Ontwikkelingen en verstedelijking Flashcards

1
Q

In de groei van een stad kunnen verschillende ontwikkelingsfasen onderscheiden worden…Geeft de 4 ontwikkelingsfasen die wij bespreken?

A

Urbanisatie, suburbanisatie, desurbanisatie en re-urbanisatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de subrubanisatie?

A

Het veranderen van het wonen uit de stad, eerst naar de rand v de stedelijke agglomeratie, dan naar meer perifere gebieden. (= Plattelandsvlucht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bij wat ligt de oorzaak van de suburbanisatie?

A

Bij het verzorgen van het openbaar vervoer en de ontwikkeling van het privé-vervoer, gekoppeld aan lagere grond- en woningprijzen verder van de stedelijk centra.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat waren de pull-factoren voor mensen om naar de stadsrand te trekken?

A

Het groene land en de ruim geïnterpreteerde en laks toegepaste reglementering m.b.t. de Ruimtelijke Ordening.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat waren enkele push-factoren (= negatieve eigenschappen aan de stadskern) om te trekken naar de stadsrand?

A
De dichtbevolkte stedelijke agglomeratie. 
= het gebrek aan groen 
= druk van winkels en horeca
= veroudering van woningbestad
= ...
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de desurbanisatie?

A

De processen gelijk aan de suburbanisatie maar de agglomeratie zal haar bevolkingsaantal in sterke mate zien afnemen. Terwijl et stadsgeest even veel bevolking blijft behouden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bij desurbanisatie zijn de transportnetwerken sterk geregeld en de economische jobs hebben de centrale stedelijke zones geruild voor de stedelijke rand of voor omgevende, niet-stedelijke gebieden…Is desurbanisatie een negatief of positief proces?

A

Een zeer negatief proces.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke fase vormt de re-urbanisatie?

A

De fase van terugkeer naar de stad.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Door wat kenmerkt urbanisatie zich?

A

Door een sterke bevolkingsgroei in de 19e en begin 20e eeuw in de binnenstad.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat gebeurt er met de plattelandsbevolking door urbanisatie?

A

Ze moeten migreren naar stedelijke-industriële gebieden. Want de landbouw kon deze bevolkingsgroei niet dragen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly