Gevolg fronten (Zie bijlage p127) Flashcards

1
Q

Voordat een frontaal systeem passeert, zitten we eerst in een koude lucht. Het warmtefront komt langzaam dichterbij. Het warmtefront helt voorover. Helling is klein, zodat de warmte langzaam glijdt tegen de koude.

Naarmate het waterfront dichterbij komt,…

A

neemt de bewolking toe en valt er neerslag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Na het passeren van het warmtefront zijn we terecht bij het gebied tussen het warmtefront en het koufront, de warmte sector. Meteen na het warmte front stijgt de temp…Hoe zit het tijdens de warmtesector met de neerslag?

A

Het klaart soms op en blijft droog. Vaak is het bewolkt en valt er motregen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Als koudefront dichterbij komt neemt bewolking toe. De koude lucht dringt met grote kracht onder de warme lucht = de lucht stijgt. Dit gebeurt veel sneller dan bij het warmtefront waardoor de wolken grote hoogtes bereiken…Wat kan het gevolg hiervan zijn?

A

Bij momenten voor het koufront ontstaan hierdoor soms heftige regen- of onweersbuien. De wind draait tegen de wijzers van de klok in en het gaat veel harder waaien. De luchtdruk daalt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waneer waait het het hardst en is de luchtdruk het laagst? ( koufront komt dichterbij)

A

Als het koufront passeert. Doordat de wind sterk met de wijzers van de klok meer draait.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat vertoont een occlusiepassage?

A

De kenmerken van een koufront en een warmtefront.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly