p. 141-144 Flashcards
model
das Model
er goed uitzien
gut aussehen, du siehst gut aus
champagne
der Sekt
glimlachen
das Lächeln
tentoonstellen
zur Schau stellen
klaarspelen
schaffen
aankijken
angucken
opwindend
aufregend
bij het begin
zu Beginn/am Anfang
nat
nass
laat
spät
tonen
zeigen
nodig hebben
brauchen
iemand verleiden, flirten met iemand
jemanden anmachen
bekendmaking
die Veröffentlichung
autoriteit, overheid
die Behörde(n)
laatst
zuletzt
misdaad
das Verbrechen
het gaat over
es handelt sich über + A
succes hebben
einschlagen
schandaal
der Skandal(e)
nieuwslezer
der Nachrichtensprecher
in elk geval
allerdings
zelfs
sogar
smaak
der Geschmack
(ver)oordelen, oordeel
(ver)urteilen, das Urteil
valk
der Falke(n)
ster (2)
der Star
der Stern
gehoor
das Gehör
wieg
die Wiege
talent
das Talent
opgroeien
aufwachsen
gitaar
die Gitarre(n)
tijdsgeest
der Zeitgeist
bevestigen
bestätigen
aansporen tot
anregen zu + D
de top
die Spitze
hitparade
die Hitparade
schokken
erschüttern
schuld, schuldig zijn
die Schuld(en), schuld sein
virtuoos
der Virtuose
rockidool
das Rockidol(e)
bank (geld)
bank (meubel)
die Bank(en) die Bank(e)
de luchtballon
der Luftballon
de weg
der Weg(e)
de horizon
der Horizont
het heelal
das All
sturen
schicken
vuurwerk
das Feuerwerk
slim, sluw
schlau
puin
die Trümmer
de macht
die Macht
ambitie
der Ehrgeiz
bang zijn voor
sich fürchten vor + D
het geweld
das Gewalt
de soldaat
der Soldat
het graf
das Grab
de bloem
die Blume(n)
thuis
die Heimat
emigratie
emigreren (2)
die Emigration
emigrieren, auswandern
de dood, dood zijn
der Tot, tot sein
roem
der Ruhm
de zanger, zangeres
der Sänger
die Sängerin
voorstellen
darstellen
de poging
der Versuch
het probleem
das Problem(e)
het concentratiekamp
das Konzentrationslager
het einde
das Ende
kernwoord
das Stichwort
afstand doen van, afzien van, iets opgeven
verzichten auf + A
het gedicht
das Gedicht(e)
de auteur (2)
der Schriftsteller(-) der Autor(en)
het verlangen
die Sehnsucht
ruzie (2)
der Krach
der Streit
ziekte
die Krankheit
pijn
der Schmerz
de vriendschap
die Freundschaft
de vreugde
die Freude
de vrede
der Friede
de maatschappij
die Gesellschaft
de bedoeling
die Absicht
de rug
der Rücken
doof
taub
schouder
die Schulter
het publiek
das Publikum
het optreden
der Aufritt
de erfenis, erven
das Erbe, erben
volledig
vollständig
telkens
jeweils
