MOETEN Flashcards
Wanneer gebruik je:
HAY QUE
- necesidad/obligación IMPERSONAL
- instrucciones
Welke traducción van MOETEN gebruik je voor
necesidad/obligación impersonal
Men moet meer studeren als je goede resultaten wilt behalen.
HAY QUE
Hay que estudiar más si quieres sacar buenas notas.
Welke traducción van MOETEN gebruik je voor
instrucciones
Men moet eerst de printer aanzetten…
HAY QUE
Hay que encender primero la impresora…
Wanneer gebruik je:
TENER QUE
- necesidad/obligación IMPUESTA DE FUERE
- consejo enérgico (o prohibición)
- probabilidad
Welke traducción van MOETEN gebruik je voor
necesidad/obligación
impuesta de fuere
We moeten vroeg aankomen.
TENER QUE
Tenemos que llegar pronto.
Welke traducción van MOETEN gebruik je voor
consejo enérgico (o prohibición)
Je moet niet gaan. / Je hoeft niet te gaan.
TENER QUE
No tienes que ir.
Welke traducción van MOETEN gebruik je voor
probabilidad
Hij moet het geweest zijn. / Kennelijk is hij het geweest.
TENER QUE
Tuvo que ser el.
Wanneer gebruik je:
DEBER + INF
(DEBER DE)
- obligación de tipo MORAL o ÉTICO; una obligación muy leve
- una conveniencia
Deber de: suposición (probabilidad o aproximación si hablamos de cantidades)
Welke traducción van MOETEN gebruik je voor
obligación de tipo MORAL o ÉTICO;
una obligación muy leve
Je moet opletten met hen, want ze zijn niet te vertrouwen.
DEBER + INF
Debes tener cuidado con ellos, porque no son de fiar.
Welke traducción van MOETEN gebruik je voor
suposición
(probabilidad o aproximación
si hablamos de cantidades)
Het zal ongeveer zeven uur zijn.
DEBER DE
Deben de ser las siete.
Welke traducción van MOETEN gebruik je voor
una conveniencia
(nut/wenselijkheid)
Ik moet hem dringend bezoeken want ik heb lang niets van hem gehoord.
DEBER + INF
Debo visitarle, hace mucho que no sé nada de él.
Wanneer gebruik je:
oraciones impersonales:
ES necesario/preciso/menester QUE, HACE FALTA QUE
+ SUBJUNTIVO
Je moet zo vlug mogelijk komen.
X
Es preciso que vengas cuanto antes.
Hoe vertaal je MOETEN?
1.hay que
2.tener que
3.deber que
4.oraciones impersonales
5.no traducir