Ontslag Flashcards
Kenmerken ontslag (4)
- Vormvrij
- Onherroepelijk + onvoorwaardelijk
- Ontslag op termijn kan niet
- Er is meetstal een opzegging
Voorwaarde ontslag wegens overmacht (2)
- Onmogelijkheid o AO uit te voeren
2. Afwezigheid van schuld
Beëindiging van AO voor het verstrijken van de termijn of voor voltooiing van het werk
Vergoeding betalen: resterende loon (maximaal de hypothetische ontslagvergoeding die gelijk is aan die van contact van onbepaalde duur)
TENZIJ: men opzegtermijnen naleeft
Nietigheid van de opzegging
HvC: onwettige opzegging zorgt voor onmiddelijk onrechtmatig ontslag, indien de WN dit inroept (opzegtermijn eindigt dan meteen)
→ kan tot schadevergoeding leiden
Ingang opzegtermijn + duur
Gaat in op de eerstvolgende maandag
→ duur hangt af van de anciënniteit
Tegenopzeg
WN kan na opzeg door WG, zelf een kortere opzeg geven (eg. indien hij reeds ander werk gevonden heeft)
Opzegtermijn hogere bedienden
Opzeg door WG: 1 maand per jaar anciënniteit (minimum 3 maand)
Opzeg door WN: 1,5 maand per 5 jaar anciënniteit (max 4-6 maand)
Ontslagcompensatievergoeding
Extrat vergoeding voor arbeiders, uitbetaald door de RVA, bij hun ontslag
Fasen ontslag om dringende redenen (2)
- Ontslag zelf (binnen 3 dagen)
2. Motivering (binnen 3 dagen na ontslag)
Impliciet onrechtmatig ontslag
Indien WG merkt dat de andere partij de wil heeft tot beëindigen van de AO (door eenzijdige wijziging AO)