Ontwikkelingstheorien Flashcards
Geef aan waarop de libido zich vastzet tussen deze jaren:
0-1 jaar
1-3 jaar
3-5 jaar
6-12 jaar
13-20 jaar
0-1 jaar:
orale fase (enkel aangeboren Es).
Mond staat centraal.
1-3 jaar:
anale fase (vorming Ich).
Anus als erogene zone.
3-5 jaar:
fallische fase (vorming über-Ich).
Belangrijk: het hebben of het niet-(meer)-hebben van een fallus. → oedipuscomplex
6-12 jaar:
latentiefase.
Periode van relatieve rust.
13-20 jaar:
genitale fase.
Gericht op seksuele omgang.
Leg uit: Oedipuscomplex
= kind wordt verliefd op ouder van het tegenovergesteld geslacht
Jongen wordt verliefd op zijn mama
- Moeder is object van kinderlijke liefdesdroom
- Relatie met vader
- Rivaliteit (castratieangst)
- Positieve gevoelens
- Ouders moeten laten weten dat dit niet kan
[vorming van het geweten (incestverbod) en identificatie ( = overnemen van de persoonseigenschappen van de andere en deze integreren in de eigen persoonlijkheid)
Bij meisje: drijfveer penisnijd (elektracomplex)
(Oedipus was een koningszoon uit de Griekse mythologie die zijn vader doodde en met zijn moeder trouwde)
Leg uit:
Het lijnmodel
Proces van continue verandering, zonder sprongen of bruuske overgangen.
Hierbinnen zijn er diverse varianten.
Wat zijn de 3 factoren die de ontwikkeling beinvloeden?
Aanleg
Omgeving
Zelfbepaling
Leg uit hoe aanleg de ontwikkeling kan beinvloeden
= Erfelijke eigenschappen (zowel mama als papa)
Ontwikkeling = van binnenuit gestuurd rijpingsproces (bijdrage omgeving is beperkt)
« omgeving bepaalt niet wat er ontwikkelt, maar enkel dat er een ontwikkeling kan plaatsvinden »
Voorbeeld: Brenda/David Reimer
Leg uit hoe omgeving de ontwikkeling beinvloed
= externe factoren (gezin, school, cultuur,…)
Kinderen hebben een omgeving nodig die hun emotioneel, verstandelijk en sociaal de ruimte geeft zich te ontplooien tot een zelfstandig individu (zowel uitdaagt als veilig is).
« erfelijkheid bepaalt niet wat er ontwikkelt, maar enkel dat er een ontwikkeling kan plaatsvinden »
zie bronfenbrenner: ecologische systementheorie
Leg uit:
Bronfenbrenner -> Ecologisch Systementheorie
Microsysteem:
personen en groepen waarmee het individu rechtstreeks in contact komt (bvb gezin)
Mesosysteem:
interacties tussen sommige van die instanties (bvb ouders staan positief tov wat de school van hun kind verwacht)
Exosysteem:
groepen of instituties waar het individu wel door beïnvloed wordt, maar zonder er rechtstreeks in contact mee te komen (bvb wonen in een dorp)
Macrosysteem:
bredere cultuur met haar waarden en gebruiken (bv een strenge traditionele samenleving)
Chronosysteem:
continue veranderingen in die verschillende beïnvloedingscirkels (bvb milieuramp)
Leg uit hoe interactionistische visie de ontwikkeling beinvloed
= voortdurende interactie/wisselwerking tussen omgeving en aanleg. (rijping + leren)
Pas op: niet te vroege stimulering vanuit het milieu (soms fysiologische rijping nog niet ver genoeg)
Leg uit hoe zelfbepalende factor de ontwikkeling beinvloed
Mens kan zelf richting geven aan zijn ontwikkeling.
Wat zijn de gevolgen van sociale isolatie?
Verklaar: Ontwikkelingsfasen
= perioden in het leven van de mens die worden gekenmerkt door specifieke gedragingen
Geef de 5 ontwikkelingsaspecten
Lichamelijke (fysieke) – en psychomotorieke ontwikkeling (fijne en grove motoriek)
Cognitieve (verstandelijke) ontwikkeling, gewetens – en taalontwikkeling
Emotionele ontwikkeling
Sociale ontwikkeling
Seksuele ontwikkeling
Geef de ontwikkelingsfasen van Erikson
Prenatale ontwikkeling
De pasgeborene (eerste levensweken) en de zuigeling (0 tot 1 jaar)
De peuter (1 tot 3 jaar)
De kleuter (3 tot 6 jaar)
Het schoolkind (6 tot 12 jaar)
De puber en de adolescent (12 tot 18 jaar)
Jongvolwassenheid en volwassenheid (van 18 tot 65 jaar)
De ouderdom (vanaf 65 jaar)
Definitie van Psychologie
De wetenschap die zich bezighoudt met de studie van het gedrag (zowel intern als extern) van individuen
Definitie Ontwikkelings- of Levenslooppsychologie
Studie van het gedrag (zowel intern als extern) doorheen de verschillende levensjaren