H9 recht Flashcards

1
Q

toga

A
  • Kledingstuk oorspronkelijk uit Romeinse tijd
    = een statig, wijd en lang gewaad, dat alleen bij officiële gelegenheden gedragen mocht worden door mannen met (Romeins) burgerrecht.
  • wie geen Romein of slaaf was, mocht geen toga dragen
  • het woord is afkomstig van het Latijnse tegere, wat ‘bedekken’ betekent
  • rechters en advocaten dragen een toga om duidelijk te maken dat zij niet als privépersoon beslissingen nemen, maar als vertegenwoordigers van het recht (=neutrale uitstraling)
  • daarnaast wil men ook voorkomen dat een partij zich bevoordeeld of benadeeld voelt door de kwaliteit van de kleding van de rechter of de advocaten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

rechtstakken/gebieden

A

Rechtstakken of -gebieden
o privaatrecht = regelt onderlinge verhoudingen tussen individuele personen
o publiekrecht = het staatsgezag en regelt de verhouding tussen burger en overheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

publiek recht kenmerken

A

doel: algemene belangen staat waarborgen
karakter: dwingend recht , v openbare orde
subjecten: staat en zijn burgers (verhouding v ondergeschiktheid
sanctie: overheid treedt eenzijdig op, eventueel gevolgd door rechterlijke tussenkomst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

privaatrecht kenmerken

A

doel: individuele belangen van burgers dienen
karakter: veeleer aanvullend of regelend recht
burgers onderling (verhouding van coördinatie)
sanctie: de staat (rechter) beslecht geschillen tussen burgers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

probleem bij opdeling

A
  • onderscheid publiek- en privaatrecht: niet altijd te handhaven
    o Inmenging overheid in maatschappelijk leven
     sommige rechtstakken: gemengd privaat-publiekrechtelijk karakter
     Bv. arbeidsrecht
  • loon: privaat of individueel arbeidsrecht
  • cao = collectieve arbeidersovereenkomst: publiek arbeidsrecht
  • aantal maatschappelijke fenomenen: over grenzen privaat- en publiekrecht bestudeerd
    o bv. milieurecht
    o overheid: regels ter bescherming natuur= publiekrecht
    o verkoop stuk grond waarbij regels gelden ter verbetering milieu = privaatrecht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

opdeling, doel ervan

A

Publiekrecht
Staatsrecht (grondwettelijk recht)
Bestuursrecht (administratief recht)
Strafrecht
Strafprocesrecht
Fiscaal recht

privaatrecht
Burgerlijk recht
Handelsrecht
Privaatrechtelijke/ burgerlijk procesrecht (gerechtelijk privaatrecht)
Internationaal privaatrecht

beide
Sociaalrecht (arbeidersrecht en sociale zekerheidsrecht)
Economisch recht
Financieel recht
 takken bepalen/regelen facetten v. maatschappelijk leven(opdeling te vinden in alle aspecten juridisch veld)
o Bv. structuur rechtbanken
 Burgerlijke geschillen, handelsgeschillen, arbeidsgeschillen, misdrijven
o Bv. namen rechtstakken
 Burgerlijk wetboek, Strafwetboek, Handelswetboek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

privaatrechterlijk procesrecht

A

1) Privaatrechtelijk procesrecht (gerechtelijk privaatrecht)
= geheel v. regels over middelen en procedures om naleving privaatrecht te verzekeren
* Regeling inrichting, werking en bevoegdheid privaatrechtelijke rechtbanken en hoven*
o * moeten rekening houden met regels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

burgerlijk recht

A

2) Burgerlijk recht = regelt meest elementaire verhoudingen tussen burgers, zoals het statuut v. burgers, familiale relaties en recht op goederen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

strafproces recht

A

3) Strafprocesrecht = aangeven welke procedure te volgen na overtreding strafrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

sociale zekerheidsrecht

A

4) Socialezekerheidsrecht = regelt sociale zekerheid, rechten op vervangingsinkomen door inactiviteit en op aanvullend inkomen bij bepaalde sociale lasten
o Bv. pensioen, ziekte…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

handelsrecht

A

5) Handelsrecht = regelt statuut handelaren en winkeliers en commerciële activiteiten
o Bv. aankoop en verkoop v. goederen en diensten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

strafrecht

A

6) Strafrecht = bepaalt welke feiten en handeling strafbaar zijn en somt de toepasselijke straffen en maatregelen op waarmee men gesanctioneerd kan worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

fiscaalrecht

A

7) Fiscaalrecht = regelt vorming en inning overheidsinkomsten
o Bv. belastingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

financieel recht

A

8) Financieel recht = regelt zaken zoals bankstatuten en verhouding bank , klant en kredietverrichtingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

internationaal priverecht

A

9) Internationaal privaatrecht = regelt verhoudingen tussen burgers verschillende staten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

staatsrecht

A

10) Staatsrecht (grondwettelijk recht) = regelt inrichting staatsmachten, onderlinge verhoudingen en rechtsbescherming burgers tegenover staat

17
Q

arbeidersrecht

A

11) Arbeidersrecht = regelt verhouding tussen werkgevers en werknemers

18
Q

economisch rect

A

12) Economisch recht = geheel v. regels over ingrijpen v. de overheid in economisch leven

19
Q

bestuursrecht

A

13) Bestuursrecht (administratief recht) = regelt manier waarop overheid beslissingen neemt, bepaalt wat burgers kunnen doen als ze niet eens zijn met beslissing overheid

20
Q

structuur rechterlijke macht

A
  • België: afhankelijk van onderwerp verschillende rechtbanken + gerechtshoven
  • piramidale structuur: drie doelstellingen
    a. rechtbanken + hoven: elk gespecialiseerd naargelang soort geschil
    b. iedereen kan beroep aantekenen tegen uitspraak rechtbank
    i. Uitzondering: hof van assisen
    c. rechtbanken + hoven: zo dicht mogelijk bij burger
21
Q

structuur benaming

A

kantons: vredegerecht, politierechtbank
arrondissementen: correctionele rechtbank, strafuitvoeringsrechtbank, familie- en jeugdrechtbank, burgerlijke rechtbank
–> rechtbanken van eerste aanleg voor Hoven van beroep
van vredegerecht: ondernemingsrechtbank
- arbeidsrechtbank
rechtsgebieden: Hoven van beroep, arbeidshoven = grondwettelijk hof
provincies: hof van assisen
staat: hof van Cassatie
HVA en HVC = raad van staat

22
Q

territoriale bevoegdheden

A
  • Belgische rechtspraak: !onderscheid
    o Territoriale bevoegdheden (3.1) = deel Belgische grondgebied waarvoor bepaald rechtscollege bevoegd is
    rechtscollege bevoegd is
    1) Territoriale bevoegdheden
  • Gerechtelijke landschap België: opgedeeld in aantal niveaus
    o Onderaan: 162 gerechtelijke kantons, vesteging groep gemeenten
    o Daarboven: 12 gerechtelijke arrondissementen
    o Daarboven: 5 rechtsgebieden
    o Bovenaan: staat
23
Q

materiële bevoegdheden

A

o Materiële bevoegdheden (3.2)= inhoud rechtszaak, bepaalt voor welk soort zaken rechtscollege bevoegd is

24
Q

materiële bevoegdheden politierechtbank

A

NIVEAU KANTONS
b) Politierechtbank
* Verkeersovertredingen bv. dronken achter stuur
* Straffen opleggen
- Werkstraffen
- Geldboete
- Tijdelijk/definitief rijverbod
- Proeven/ examen opnieuw doen (kan theorie of praktijk zijn)
* Hier misdrijven = overtredingen, max straf 7 dagen
* GAS-boetes (Gemeentelijke Administratieve Sanctie voor inbreuken op gemeentereglement)

25
Q

materiële bevoegdheden vredegerecht

A

a) Vredegerecht
* Burgerlijke materies die dicht bij het boek staan
- Consumenten geschillen
- Burgergeschillen
- Huurgeschillen
* Altijd proberen te verzoenen (bemiddelaar)
* Zorgdossiers: kunnen bewindvoerder aanstellen voor iemand die niet voor zich zelf kan zorgen => bekwaam?
* Behandeling geschillen met waarde 5000 euro

26
Q

materiële bevoegdheid burgerlijkerechtbank

A

Niveau arrondissementen
o Rechtbank van eerste aanleg
 Burgerlijke rechtbank (soort uitbreiding vredegerecht)
* alle geschillen boven de 5000 euro
* ook hogere beroepen bij vrederechter of

27
Q

materiële bevoegdheid correctionele rechtbank

A

politierechtbank
 Correctionele rechtbank
* strafrechtbank (fraude, diefstal, oplichting, drugs, zedenmisdrijven,…)
* doet ook uitspraak over gecorrectionaliseerde misdaden
- vind gerecht het verzachtende omstandigheden dan CR en niet Hof van Assisen
* misdrijven worden wanbedrijven genoemd (straffen tot 5 jaar)

28
Q

materiële bevoegdheid familie- en jeugdrechtbank

A

 Familie- en jeugdrechtbank
* familiale geschillen en jeugdzaken (afstamming, adoptie, huwelijk, echtscheiding, uitoefening ouderlijk gezag,…)
* minderjarige die strafbare feiten gepleegd hebben
Enkele juridische opties = jeugddelict vanaf 12 jaar
1. Instelling: half open (meer vrijheid, familiaal contact, school) of gesloten (strenger)
2. Onder toezicht wegens verontrustende (thuis) situatie
 Kan zonder jeugddelict te plegen
Bv. mishandeling, drugs, psychiatrische problemen
3. Na sociaal onderzoek: straf uitspreken of psychiatrische hulpverlening

29
Q

materiële bevoegdheid strafuitvoeringsrechtbank

A

 Strafuitvoeringsrechtbank
* beslist over uitvoering vrijheidsstraffen van meer dan 3 jaar
* oordeelt over veroordeelde recht heeft op: beperkte detentie, elektronisch toezicht of voorwaardelijke invrijheidsstelling
bv. drugsgebruik vrij op voorwaarde elke maand een drugstest af te leggen

30
Q

arbeidersrechtbank

A

o Arbeidersrechtbank
* Arbeidersrecht en sociale zekerheidsrecht
* Geschillen tussen werknemers en werkgevers over sociale zekerheid of over geweld, discriminatie, pesterijen..
o Ondernemingsrechtbank
* Alle geschillen tussen ondernemingen
Bv. geschillen uit oneerlijke concurrentie, faillissementen

31
Q

ondernemingsrechtbank

A
  • Alle geschillen tussen ondernemingen
    Bv. geschillen uit oneerlijke concurrentie, faillissementen
32
Q

Hof van Assisen

A
  • Hof van assisen
    o zwaarste misdrijven (moord, doodslag,…)
    o maar ook politieke misdrijven (gericht tegen instellingen van het land) bv. bestorming kapitaal Amerika, en drukpersmisdrijven
    o zijn allemaal misdaden (minimum 5 jaar gevangenisstraf)
    o geen permanent rechtscollege (wordt pas samengesteld wanneer beschuldigde naar assisen verwezen wordt)
  • occasioneel, niet elke dag open, tijdelijke rechtbank met volksjury
    o volksjury moet zich uitspreken over de schuldvraag
  • Kunnen meerdere schuldvragen zijn
    Bv. proces Julie Van Espen, drie schuld vragen
    1. Heeft hij ze gedood?
    2. Was het met voorbedachten rade?
    3. Heeft ze haar verkracht?
     Het was drie keer ja op de schuldvragen
     Rechter mag enkel beslissen bij gelijke stand
     Volksjury moet tussen 25-65 jaar zijn, 12 koppige jury
    o enkel beroep bij Hof van Cassatie (enkel procedurefouten)
  • kijken niet naar inhoud, volgens regels verlopen bv. papier niet correct ingevuld
33
Q

nadelen volksjury

A
  • slechte weerspiegeling van maatschappij bv. geen chirurgen, vaak geen mensen hogere klasse
  • weinig tot geen juridische kennis
  • bij slechte motivering kan het naar Hof van Cassatie gaan
  • zware verantwoordelijkheid, heel onderzoek moet mondeling opnieuw overlopen worden bv. politieagenten, onderzoeksrechter, lijkschouwer, procureur, broers, zussen,…
  • het duurt lang en kost veel geld
  • na doorverwijzing heel proces opnieuw overlopen
  • soms duidelijke schuld en toch zoveel geld voor het proces
  • kost maatschappij miljoenen
  • jury is emotioneel beïnvloedbaar, laten ze hun niet misleiden,… bv. kan van mening veranderen na discussie of door advocaten, rechter is hier beter tegen bestand
  • sommige zijn bang iets te zeggen
  • beïnvloeden door media = trial by media
    Kritiek van advocaten: openbaar ministerie = procureur is te machtig, want zit precies op hetzelfde niveau v. de rechter terwijl het ook een partij is
34
Q

voordelen volksjury

A
  • Je krijgt inzicht in het waarom (in woorden)
  • Het kan soms helend werken voor burgerlijke partij
  • Verhaal wordt vertelt en een langer proces kan ook beter helpen bij het verwerkingsproces om het hoofdstuk af te sluiten
  • Maatschappij wordt erbij betrokken en mag beslissen
35
Q

niveau rechtsgebieden

A

Hof van beroep
hier oordelen rechters een tweede en laatste keer over de feiten zelf of de grond van de zaak
deze beslissing kan niet meer aangevochten worden
alleen cassatieberoep is nog mogelijk
Arbeidshof
Beroep tegen beslissingen van de arbeidsrechtbank

36
Q

Hof van Cassatie

A
  • gaat de wettigheid van rechterlijke beslissingen na MAAR spreekt zich niet uit over de grond van zaak
  • kan enkel als er bepaalde vormvereisten of bepaalde rechtsregels niet zijn nageleefd
  • indien dit het geval is wordt de rechtszaak overgedaan in een ander rechtscollege
    deze oordelen opnieuw over de grond van de zaak
  • special forces meestal bedekt voor bescherming privé identiteit
37
Q

Raad van State

A
  • hoogste administratieve rechtbank voor als je het niet eens bent met een beslissing van de overheid
  • ze vragen zich vooral af of de wet correct is toegepast
  • kunnen administratieve handelingen schorsen of vernietigen als die strijdig zijn met de rechtsregels
  • vernietiging van een goedkeuring
    of vernietiging van een verbod
  • is vooral om burgers te beschermen tegen administratieve willekeur (=beschermende functie)

voorbeeld hoofddoek
heeft ook een adviesfunctie voor de wetgevende macht
advies voor voorstellen en ontwerpen van wetten, decreten,…
- niet bindend, hoef je niets mee te doen
- kijken of iets rechtvaardig is

38
Q

Grondwettelijk Hof

A
  • ziet toe op de naleving en bescherming van de fundamentele rechten en vrijheden van individuele burgers
  • spreekt zich uit over rechtsregels van de wetgevende macht (dus niet administratieve handelingen zoals Raad van State)
  • als zo’n wet in strijd is met de grondwet dan wordt deze vernietigd
  • treedt ook op bij bevoegdheidsverdeling tussen federale staat en deelstaten
    voorbeeld: vernietiging eindtermen onderwijs