Important Stuff Adolescent Flashcards

0
Q

Wanneer volwassen?

A
biologisch invulling
vs
psychologische invulling
vs
maatschappelijk criterium
vs
juridisch criterium
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

Puberteit vs. adolescentie

A

Optie 1
Puberteit -> 12 tot 16 jaar. Lichamelijke veranderingen in samenhang met seksuele rijping (onevenwichtige fase, in de knoop liggen met zz, onberekenbaar t.a.v. anderen)

Adolescentie -> begin 16 jaar. Innerlijke problemen zijn achter de rug en men zoekt een plaats in de samenleving

Optie 2 = Angelsaksische literatuur
Puberteit -> fysiologische proces van de geslachtsrijping

Adolesentie -> hele periode (12-22 jaar)

  • vroege adolescentie (12/13 jaar - 14/15 jaar) -> negatieve kenmerken en moeilijk verwerkbare spanningen
  • midden adolescentie (14/15 jaar - 16/17 jaar) -> experimenteren keuzemogelijkheden
  • late adolescentie (16/17 jaar - 20/21 jaar) -> oplossing van moeilijkheden op verschillende terreinen - verplichtingen mbt maatschappelijke positie en persoonlijke relaties
  • eindfase (20/21 jaar - 24/25 jaar) -> studenten + vruchteloos wachten op werk (emerging adulthood)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is acceleratieverschijnsel?

A

jongeren maken tegenwoordig een snellere ontwikkeling door inzake groei en seksuele rijpheid dan enkele generatie geleden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Cognitieve ontwikkeling fases volgens freud

A

sensomotorische fase (0-2 jaar)
pre- operationele fase (2-7 jaar)
concreet- operationele fase (7-12 jaar)
formeel- operationele fase (12-15 jaar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

leg uit: formeel- operationele fase

A

Wetenschappelijk manier denken.
denken is abstract, nadenken over dingen die niet waarneembaar zijn en over gebeurtenissen die niet rechtstreeks ervaren worden. Nadenken over zaken die anders zijn dan op ze op dat moment zijn. Hypothetisch denken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kenmerken formeel-operationeel denken

A

nieuwe inhouden waarvan het denken zich bedient

  1. het gebruik van abstracte begrippen
  2. propositioneel denken (= logisch redeneren)
  3. het inschakelen van hypothese

denkproces zelf

  1. hypothetisch-deductief denken
  2. experimenteel denken
  3. combinatorisch denken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Beroepskeuze

A

fantasieperiode ( tot 11 jaar )

tentatieve keuzeperiode ( 11 tot 17 jaar )
realistische keuzeperiode (vanaf 17 jaar)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is hypothetisch deductief denken?

A

bij een probleem kunnen jongeren mogelijke oplossingen/verklaringen (hypothese) bedenken, dan gaan ze concrete voorspellingen afleiden (deduceren) en dan toetsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is combinarisch denken

A

op voorhand nagaan welke diverse combinaties van factoren er in aanmerking komen om er voor te zorgen dat geen enkele mogelijkheid over het hoofd te zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

geef 2 systemen om beslissingen te nemen

A

spontaan functioneren intuitief systeem
of
bedachtzaam analytisch systeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

leg uit elkind

A

imaginair publiek
en
persoonlijke legende

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

leg uit cognitieg egocentrisme

A

nieuwe denkstructuren worden nog onvoldoende beheerst en kan alleen vanuit eigen gezichtspunt worden toegepast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly