Collectief Arbeidsrecht Flashcards
De 2 lagen van vakbonden
Koepelorganisaties en vakbonden
Voorwaarden representativiteit van vakbond (of koepelorganisatie) (3)
- Intersectoraal zijn
- Nationaal zijn
- Zetelen in nationale arbeidsraad (→ minstens 125.000 leden)
Stuctuur WN-organisaties
2 lagen:
- Koepelorganisatie VBO: Verbond der Belgische Ondernemingen
- Professionele bonden per bedrijfstak (aangesloten bij VBO)
Soorten overleg (2)
Gestructureerd: binnen wettelijke organen
Ongestructureerd
Functie PBO
= Publiekrechtelijke BedrijfsOrganisatie
→ regelt de sociale overlegorganen
Functie CRB
= Centrale Raad voor Bdrijfsleven
→ adviseert overheid over economische vraagstukken
Functie NAR
= Nationale ArbeidsRaad
→ CAO’s sluiten en Oh adviseren over sociale vraagstukken
Functie HRPBW
= Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk
→ welzijn van de werknemers
Bevoegdheden PC (4)
= Paritair Comité → CAO's sluiten → Geschillen WG-WN oplossen/voorkomen → Advies geven aan OH, NAR of CRB → Wettelijke taken vervullen
Basisregel bevoegdheid PC
→ Alle WN’s van eenzelfde bedrijf behoren tot het PC van de hoofdactiviteit van de onderneming
PC bij o’ming met gelijkwaardige activiteiten of filialen
→ WN’s zullen onder verschillende PC’s vallen
→ PC-shoppen
Vanaf wanneer moet een o’ming een OR hebben?
Vanaf 100 WN’s
2 onderdelen van een OR
- WG-delegatie
- WN-vertegenwoordiging
(2: verkozen en onderverdeeld in categorieën: werklieden, bedienden, jonge WN’s en kaderleden)
Technische bedrijfseenheid
→ relevantie voor OR
= onderdeel van o’ming dat een zekere autonomie verworven heeft
→ het kan dat 2 of meer o’mingen 1 technische bedrijfseenheid vormen → WN’s worden opgeteld voor vereiste OR
Vanaf wanneer moet een o’ming een CPBW hebben?
= Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk
→ vanaf 50 WN’s