
por INF
INTENCIÓN de llevar a cabo una acción
Ik ben op punt om van job te veranderen.
Incoativas (aanvangend/overgaan in een toestand)
estar a punto
de inf
va a suceder de manera INMINENTE (naderend)
Ze ging bijna huilen.
Terminativas (naderend, einde van een actie)
acabar/terminar/parar
de INF
accion ocurrida poco antes: PASADO INMEDIATO
(= recientemente/pasado reciente)
Ik ben hier nog maar of je bent al aan het schreeuwen.
Terminativas (naderend, einde van een actie)
No acabar/terminar
de INF
acción NO REALIZADA
(como expresion eufemistica, sustitución atenuada de una negación)
Ik slaag er maar niet in je houding te begrijpen/Dat spreekt me niet aan
Terminativas (naderend, einde van een actie)
acabar/terminar/resultar
GER
DESENLACE (ontknoping)/RESULTADO de una situacion
Na vijf jaar waren we het beu/Hij zal het uiteindelijk wel aanvaarden
Terminativas (naderend, einde van een actie)
acabar/terminar
por INF
Hay cierta RESISTENCIA a realizarlo pero AL FINAL SE REALIZA
Hij zal uiteindelijk wel moeten doen wat ik wil
Terminativas (naderend, einde van een actie)
dejar
de INF
a) ABANDONO de HÁBITO/REPETICIÓN
b) INTERRUPCIÓN de acción NO HABITUAL
a) ik ben gestopt met roken na 10 jaar
b) stop met roepen, ik heb hoofdpijn
Terminativas (naderend, einde van een actie)
no dejar
de INF
a) no omisión
b) continuación
c) insistencia
d) ironía
a) ik heb voortduren aan jou gedacht.
b) Het bleef maar regenen.
c) vergeet niet het Prado te bezoeken.
d) het is toch eigenaardig dat…
Terminativas (naderend, einde van een actie)
llegar
a INF
REALIZACIÓN efectiva
aunque parezca DIFÍCIL/INCREÍBLE
sorry dat ik zo’n leugens kon geloven/hij heeft alle kinderen kunnen zien trouwen
Terminativas (naderend, einde van een actie)
no llegar
a INF
acción NO REALIZADA (por completo)
ik kan zijn daden niet helemaal begrijpen/ze hebben de kans niet gehad om te trouwen, ze hebben de relatie daarvoor verbroken
Terminativas (naderend, einde van een actie)
quedar(se)
PP
CONSECUENCIA de una acción anterior
Na de oorlog was de stad helaal verwoest.