Overige Flashcards

1
Q

encoding specificity
principle

A

Ophalen van informatie is gemakkelijker in een conditie waarin het ook werd opgeslagen(onderwater-Onderwater)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

transfer-appropriate
processing

A

De manier aanbieden info vergelijkbaarzijn met toetsen voor meer resultaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Anterograad en retrograde amnesie

A

Anterograad: niet nieuwe herinneringen kunnen aanleren
retrograad: geen oude herinneringen kunnen ophalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Pattern seperation en Pattern completion en waar gebeurt wat?

A

Pattern seperation: we kunnen verschillende geheugensporen maken voor ervaringen die nagenoeg hetzelfde zijn. Vindt plaats in dendate gyrus met input van entorhinal cortex
Pattern completion: We kunnen een geheugenspoor activeren op basis van een klein deel van de oorspronkelijke cues. Vindt plaats in de CA3, de cues die gebruikt worden komen uit EC, een snelle maar niet sterke projectie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Rol CA3 input DG en EC en output CA1.

A

CA3 krijgt twee informatiestromen; Een cue-stroom uit EC van een bestaand geheugenspoor & een nieuw aangemaakt geheugenspoor vanuit DG voor de informatie uit EC.
CA3 vergelijkt dit, gelijk? Dan pattern completion spoor uit EC gewoon doorgeven CA1. niet gelijk? Nieuw geheugenspoor uit DG vastleggen en doorgeven CA1.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

path integration

A

het vermogen om verschillende info te integreren om te weten welk pad je in welke richting bewandelt hebt. sensorische cues self motion etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

eigenschappen place cells

A

-Place fields zijn gelijkmatig verdeeld over de omgeving
- Place field patroon is stabiel binnen een omgeving maar varieert tussen omgevingen
- Place fields zijn relatief stabiel (donker, weghalen cues, opnieuw in omgeving komen)
- Place cells worden beïnvloed door omgevingsbepalende cues, self motion cues & path
integration
- Vuur patroon wordt grotendeels bepaald door locatie en niet door gedrag of
(kop)richting, actuele visuele input

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Belangrijke problemen die moeten worden opgelost bij opslaan.

A

-Parallelle informatie stromen apart houden
-integratie; verschillen informatie bij elkaar opgeslagen maar wel elementen apart houden
-niet verwarren met vergelijkbare episodes
-cued recall het moet via een cue opgehaald kunnen worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

object en plaats met perirhinal en parahippocampaal

A

object perirhinal enparahippocampaal met plaats

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoe heet het als verkeerde ensembles samen actief worden door het ontbreken van pattern separation door het ontbreken van hippocampus

A

SPurious attractors

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly