Hoorcollege 6-12 Flashcards

1
Q

unihemisferische slaap

A

hersenhelften slapen afzonderlijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

verschillende slaapstadia

A

hypnagoge fase; nog niet volledig maar thalamus inhibeert, geen sensorische informatie meer.

Non REM; EEG gesynchroniseerd

Rem; gedesynchroniseerde EEG, verlaagde spiertonus paradoxale slaap: acteif brein in paralytisch lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar bestaat een slaapregistratie uit

A

polysomnografie: EEG, EOG,EMG (slaapstadia bepalen)
Adembewegingen
luchtuitwisseling
zuurstofsaturatie
beenbewegingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bron van EEG signaal

A

n Synchrone elektrische activiteit van neuronen
n Vooral van elementen met gelijke spatiële oriëntatie
n Dus dendrieten van pyramidale corticale neuronen
n Extracellulaire ion stromen veroorzaakt door dendritische elektrische
activiteit corticale neuronen à postsynaptische potentialen
n Ondergeschikte contributie van actiepotentialen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is verschil gesynchroniseerd en gedesynchroniseerd

A

gesynchroniseerd zijn grote golven
EEG, dat betekent namelijk dat heel veel neuronen precies hetzelfde vuren. dit is bij nonrem slaap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

REM versus non-REM fysiologie

A

Non-REM
=Autonome functies verlaagd en regelmatig
-Temperatuur, hart frequentie, bloed druk, ademhalingsfrequentie
=Neuroendocrine secretie stijgt
-Groei hormoon, gonadotrope(geslachts) hormonen

REM
=Autonome functies variabel
=Hypotonus
-wel intermitterende spiertrekkingkjes (gezicht)
=Snelle oog bewegingen
=Poikilotherm(lichaamstemperatuur niet te controleren)
=Activiteit geslachtsorganen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

verschil beleving rem en niet rem slaap

A

REM
n Zeer frequente droom rapportages
n Gedetailleerde droom rapportage
n Visueel
n Complexe plots, filmisch (hallucinaties)
n Bizarre gedachten
n Intense emotie
Non-REM
n Minder frequente droom rapportages
n Moeilijk ontwaken, confuus
n Mentatie slechter herinnerd
n Minder visueel, minder levendig
n Conceptueel, plausibel, logisch
n Weinig emotioneel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Redenen slaap

A

-adaptieve inactiviteit; een soort energieconservering door niet optimale leefomstandigheden (in het donker)

-Groei en herstel
anbole periode, groei hormoon, cel deling, synthese energie moleculen omhoog
Imuunsysteem herstel

-in tact houden hersenfuncties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

circadiane klok mens en functie

A

suprachiasmatic nucleus
Reguleert handhaving milieu interieur en basale gedragingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

neurale mechanismen van slaap

A

NonREM
n ALLE neuromodulatoren laag
n Ook histamine uit hypothalamus
REM
n serotonine, NorAdrenaline, Dopamine laag (nog lager)
n Acetylcholine hoog!!
n Histamine hoog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

synchronisatie mechanisme non rem slaap

A

verminderen neuromodulatoren -> wegvallen excitatie -> membraanpotentialen lager -> hyperpolarisatie-afhankelijke neuronen openen kanalen -> depolarisatie -> snelle terugval hyperpolarisatie -> grote gestructureerde golven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

mechanisme rem slaap

A

acetylcholine omhoog -> hoop excitatie omhoog ->afname hyperpolarisatie -> terug naar waak-achtige respons

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

twee processen bepalen wanneer je slaapt en waakt + extra factor die maakt dat je wakker blijft

A

homeostase klok + afvalproducten die de slaapdruk verhogen

-omgevingsfactoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly