parasitologisch onderzoek faeces Flashcards
1
Q
macroscopisch onderzoek
A
- volwassen wormen
- ascaris lumbricoides, enterobius vermicularis aan opp faeces
- proglottide taenia
2
Q
microscopisch onderzoek
A
- cysten protozoa, wormeieren, larven
- enige manier voor trofozoieten
- verse faeces
- in leidingwater op draagglas & dekglas
- beperkte hoeveelheid dus - niet betrouwbaar
- vergelijkingsmethode
- positief = sterk besmetting
3
Q
onderzoeken na verrijking
A
- flottatiemethode
- bezinkings/sedementatie methode
- methode van baermann
- TFT
4
Q
flottatiemethode
A
- para zinkt in water, drijft in suspensie
- 2g faeces + verrijkingsvloeistof intensief gemengd
- dekglas op vloeistof
-> eieren kleven op glas
-> na 30 min op draagglas
5
Q
bezinkings/sedementatiemethode
A
- volgens ritchie
- cysten
- vegatieve stadia verwijderen
- faeces + water door gaas in centrifugeerbuis
- centrifugeren
- sedement + formol & ethylacetaat
- centrifugeren
- bovenaan: ethylacetaat, afval, formol, sedement: onderaan
- sedement opgeschud in laatste druppel & op objectglas
- reagens d’antoni (JK-reagens)
6
Q
methode van baermann
A
- strongloides stercoralis
- rhabditiforme larven in lauw water zinken
7
Q
TFT
A
- darmparasieten
- 3 containers
- 1e & 3e met fixatief
- 3 dagen faeces verzamelen