Pathologie van de knie Flashcards

1
Q

Staat de knie anatomisch (fysiologisch) in valgus of varus?

A

Valgus (statische Q-hoek = 14° (man) en 17° (vrouw))

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe vallen we als een been wegschuift?

A

Altijd naar binnen, want er is een steeds een adductormoment aanwezig die de voet naar mediaal trekt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

In een dynamische situatie, is er dan meer belasting mediaal of lateraal in de knie?

A

Mediaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het sterkste collateraal ligament?

A

Mediaal (mediaal ook meeste krachten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de Q-hoek?

A

De hoek tussen volgende 2 rechten:

SIAS - midden patella
midden patelle - Tuberositas Tibiae

Normaal rond 14 (M) of 17 (V) graden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar loopt de voorste kruisband in de knie?

A

Van de tibia vooraan naar de femur achteraan (eerder lateraal)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar loopt de achterste kruisband in de knie?

A

Aan de posterieure zijde van de knie, tussen de tibia en de femur. Op de femur hecht het eerder aan de mediale zijde aan (in tegenstelling tot de voorste kruisband).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke meniscus is het belangrijkst?

A

De laterale meniscus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar is de beenderige congruentie in de knie het best (mediaal/lateraal)

A

Mediaal (lateraal heeft de meniscus meer nut)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke meniscus is het meest mobiel? Waarom?

A

De laterale meniscus.

De mediale meniscus hangt vast aan het mediaal collateraal ligament en wordt gefixeerd door de voorste en achterste kruisband.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wanneer is er meer fysiologische laxiteit van de knie?

A

Bij flexie-stand.

Bij grote flexie roteert de tibia ook inwendig.

+ net voor de ovulatie (oestrogeenlevel-piek) zijn gewrichten het meest laks.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een flexiecontractuur?

A

Een status waarin het lidmaat (bv. de knie) niet volledig kan doorstrekken (blijft steeds in lichte flexie).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een genu recurvatum?

A

Het overstrekken van het kniegewricht (hyperextensie).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe heet het overstrekken van het kniegewricht?

A

Genu recurvatum.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe heet de status waarin het lidmaat (bv. de knie) niet volledig kan doorstrekken (blijft steeds in lichte flexie)

A

Flexiecontractuur (bv. genu flexum).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de hoek tussen de mechanische assen in het kniegewricht?

A

Ongeveer 3°

Meer = genua vara
Minder = genua valga

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat gebeurt er met je knie tijdens het sporten op jonge leeftijd?

A

Je neigt of onwtikkelt naar genua vara

→ meer kracht op het mediale deel van de groeischijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Is een valgus- of varusafwijking (genua) het meest voorkomend?

A

Een varusafwijking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is de differentiaaldiagnose van ‘het door de knie zakken mét val’?

A
  • Voorste kruisbandruptuur
  • Patellaluxatie
  • Fractuur
  • Patella- of quadricepspeesruptuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is je aanpak bij een spontane hydrops van de knie?
(boomdiagram)

A

Eerst puncteren en kijken of er synoviaal vocht of bloed in te zien is.

Bloed:
- Anticoagulantia
- Hemofilie
- Villonodulaire stoornis (metaplasie v/h synovium)
- Synoviaal hemangioom

Synoviaal vocht:
- HELDER: Kraakbeenlijden
- GEEL/LICHT: Jicht of chondrocalcinosis
- TROEBEL: Infectie of RA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is je aanpak bij een traumatische hydrops van de knie? (boomdiagram)

A

Eerst puncteren en kijken of er synoviaal vocht of bloed in te zien is.

Synoviaal vocht:
- Kraakbeenfractuur
- Meniscusfractuur

Bloed
→ Eerst kijken of er vetdruppels (fractuur) of geen vetdruppels (geen fractuur) opliggen

Geen vetdruppels (geen fractuur):
- Voorste kruisbandfractuur
- Patellaluxatie
- Meniscocapsulaire fractuur

Wel vetdruppels (wel fractuur):
- Osteochondraal fragment
- Avulsie eminentia
- Tibiaplateau fractuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat zie je in de hydrops (knie) bij jicht of chondrocalcinose?

A

Een geel - licht troebele vloeistof.

Volledig troebel = RA of infectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat zie je in de hydrops (knie) bij RA of een infectie?

A

Volledig troebele vloeistof.

Een geel - licht troebele vloeistof = Jicht of chondrocalcinose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Waarvoor opletten bij meniscusscheur 50+ op MRI?

A

= geen diagnose, eerder fysiologisch (radiologische bevinding).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wanneer een degeneratieve meniscus wel artroscopie?

A

Indien hij aanleiding geeft tot luxatie.

Acuut ontstaan bij (1) hurkzit of (2) bij een sporttrauma.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wat zijn algemene en specifieke symptomen van meniscusletsels?

A

Algemeen:
- Belanstingsgebonden pijn, wisselend karaketer
- Scherpe pijn bij draaibewegingen
- Verminderd stabiliteitsgevoel
- Weinig of GEEN hydrops

Specifiek:
- Nachtelijke pijn bij zijlig (knieën op elkaar) → degeneratief mediaal meniscusletsel.
- Niet meer kunnen doorstrekken → fragment afgescheurd
- Toenemende laterale pijn bij lopen → papegaaibekscheur lateraal waarbij vocht door de meniscus in een cyste loopt en pijn doet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Welk KO ga je doen bij een meniscusletsel?

A

De McMurray test

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Aan welke pathologie denk je bij een hefige nachtelijke pijn bij zijlig (knieën op elkaar).

A

Mediale meniscus pathologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Aan welke pathologie denk je bij geen pijn in rust, maar laterale progressieve kniepijn tijdens het lopen?

A

Laterale meniscus pathologie

Papegaaibekscheur: vocht loop door de meniscus in een cyste en doet pijn

30
Q

Welke TO vraag je aan bij vermoeden van een meniscusletsel?

A

Gouden standaard = Staande RX

MRI voor een detailbeeld

31
Q

Wat is de behandeling/beleid voor een meniscusletsel?

A

Degeneratief:
- Relatieve rust of afbouw van beweging
- Infiltratie met corticosteroïden
- Korte NSAID

Acuut:
- Perifere letsels herstellen spontaan
- Arthroscopie

(!) Centrale scheur = resectie, want avasculair
(!) Perifere scheur = spontane heling of hechting

32
Q

Waar is de meniscus avasculair?

A

Centraal

→ bij een centrale scheur wordt er via een arthroscopie een resectie gedaan, want spontane heling of hechting (zoals bij een laterale scheur) is niet mogelijk wegens avasculariteit.

33
Q

Bij wel letsel verlies de meniscus zijn functie?

A

Bij een scheur aan zijn fixatiepunt. De meniscus verliest dan volledig zijn functie en wordt uit het gewricht geduwd.

Axiale kracht wordt naar cilindrische kracht (hoop stress) omgezet.

34
Q

Bij welke bewegingen/situaties kan je een voorste kruisbandletsel (VKB) verwachten?

A
  • Hyperextensie
  • Valgustrauma

→ Uitwendige rotatie en valgus!

35
Q

Bij welke bewegingen/situaties kan je een achterste kruisbandletsel (AKB) verwachten?

A
  • Hyperflexie
  • Frontale impact op de proximale tibia
36
Q

Bij welke bewegingen/situaties kan je een mediaal bandletsel verwachten?

A

Valgustrauma
- impact op de binnenzijde voet
- impact op de laterale zijde knie

37
Q

Bij welke bewegingen/situaties kan je een lateraal bandletsel verwachten?

A

Varustrauma, maar dit is weinig waarschijnlijk, want je andere been staat altijd in de weg bij het impacteren van een mediale impact.

Bij een zware enkeldistorsie kan het wel!

38
Q

Welk knieletsel kan je verwachten bij een exorotatie en valgiserende beweging?

A

Een voorste kruisbandletsel (VKB)

+ altijd nog een MR maken voor geassocieerde schade en botoedeem.

39
Q

Wat zijn typische tekenen van een typische situatie van een voorste kruisbandletsel (VKB)?

A
  1. Torsiemanoevre op een gefixeerde voet (exorotatie + valgus)
  2. Krak gehoord
  3. Doorgezakt
  4. Snel gezwollen knie

Bloed bij een punctie!

40
Q

Welke testen (KO) doe je bij vermoeden van een voorste- of achterste kruisbandletsel (VKB, AKB)

A
  1. Situatie in neutrale houding bekijken. Patiënt knie in 90° laten zetten op onderzoekstafel, je bil op zijn/haar voet zetten en vragen de voet naar voor te duwen. Indien de tibia verschuift → posterieur naar normaal!
  2. Voorste- en achterste schuifladetest (knie 90°)
  3. Lachmantest voor- en achter (knie 30°) → voornamelijk voor een VKA
41
Q

Wat is het doel en de behandeling/beleid bij een voorste kruisbandletsel?

A

Doel: herhaaldelijk doorzakken vermijden!

Niet altijd heelkunde doen! Laten afhangen van de leeftijd en het intensiteitsniveau van sporten.

Conservatief indien mogelijk: Quadriceps- en hamstring training + proprioceptieve oefeningen.

Heelkunde wel bij:
Tieners met een risicosport, geassocieerde letsels, …

Heelkunde: gebruik van een greffe (semimem/semiten OF het centrale 1/3 van de patellapees)

42
Q

Welke greffe kan je gebruiken bij het arthroscopisch herstellen van een voorste kruisbandletsel?

A
  • Semimembranosus/semitendinosus
  • Centrale 1/3 van de patellapees
43
Q

Wat is de behandeling van een achterste kruisbandletsel?

A

Careful neglect

LOVE, TENDER & CARE

Vaak relatief slechte outcome van een arthroscopie, maar bij instabiliteit of geassocieerd letsel kan dit wel.

44
Q

Wat is de indeling van mediale band letsels?

A

Graad I: sprain (uitrekking)

Graad II: scheur in de mediale band, maar het posteromediale kapsel is intact (instabiel in 30° flexie, stabiel bij extensie)

Graad III: scheur in de mediale band en het posteromediale kapsel (instabiel)
→ vaak geasscoieerde voorste kruisbandscheur

45
Q

Aan welke pathologie denk je wanneer je een impact krijgt op de binnenzijde van de voet of een impact op de laterale zijde van de knie?

A

Een mediale band (collateraal) letsel van de knie.

46
Q

Wat is de kliniek van een mediaal collateraalband letsel?

A

Drukpijn op de mediale epicondylus.

Bij het geven van valgusstress:
Pijn: kan mediale band zijn
Geen pijn: kan nooit mediale band zijn

47
Q

Een graad III mediale collaterale band letsel, komt dit vaak voor in associatie met …

A) voorste kruisband
B) achterste kruisband

A

A - voorste kruisbandletsel (valgus + exorotatie)

48
Q

Wat is de behandeling van een mediaal (collateraal) band letsel?

A

Graad I
→ Relatieve rust, ijs, mobilisatie

Graad II
→ Korte gipsimmobilisatie van maximaal 2 weken
→ BRACING met progressieve extensie
→ Kinesitherapie

Graad III
→ Heelkunde

49
Q

Wat is een vaak voorkomende verwikkeling na kruisbandpathologie?

A

Vervroegde artrose wegens KB en meniscusschade

Doel van een X-bandoperatie is altijd de meniscus redden!

50
Q

Wat is een vaak voorkomende verwikkeling na pathologie van de mediale collateraalband?

A

Chronische inflammatie van de femorale aanhechting van de mediale band: Aandoening van Pelligrine-Stieda

51
Q

Wat is de aandoening van Pelligrine-Stieda?

A

Chronische inflammatie van de femorale aanhechting van de mediale collateraalband.

52
Q

Wat zijn de 4 zones van kraakbeen?
Wat is er nog speciaal aan kraakbeen?

A
  1. Superficial zone
  2. Transitional zone
  3. Radiale zone
  4. Calcified zone
  • Heel lage frictiekrachten
  • Avasculair
  • Geen regeneratiecapaciteit
53
Q

Hoe deel je kraakbeenletsels in?

A

Acuut traumatisch
- In associatie met een ligamentletsel
- In associatie met een (intra-articulaire) fractuur

Chronisch degeneratief

54
Q

Welke 2 groepen factoren spelen mee in de progressie of ontwikkeling van KB-degeneratie?

A

Genetische factoren

Uitlokkende factoren
- Asafwijkingen
- Overgewicht
- Instabliliteit (patellofemoraal, tibiofemoraal)
- Fracturen: Tibia-plateau of chronisch repetitief

55
Q

Wat zijn de symptomen of het klinisch beeld van kraakbeenletsels?

A

Zwelling
Stramheid
Pijn
Mechanisch een onstabiel gevoel, bloccage, …

56
Q

Welke beeldvorming doe je voor een kraakbeenletsel?

A

Patroon van artrose bekijken: Staande RX
Focaal KB-letsel: Artro-CT (= met contrast)

Voornamelijk doen bij een jonge persoon met zwelling en na trauma.

57
Q

Welke beeldvorming doe je bij een jonge persoon met een knietrauma, hevige zwelling en vermoeden van een KB-letsel?

A

Arthro-CT (= met contrast)

58
Q

Wat is de behandeling/beleid van kraakbeenletsels in de knie?

A

Conservatief:
- Vermageren
- Unloader brace voor asafwijkingen (druk naar mediaal verplaatsen)

Heelkunde:
- Kraakbeenherstel (palliatief, reparatief of restauratief)
- Verlaag de belasting (ascorrectie waarbij druk van het mediale component wordt gehaald)
- Stabilisatie

59
Q

Wat is een microfractuur en wanneer gebruik je het?

A

Een behandelingstechniek voor de behandeling van kleine focale kraakbeenletsels.

Er worden kleine gaatjes doorheen het kraakbeen geboord (+ perforatie subchrondrale plaat), waardoor er vorming is van een bloedklonter en pluripotente stamcellen zorgen voor de productie van fibrocartilago.

60
Q

Wat zijn de symptomen van artrose (kniegewricht)?

A
  • Ochtendstijdheid (kort)
  • Pijn die erger wordt bij belasting
  • Bewegingsbeperking
  • Misvormingen mogelijk

(!) Impact levenskwaliteit

61
Q

Wat zijn de radiologische kenmerken van artrose in het kniegewricht?

A
  • Verdwijnen van de gewrichtsspleet
  • Vorming van osteofyten
  • Botdensificatie
  • Asdeviatie (eventueel)

Eventueel ook botverlies en synoviale inclusiecysten

62
Q

Waaruit bestaat de conservatieve behandeling van een kraakbeenletsel?

A
  • Belasting verlagen (vermageren, brace, nordic walking)
  • IA corticosteroïden
  • Medicatie per os (paracetamol of NSAID)

(!) Mensen willen vaak geen stok gebruik (1 stok) omdat ze dit genant vinden. Je kan dit kaderen in het gebruik van 2 Nordic Walking Sticks. Mensen vinden dit een ‘sportieve look’ en dit ontlast dit gewricht enorm.

63
Q

Wat is de heelkundige behandeling van KB-letsels?

A
  1. Ascorrectie (osteotomie, op tijd doen → gezonde compartiment meer belasten)
  2. Prothese (wel lang genoeg mee wachten)

Een arthrodese wordt niet vaak gedaan. Dit geeft enorme functiebeperking. Naar de WC gaan wordt dan heel moeilijk (vaak kan de deur niet dicht).

64
Q

Absolute contra-indicatie voor een osteotomie (ascorrectie) bij een KB-letsel?

A

Nicotinegebruik, altijd.

Goed gecontroleerde diabetes is geen probleem.

65
Q

Wat is het DOEL van een knieprothese?

A
  1. Verlichten van de pijn (piekdruk wegnemen en oppervlakte vergroten voor krachtverdeling)
  2. Behoud van functie (normale kinematica)
  3. Langdurig resultaat (80-90% op 15J volgens Kaplan-Meier curve)

NIET te snel doen, er moet bot-bot contact zijn en een osteotomie mag niet aan de orde zijn.

66
Q

Wat zijn de 3 mogelijkheden voor een knieprothese?

A
  1. Partiële herbedekking van het mediale, laterale of patellofermorale compartiment.
  2. Volledig herbedekking
  3. Dubbele scharnier (complex!)
67
Q

Naar welke richting gebeurt een patellaluxatie altijd?

A

Naar lateraal (door valgushoek)

De Q-hoek geeft een resulterende kracht naar lateraal

68
Q

Wat zijn de klinische tekenen van een patellaluxatie?

A
  • Plots doorzakken met val
  • Vaak spontane reductie (knie strekken?)
  • Pijnlijk
  • Zwelling: hemartrose
69
Q

Wat is de behandeling van een patellaluxatie?

A

Strek de knie!

70
Q

Wat zijn voorbeschikkende factoren voor een recidiverende patellaluxatie?

A

Trochlea dysplasie
Hyperlaxiteit
Verhoogde Q-angle
Ruptuur van het mediaal patellofemoraal ligament