ORGANISCHE STOFKLASSEN Flashcards

1
Q

organische stoffen

A

etymologie: organismen voorzien van organen
–> organische of anorganisch stoffen veroorzaakt door hun afkomst, maar structuurkenmerken stoffen zelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

organische reacties

A
  • ons lichaam: verteringsprocessen en celademhaling worden de bestanddelen van voedsel naar stoffen en energie
    1) petrochemie: op pompen aardolie
    2) farmaceutische industrie
    3) bereiding stoffen
    4) cosmetische industrie
    5) textielindustrie : synthetische materialen met bv behandeld kleurstoffen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

kenmerken organische structuren

A
  • covalente verbindingen bijna altijd opgebouwd koolstof en waterstof
  • beperkt aantal heteroatomen: O, S, N , P, halogenen
  • aanw koolstofatomen = koolstofverbindingen
  • koolstofchemie = organische chemie
  • door teveel nieuwe ontdekte verbindingen nood aan internationale nomenclatuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

vanilline = triviale naam

A

= 4-hydroxy-3-methoxybenzaldehyde = systematische naam
- hoofdbestanddeel smaak vanille ijs
C8H8O3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Indeling structuurkenmerken

A
  • cyclische en acyclische verbindingen
  • verzadigde en onverzadigde verbinding
  • aromatische en alifatische verbinding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

stofklassen

A

door aanwezigheid van functionele groepen indeling stofklassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

monofunctionele Cverbindingen

A

één functionele groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

polyfunctie C verbindingen

A

verbindingen die meerdere gelijke of verschillende functionele groepen bezitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

cyclische verbindingen

A

structuurformule een gesloten keten, atomen zijn in een ringstructuur aangeschakeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

carbocyclische C verbindingen

A

enkel koolstofatomen in ringstructuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

heterocyclische C verbindingen

A

gesloten keten met ook heterogene atomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

acyclische C verbindingen

A

open koolstofketen eventueel onderbroken is door heteroatomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

verzadigd verbindingen

A
  • vier bindingspartners
  • enkelvoudige bindingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

onverzadigd verbindingen

A
  • meervoudige bindingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

aromatische verbindingen

A

cyclische verbindingen waarin geconjugeerd systeem: afwisseling van dubbele en enkelvoudige bindingen in de koolstofketen
- benzeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

alifatische verbindingen

A
  • geen afwisseling D en E bindingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

monofunctionele koolstofverbindingen

A

naast koolstof- en wateratomen ook heteroatomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

functionele groep

A

specifiek atoom of specifieke atoomgroep die de eigenschappen van een verbinding typeert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

koolwaterstoffen+ opdeling

A

verbindingen die uitsluitend uit koolstof- en waterstofatomen bestaan
- verzadigde KWS, onverzadigde KWS, alkanen, alkenen en alkynen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

alkanen

A

verzadigde koolwaterstoffen
enkel koolstof- en waterstofatomen
brutoformule CnH2n+2
- kan vertakt: meerdere zijketens of onvertakt: alle koolstofatomen in aangesloten lijn achter elkaar, zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

propaan

A

-42°C kookpunt
- door laag kookpunt bij kamertemperatuur gasvormig
- propaangas geeft voldoende damp om te ontbranden
- gasbranders
- C5H8
- onvertakte alkaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

butaan

A
  • 0,5 °C kookpunt
  • bij kamertemperatuur gasvormig
  • bij vriestemperatuur niet gebruiken want je hebt geen damp om het te laten ontvlammen
  • C4H10
  • onvertakt alkaan
23
Q

dimethylpropaan

A

vertakt alkaan
- C4H12

24
Q

alkenen

A

onverzadigde koolwaterstoffen
- dubbele binding tussen C atomen

25
Q

etheen

A

C2H4
- belangrijke grondstof voor de chemische industrie
- bouwsteen voor synthese van bepaalde
- plantenhormoon (productie door rijpe vruchten)
- onrijpe vruchten kunnen behandeld worden etheengas voor als rijpe producten de winkel in te gaan

26
Q

propeen

A

C3H6

27
Q

But-1-een

A

C4H8

28
Q

halogeenalkenen

A
  • naast koolstof- en waterstofatoom ook halogeenatoom
  • afgeleid van alkanen waarbij een of meer waterstofatomen vervangen door halogeenatomen
  • structuurformule RX, X= halogeenatoom (fluor, chloor, broom, jood,..)
  • ozonlaag is belangrijk , bescherming schadelijke UV-straling
    cfk’s = chloorfluorkoolwaterstoffen zijn verantwoordelijk voor afbraak ozonlaag
  • gebruikt koelmiddel koelkasten = cfk’s
29
Q

alcoholen

A

naast koolstof- en waterstofatomen ook en zuurstofatoom
- zuurstofatoom gebonden op verzadigd koolstofatoom
- OH groep van alcohol is de carboxylgroep
- structuurformule ROH
- alcohol afgeleid van alkaan = alkanol

30
Q

ethanol

A
  • alcohol in alcoholische dranken
  • gebaseerd op gistingsproces glucose , niet mogelijkheid zonder aanwezigheid micro-organismen
  • C2H6O
  • gebruikt als biobrandstof (door maïs)
31
Q

methanol

A
  • CH3OH
  • belangrijke grondstof in de chemische industrie
  • gebruikt bij synthese biobrandstoffen
  • zeer giftig: gezichtsstoornissen en blindheid (soms kan het leiden tot de dood)
  • kan makkelijk ontstaan bij zelfproductie alcoholische dranken
  • productie methanol uit CO2 en H2
    CO2 + 3H2 –> CH3OH + H2O
  • waterstofgas ontstaat door elektrolyse* water * afkomstig uit windenergie
  • CO2 helpt bij opwarming aarde
  • toegevoegd aan spiritus: fondue- en gourmetstellen te vullen
32
Q

glycol

A

gebruiksnaam ethaan-1,2-diol
- tweewaardig alcohol, 2 hydroxylgroepen
- gebruikt in antivriesmiddelen
- goed oplosbaar in water: verlaagt vriespunt
- toegevoegd water in warmtepomp
- aan koelvloeistof of radiateur wagen
- C2H6O2

33
Q

glycerol of glycerine

A

propaan-1,2,3-triol
- driewaardig alcohol, drie hydroxylgroepen
- door reactie met vetzuren omgezet tot lipide
- in industrie: aanmaak cosmetica en toiletartikelen
- weekmaker kunststoffen
- bereiding dynamiet
- C3H8O3

34
Q

kookpunt alcoholen

A

altijd hoger dan die met het overeenkomstig alkaan
- oplosbaarheid water neemt door waterstofbruggen toe ten opzichte van overeenkomstig alkaan
- hoe langer de koolstofketen hoe meer de oplosbaarheid in water daalt aangezien het apolaire gedeelte van de alcoholmolecule groter word

35
Q

ethers

A
  • naast Cen H atomen ook één zuurstofatoom
  • ROR
  • ether afgeleid van alkaan = alkoxyalkaan
36
Q

ether

A

gebruiksnaam ethoxyethaan
- licht ontvlambaar
–> cc met O kan leiden tot vorming peroxiden die onstabiel zijn en kunnen leiden tot explosies
- vroeger gebruikt als anesthesiemiddel voor narcose
- ook voor verwijdering vet en lijmresten
je kan ether NIET als ontsmettingsmiddel gebruiken!
- C3H10O

37
Q

aminen

A
  • naast C EN H ook N
  • functionele groep, aminogroep = NH2
  • afhankelijk van gebonden alkylgroep op N bestaan er primaire en secundaire en tertiaire aminen
  • visgeur
  • onaangename geur
  • bouwsteen aminozuur
38
Q

ketonen

A

koolstofverbindingen gekenmerkt door aanwezigheid carbonylgroep: C attom dubbel gebonden op 2 C atomen
keton afgeleid van alkaan = alkanonen
- RCOR

39
Q
A
40
Q

aceton

A

= propanon, C3H6O
- goed oplossmiddel
- verwijderen vet en lijmresten
- toegevoegd aan nagellakverwijderaar

41
Q

aldehyden

A

C verbindingen gekenmerkt door carbonylgroep
- C atoom van carbonylgroep is gebonden aan één restgroep en één waterstofatoom
- RCHO

42
Q

formol

A

oplossing formaldehyde
formaldehyde = methanal
formol gebruikt als bewaarmiddel organen en organisch materiaal

methanal = CH2O

43
Q

carbonzuren

A

naast C EN H 2O’s
- carboxylgroep = functionele groep
- eindstandig, maakt deel uit hoofdketen

44
Q

boterzuur

A

bestandsdeel zweet, bied hulp opsporen vermiste personen
butaanzuur

45
Q

capronzuur

A

hexaanzuur, aanwezig in geitenmelk

46
Q

mierenzuur

A

methaanzuur, geproduceerd door mieren, veroorzaakt pijnlijk gevoel als je in contact komt met brandnetels
CH2O2

47
Q

azijnzuur

A

ethaanzuur
- lost goed op in water
- azijn in keuken bekend als bewaarmiddel
- zuiver azijnzuur wordt ook wel ijsazijn genoemd omdat de verbinding al stolt bij 16,6 graden en ijsvormige kristallen vormt
- ethaanzuur ontstaat door oxidatie ethanol

48
Q

amiden

A
  • afgeleid van carbonzuren, OH groep wordt vervangen door NH2
  • kan eindstandig zijn of deel uitmaken v koolstofketen
  • functionele groep -CONH2
49
Q

esters

A

ook afgeleid carbonzuren OH wordt vervangen door restgroep
- scheiden typische geur af

50
Q

butylethanoaat

A

geur appelen

51
Q

octylethanoaat

A

geur sinaasappelen

52
Q

benzylethanoaat

A

geur perziken

53
Q

vorming esterbinding

A

afsplitsing OH van carbonzuur om ester te vormen met O atoom van alcohol

54
Q
A