p 151-174 Flashcards

1
Q

in een niet-gemyeliniseerd neuron gebeurt de impulsgeleiding trager/sneller?

A

trager

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is MS/multiple sclerose?

A

aandoening van centraal zenuwstelsel, waarbij neuronen myeline verliezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat gebeurt er met een persoon die MS heeft?

A

spontane zelfvernietigingsreactie, bepaalde witte bloedcellen beschadigen de myelineschede

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is een mogelijke behandeling?

A

niet te genezen, wel symptomen tegenwerken met medicijnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

symptomen MS?

A

loopproblemen, vermoeidheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

waar gebeurt de impulsoverdracht tussen neuronen?

A

van de eindknopjes van het ene neuron naar de dendrieten of cellichaam van het aansluitende neuron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

plaats waar informatieoverdracht tussen twee neuronen

A

synaps

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat wordt er overgedragen ter hoogte van een synaps?

A

elektrisch signaal (zenuwimpuls)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

leg de impulsoverdracht tussen neuronen uit

figuur p 153!!!

A

impuls bereikt eindknopjes van axon -> neurotransmitter vrij uit synaptische blaasjes + beland in synaps -> neurotransmitter dindt zich aan specifieke membraanreceptoren in membraam van dendrieten = chemisch signaal -> chemisch signaal leid tot nieuw elktrisch signaal (impuls)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

in welke richting gaat de impulsoverdracht?

A

in één richting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly