Overerving Flashcards

1
Q

Hoe erft achondroplasie over?

A

Autosomaal dominant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe erft syndroom van marfan over?

A

Autosomaal dominant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe erft CF over?

A

Autosomaal recessief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe erft spierziekte van duchenne over?

A

Recessief geslachtsgebonden of x-linked

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe erft incontinetie pigmentie over?

A

X-chromosmaal dominant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe erft hemofilie a en b over?

A

Recessief geslachtsgebonden of x-linked

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe erft Noonan syndroom over?

A

Autosomaal dominant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe erft Turner over?

A

Over het algemeen niet, maar als het over erft is het x-linked

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Gain of function / dominant negatief

A

Afwijkend eiwit versoort de werking van het normale eiwit. Afwijkende eiwit kan ook overactief zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Loss of function / haploidsufficiëntie

A

Een allel produceert niet genoeg eiwit voor de normale functie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Two hit hypothesis

A

Een allel is geërfd, het andere krijgt een spontane mutatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Imprinting

A

Een allel staat standaard uit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Co-dominant

A

Als twee allelel veranderd zijn maar wel even sterk, rood en wit geeft roze

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wanneer ben je altijd drager?

A
  • Beide ouders van een aangedaan kind
  • Alle kinderen van aangedane ouder
  • Iedereen is wel ergens drager voor
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoeveel procent kans is er voor dochters als moeder drager is bij x-gebonden?

A

50%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoeveel procent kans voor mannen is er als de vader drager is bij x-gebonden?

17
Q

Recessieve overerving bij x-linked

A

Als moeder drager is is er 50% kans dat haar zoon ziekte heeft

18
Q

Wat zijn kenmerken van spierziekte van duchenne?

A
  • Laat lopen
  • Moeilijkheden bij opstaan
  • Vaak vallen
  • Moeilijkheden bij beklimmen van trappen
  • Pseudo-hypertrofie van kuitspieren
19
Q

Op welke manieren ontstaat spierziekte van duchenne?

A
  • Moeder is draagster
  • De novo
  • Kiemcelmozaïcisme
20
Q

X-inactivatie of lyonisatie

A

Een vrouw heeft twee x-chromosomen maar daar staat er standaard een van uit

21
Q

Incontinentie pigmentie

A

Aandoening met afwijking aan huid, tanden en nagels.
Alle cellen met actieve mutatie gaan in apoptose
Lethaal voor de meeste mannen
Huidafwijking doorlopen karakteristieke stadia

22
Q

Mitochondriële overerving

A

Maternale overerving. Stamboom stopt bij man, soms wordt iemand overgeslagen

23
Q

Allelische ziekte

A

Een gen, meerdere ziektebeelden

24
Q

Locus of genetische heterogeniteit

A

Een ziektebeeld meerdere genen (bv. noonan)

25
Turner syndroom
Vrouwen hebben 1 x-chromosoom
26
Turner syndroom kenmerken
- Dikke korte nek - Meisjes zijn vaak kleiner - Meeste meisjes zijn onvruchtbaar, geen menstruatie en geen borsten
27
Microdeleties
Chromosomale deleties die niet zichtbaar zijn met microscoop, er kunnen echter meerdere functionele genen liggen in een microdeletie
28
Robersoniaanse translocatie
5 chromosomen met hele korte armen worden deels samen gepakt
29
Waarom is SNP array niet geschikt voor gebalanceerde translocatie
Omdat het alleen copy number variateis op kan sporen
30
Gebalanceerde translocatie
Deel x-inactivatie gebeurt niet maar normale x gaat uit
31
Ongebalanceerde translocatie
Translocatie-chromosoom wordt geïnactiveerd