Pathologie van de heup Flashcards

1
Q

Hoe heet een asymmetrisch looppatroon waarbij er een verkorte steunfase is?

A

Antalgische gang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe heet aan gangpatroon dat bij alcoholgebruik of ten gevolge van schade aan de vermis van de kleine hersenen ontstaat, met een wijde beenstand en instabiele, waggelende manier van lopen

A

Atactische gang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar ligt ongeveer het zwaartepunt van het lichaam?

A

Ter hoogte van L2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe meer de heup in coxa valga staat, hoe ______ efficiënt de momentarm wordt (krachtenkoppel), maar hoe ________ fracturen er ook optreden.

A

Hoe meer de heup in coxa valga staat, hoe minder efficiënt de momentarm wordt (krachtenkoppel), maar hoe minder fracturen er ook optreden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke 2 duidelijke klinische tekenen kan je opmerken bij een heupprobleem?

A

Wankelende gang (Duchenne)
→ De massa van het lichaam gaat altijd overhellen naar de PATHOLOGISCHE kant van de heup!

Teken van Trendelenburg
→ De niet-aangetaste kant zakt weg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke beweging verlies je als eerste bij artrose van de heup?

A

Inwendige rotatie (endorotatie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarom is het meten van een heupextensie moeilijk? Wat kunnen we doen?

A

Als je niet volledig in extensie geraakt, ga je lumbaal lordoseren om te compenseren.

Test van Thomas: de tegenovergestelde heup en knie maximaal flexen! Dan zie je de echte extensie wel …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Naar waar luxeert een heup voornamelijk? Hoe komt dit? Hoe hangt het been dan?

A

Voornamelijk naar posterieur. Heupluxatie = URGENTIE!

Door een HET → rechtstreekse impact op de knie bij een geplooide heup

ADDUCTIE, FLEXIE en INWENDIGE rotatie van de heup

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

ADDUCTIE, FLEXIE en INWENDIGE rotatiestand van de heup. Waar denk je aan?

A

Posterieure heupluxatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

ABDUCTIE, FLEXIE en UITWENDIGE rotatiestand van de heup. Waar denk je aan?

A

Anterieure heupluxatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat check je allemaal bij een heupluxatie?

A

Bekkenstabiliteit
N. ischiadicus (bv. achillespeesreflex)
Vasculaire status en pulsaties

Zo snel mogelijke reductie, echt een urgentie!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de behandeling van een heupluxatie?

A

Reductie
Tractie
Steunverbod tot pijnvrij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke pathologieën zijn vaak geassocieerd met een heuplucatie?

A

Acetabulumfractuur
Femurfractuur (caput of diafyse)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn verwikkelingen van een heupluxatie?

A

Osteonecrose
N. Ischiadicus uitval
Kraakbeenschade met coxartrose tot gevolg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe delen we proximale femurfracturen in?

A

Femurhals fractuur
- Subcapitaal
- Transcervicaal
- Basocervicaal

→ Gebruik van de Garden classificatie (I tot IV)

Pertrochanter fractuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de Garden Classificatie? Wat is de behandeling bij de verschillende graden?

A

Een classificatiesysteem voor femurhalsfracturen.

1 = valgisatie impactie: soms genezen zonder HK
2 = complete fractuur femurhals, geen verplaatsing
3 = complete fractuur femurhals met partiële verplaatsing
4 = complete fractuur femurhals met volledige verplaatsing

4 = altijd een heupprothese, want de BV zijn beschadigd, dus een osteosynthese kan nog zo mooi zijn … (groeit niet aan elkaar)

2 en 3 is afwegen tussen osteosynthese en prothese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wanneer neigen we bij een proximale femurfractuur naar een osteosynthese, wanneer naar een prothese?

A

Osteosynthese:
- Jongere mensen
- Lager risico op osteonecrose (Garden I)
- Stabiele fractuur

Prothese → onmiddellijk steunen!
- Oudere mensen
- Hoger risico op osteonecrose
- Instabiele fractuur

18
Q

Welk klinisch beeld treedt op bij een pertrochantere fractuur? Wat doen we?

A

Verkorting van het lidmaat + exorotatie

Verkorting doordat de M. Psoas trekt op de trochanter minor.

R/ Heelkunde (osteosynthese), maar T. minor laten we voor wat het is (te complexe operatie)

19
Q

Was is osteonecrose van de heup?
= aseptische necrose of avasculaire necrose

Komt het vaak uni- of bilateraal voor?

A

Een necrose van een deel van het bot van de femurkop.

Vaak bilateraal!

20
Q

Wat zijn risicofactoren voor het krijgen van een avasculaire necrose van de femurkop (osteonecrose)

A

Trauma (luxatie, femurhalsfractuur)

Medicatie (corticosteroïden)

Abusus van alcohol en nictone

Caisson ziekte, bestraling, HIV infectie, Crohn, Lupus, …

21
Q

Wat is het klinisch beeld van osteonecrose? Klinische tekenen?

A
  • Plots optreden van pijn in de LIES en thv de grote trochanter
  • Vaak nachtelijke pijn
  • Toenemend manken

Pijn bij straigt leg raise
Trendelenburg positief!

22
Q

Wat is de pathofysiologie/histologie van osteonecrose van de femurkop?

A

Het kraakbeen blijft ten allen tijde intact!

Er is celdood → het necrotische bot nlijft initieel structureel intact, maar de botappositie kan de osteoclasie niet bijbenen → structureel falen.

Eerst falen subchondraal!

23
Q

Welk technisch onderzoek bij vermoeden van osteonecrose van de femur?

A

MRI

24
Q

Wat is de behandeling en prognose van een osteonecrose van de heup?

A

Behandeling = TENDER, LOVE & CARE
→ steunverbod, core decompressie, …

In stadium van collaps van de heup → prothese

25
Q

Hoeveel knie- en heupcycli doen we per jaar?

A

3 miljoen

26
Q

Welke factoren spelen een rol in de belasting en draagkracht van het heupgewricht?

A
  • Lichaamsgewicht
  • Activiteitsniveau (beroep/vrije tijd)
  • Structureel (heupdysplasie, …)

P = F / A

→ soms acetabulum dat te ondiep is

27
Q

Hoe zou je gemakkelijk artrose beschrijven?

A

Verlies van kraakbeen

Bot-bot contact met hogere piekdrukken, wrijven en verlies van congruentie

Microfracturen in de subchondrale plaat
(synoviaal vocht geeft druk door)

28
Q

Wat is de kliniek van coxartrose?

A

Belastingebonden pijn
Startstijfheid
Bewegingsbeperking (trappen, sokken aandoen, …)

(!) Impact levenskwaliteit

29
Q

R/ van een coxartrose?

A

Conservatief:
- NSAID geven bij opstoten
- Wandelstok (of 2)
- Vermageren

Heupprothese

Artrodese niet vaak gedaan, want knie en lumbale WZ dan meer belast, maar wel een optie bij wervels, pols en vingers.

30
Q

Langs welke kant hou je een wandelstok?

A

Langs je GOEDE zijde

31
Q

Langs welke kant hou je een wandelstok?

A

Langs je GOEDE zijde

32
Q

Wat is het DOEL van een heupprothese (3 zaken)

A

Verlichten van de klachten/pijn
Behoud van functie (normale kinematica)
Langdurig resultaat (15 - 20 jaar)

33
Q

Welke 2 mogelijkheden qua heupprothese?

A

Resurfacing + Acetabulum plaatsen
→ geeft stabiele heup en beweging is goed te herstellen, maar wordt weinig gedaan

Nek afzagen en pin insteken (?)

+ zonder/met PMMA (botcement)
Niet doen bij allergie, voor tijdswint, het is toxisch

Voorwaarde is dan dat de fixatie rigide moet zijn er de openingen (cancereus bot) gelijk moeten zijn!

34
Q

Wat zijn de voornaamste oorzaken van langetermijnfalen van een heupprothese?

A

Slijtage van de kop én pan
→ er komen micropartikels vrij die door macrofagen worden opgenomen, ze kunnen dit niet verteren en er treedt osteolyse en inflammatie op.

Infectie
Oxidatie
Luxatie

35
Q

Wat is de indicatiestelling voor een heupprothese?

A

Een structureel ernstige aantasting (RX)

EN

Ernstige pijn of functionele beperking
(afhankelijkheid pijnstillers, gangperimeter, nachtelijke pijn, gebruik van krukken, …)

36
Q

Welke verwikkelingen treden frequent op post-operaties na een heupprothese?

A

Infectie (0.5%)
Longembool
DVT
Hematoom
Parese
Cardiovascualir
Luxatie

37
Q

Welk beleid hanteer je bij een trochanter brusitis (heup)

A

Anti-inflammatoire fysiotherapie
NSAID
CS injectie

38
Q

Bij wie komt een septische arthritis vaak voor en hoe herken je dit?

A
  • Kinderen
  • Immuun-gecompromitteerde volwassenen
  • Antalgische houding en koorts
  • Flexie van de heup met exorotatie
39
Q

Hoe stel je de diagnose bij verdenking van een septische artritis? Behandeling?

A

Puntie nemen + cytologie op doen

Chirurgische evacuatie + IV antibiotica

40
Q

Bij welke vorm van benen treedt vooral een stressfractuur op?

A

Coxa vara

41
Q

Waar krijg je pijn bij een stressfractuur van de femurhals?

A

Liespijn en aan de voorzijde van de dij
Knie

+ na periode van verhoogde fysieke activiteit