centraal en perifeer zenuwstelsel p 158 tem 168 Flashcards

1
Q

wat zie je als je menselijke hersenen uitwendig bekijkt?

A

grote hersenen, kleine hersenen en hersenstam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat beschermd de grote hersenen, kleine hersenen en hersenstam

A

de hersenschedel en hersenvliezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is het ruggenmerg?

A

een zenuwbaan die loopt door de wervelkolom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

synoniem wervelkolom

A

ruggengraat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

tot welk netwerk behoren de hersenzenuwen, de ruggenmergzenuwen en de grensstrengen?

A

het centraal zenuwstelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat behoord er tot het centraal zenuwstelsel?

A

de hersenzenuwen, de ruggenmergzenuwen en de grensstrengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat ontspringt er uit de hersenstam

A

hersenzenuwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat vertrekt er vanuit het ruggenmerg?

A

ruggenmergzenuwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

voorbeeld van ruggenmergzenuw

A

meerdere sensorische neuron of meerdere motorische neuronen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoe noemt de streng die aan weerszijden van de wervelkolom loopt

A

grensstreng

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly