Organische chemie

Question 1

Alkanen

Answer 1

moleculen met alleen C en H atomen met enkele bindingen - CnH2n+2 en zijn verzadigd. Apolair (laag kookpunt) brandbaar en weinig reactief

Question 2

substitutiegraad

Answer 2

hoeveel C zitten aan je C
primair (1 c groep) , secundair (2 c groepen), tertrair (3 groepen), quatenair (4 c groepen 0 H’s)

Question 3

alkenen

Answer 3

Minstens een dubbele binding - CnH2n. Onverzadigd, apolair, brandbaar, reactief

Question 4

alkynen

Answer 4

minstens 1 driedubbele binding - CnH2n-2.
Onverzadigd, apolair, brandbaar, reactief

Question 5

cycloalkanen

Answer 5

cyclische vorm, de moleculen zitten in een rondje aan elkaar vast - CnH2n. Apolair, brandbaar, weinig reactief.

Question 6

Aromaten

Answer 6

cyclische moleculen die om en om een dubbele binding hebben. Apolair, Brandbaar, geconjugeerdsysteem

Question 7

alcoholen

Answer 7

Alles met een OH-groepen. Primaire, secundair, tertiaire alocoholen. OH-groep zit vast aan C en aan de C zit 1,2 of 3 andere groepen aan vast. Polair (elektronegatieve O), H-bruggen (hoge kookpunt)

Question 8

kookpunten

Answer 8

alcoholen > Amines (1 > 2 > 3) = thiolen > ethers > alkanen

Question 9

oplosbaarheid van alcoholen

Ratio

Answer 9

door waterstofbruggen goed oplosbaar in verhouding C:O | 1:1 - 3:1. 5:1 en hoger slecht (groot gebied dat hydrofoob is)|

Question 10

Zure eigenschappen van Alcoholen

Answer 10

Zwak zuur | Ka 10^-15 alcoholen | fenolen Ka 10^-10 |

Question 11

ethers

Answer 11

alles met een R - O - R. (minder) Polair door elektronegatief atoom. Geen H-bruggen onderlinger.

Question 12

oplosbaarheid van ethers

eisen

Answer 12

Vormen met water wel H-Bruggen. Specifieke eisen: organische reacties, polair oplosmiddel, geen OH-groep.

Question 13

thiolen

Answer 13

SH - groep. niet polair S is niet elektronegatief. door oxideren > disulfide (zwavelbruggen)

Question 14

disulfides

Answer 14

R - S - S - R. Door reductie > thiolen

Question 15

Amines

Answer 15

Alles met een N. Medicatie/drugs, DNA. Primair secundair, tertiaire. Hoeveel C aan N vastzitten | 4 is quantanair amonium ion |
polariteit - elektronegatief N. Waterstofbruggen onderling (1 & 2), andere stoffen (3). Oplosbaarheid zie alcoholen

Question 16

Basische eigenschappen van amines

Answer 16

N- atoom is een basische groep, want door vrij elektronenpaar kan een H+ opgenoemen worden (sterk > zwak)
Nonaromatisch > ammonia > aromatisch

Question 17

Halogeenalkanen

Answer 17

C en H met een Halogeen - CnH2n+1X. Polair en oplosbaarheid is verschillend