Onderzoek Schouder Flashcards
specifieke inspectie
= bilateraal in stand of zit
- countouren schouder & aangrezende delen bovenarm & nekregio
- zwelling
- atrofie
- hypertrofie
- trofiek - abnormale huidverkleuringen en littekens
- stand & allignatie van
- hoofd vb: anteropositie
- schoudertop
- scapula vb: assymetrie & vleugelstand
- wervelkolom vb: thoracale kyfose
- humerus kop
- AC gewricht vb: luxatie - functionele evaluatie: 4 ADL opdrachten
- jas aan uit, haar kammen, gooien, bh sluiten…
- eerst gezonde zijde, dan vgl met aangedane - Oriënterende palpatie: actualiteit, locatie
- evaluerenTTTO temperatuur (met handrug), tonus, trofiek, omtrek/zwelling
! Vaak linken aan onderzoek cervicale wervelzuil!
functie onderzoek
1) actief onderzoek
- testen van contractiele & niet-contractieele structuren
- patient laten uitvoeren
- kijken naar PROMOCO = pijn, ROM, motivatie & coödinatie
- beginnen aan niet aangedane zijde = ALTIJD
2) passief onderzoek
- testen van niet-contractiele structuren
- zelf uitvoeren
- kijken naar PRET = pijn, ROM, eindgevoel (belangerijkst) & traject weerstand
3) weerstandsonderzoek
- testen van contractiele structuren & motorische bezenuwing
- kijken naar PK = pijn & kracht
- isometrisch = zeggen tegen patiënt
- kracht altijd recht op werkrichting zetten
actief BFO
in zit = lumbale compensaties te vermijden
bilateraal = meteen verschillen zien
van dorsaal observeren
- bilaterale anteflexie
- bilaterale abductie
- meteen ook testen adductie
- observatie scapulo-humeraal ritme
- nood voor exorotatie rond 90°
- begin vooral GH, einde vooral ST - exorotatie
- hand op nek leggen
- niet bilateraal
- kijken naar dorsale verplaatsing elleboog
- noteren tot welke wervel voor vergelijking - endorotatie
- hand op rug
- noteren tot welke wervel
passief BFO deel 1
in zit met onspannen schouders & onderarm in neutraal stand
- anteflexie
- achter pantient
- 1 hand fixeert schouder
- ander hand voert anteflexie uit vanuit elleboog - abductie
- achter patient
- 1 hand fixeert schouder
- ander hand voert abductie uit vanuit elleboog
- vanaf 90° in exorotatie brengen - glenohumerale abductie
- elleboog in 90°
- aan te onderzoeken zijde staan
- 1 hand palpeert angulus inferior scapulae
- ander hand op pols & met onderarm onderarm ondersteunen
- abductie tot punt waar scapula meebeweegt
passief BFO deel 2
- horizontale adductie opdelen
eerste deel
- elleboog in 90°, schouder in 90° abductie
- 1 hand op margo lateralis
–> voelen tot verplaatsing ≈ 90° (anders kapselverkorting)
- andere hand op pols & onderarm ondersteunen
tweede deel
- hand op andere schouder = volledig doortrekken
- belangerijk voor beoordeling scapulothoracaal systeem & provocatie AC-SC gewricht - axiale exorotatie
- elleboog in 90°
- lichaam T achter P, 1 arm over schouder elleboog fixeren
- andere hand op pols
- heup dorsaal tegen thorax
- elastisch eindgevoel - axiale endorotatie
- arm achter lichaam
- fixeren door arm ventraal over schouder & lichaam dorsaal
- elatische eindgevoel
weerstands BFO anteflexie/retroflexie
in zit
elleboog in 90°
achter patient
schouder fixeren met 1 hand
- anteflexie
- weerstand op gebalde vuist
–> aan insertie van bicep als beweging vanuit elleboog flexie komt
- test m. coracobrachialis, deltoideus pars claviculair & biceps CL
- enkel 1/2 uitvoeren op examen - retroflexie
- net boven olecranon weerstand geven
- test m. latissimus dorsi, deltoideus pars spinalis, teres major & triceps CL
–> flexie (M biceps brachii, M brachioradialis, M brachialis)/extensie (M triceps brachii) elleboog meenemen
= zelfde houding, weerstand boven/onder pols
weerstands BFO ab/adductie & exo/endorotatie
- abductie
- stabilisatie boven op schouder
- andere hand net boven elleboog lateraal
- test m. deltoïdeus & supraspinatus - adductie
- stabilisatie op homolaterale heup: crista iliaca
- andere hand net boven elleboog mediaal
- test m. latissimus dorsi, pectoralis major & teres major - exorotatie
- elleboog in 90°, arm in sagittaal vlak
- stabilisatie elleboog tussen hand & lichaam patient
- weerstand aan pols lateraal
–> mediaal bij endorotatie
test m. infraspinatus & teres major
–> m. subscapularis, pectoralis major, teres major & latissimus dorsi bij endorotatie
goniometrie metingen schema
- schouder actief = stand
- schouder passief = ruglig, geen abductie
- elleboog actief = zit
- elleboog passief
- flexie & extensie in ruglig
- pronatie & supinatie in zit - pols actief = zit
- pols passief = zit
SLT pectoralis major
- oriënterende spierlengte test
- in ruglig met gebogen benen
- abductie beweging tot volledige elevatie & exorotatie
- verkorting = kleinere ROM of lumbale lordose - specifieke SLT
- ruglig
- 90° adductie & exorotatie
- fixatie van sternum
- uitademen tijdens test
- mogelijke protractie beweing samen met verkorte minor
- verkorting = arm niet in horizontale vlak en verhoogde rekweerstand / pijn
- verkorting: endorotatie en adductiestand humerus + abductiestand scapula - differentiatie
- pars sternocostalis & abdomnialis = naar 135° adductie brengen
- pars claviculairs = naar 70°
SLT pectoralis minor
verkorting = mogelijke inklemming op A/V axillaris
- 1e oriënterende SLT
- ruglig met benen gebogen
- schouders in endorotatie anteflexie te laten uitvoeren
–> endorotatie door vingers in elkaar met handpalm naar buiten - 2e
- ruglig met armen naast lichaam
- kijken naar protractiestand - 3e
- ruglig
- ellebogen naast lichaam
–> bilaterale exorotatie - specifieke SLT
- op zij liggen
- achter & tegen patient staan voor stabilisatie
- 1 hand in oksel plaatsen met onderarm ondersteunen op arm
- andere hand dorsaal op scapula
- schouder naar elevatie & retractie brengen
- kijken naar compensaties wervel
- tijdens oriënterend en specifiek vragen om uit te ademen
SLT latissimus dorsi & teres major
- oritenterende SLT
- ruglig met benen gebogen
- bilaterale anteflexie vanuit exorotatie
- lumbale lordose - 1e specifieke SLT
- exorotatie vanuit 90° abductie
verkorting teres major
- exorotatie & abductie niet volledig mogelijk
- laterale verschuiving ban angulus inferior
–> margo lateralis fixeren
verkorting latissimus dorsi
- koppeling aan lateroflexie van romp
- afh van compensatie bekken fixeren
- ook letten op angulus inferior (palperen met niet-stabiliserende hand)
SKT deltoideus pars acromialis & supraspinatus
- anatomie
- F. abductie
- N. axillaris voor deltoideus & N. suprascapularis voor supraspinatus - waarde 3
- in zit arm naast romp
- elleboog 90° gebogen
- abductie tot 90° - waarde 4 & 5
- fixatie op scapula
- weerstand laterale zijde boven elleboog
- als exorotatie = tussenkomst biceps - waarde 2
- ruglig
- arm naast romp met elleboog in 90°
- aan hoofdzijde staan
- fixatie/voelen scapula over acromion
- ondersteuning zodat geen anteflexie moet doen - waarde 1 & 0
- palpatie lateraal prox 1/3
- palpatie insertie
- supraspinatus palperen door trapezius te ontspannen = hoofd heterolaterale flexie
SKT m. deltoideus pars clavicularis & coracobrachialis
gelijkaardig aan anteflexie met weerstand
- anatomie
- F. anteflexie
- N. axillaris voor deltoideus
- N. musculocutaneus voor coracobrachialis - waarde 3
- in zit
- elleboog in 90°
- anteflexie tot 90°
- compensatie biceps = exorotatie & supinatie - waarde 4 & 5
- weerstand net boven elleboog
- fixatie van scapula craniaal = compensatie serattus anterior & trapezius voorkomen - waarde 2
- aan rug zijde staan
- zijlig
- zelfde beweging
- pols met hand & onderarm met onderarm ondersteunen - waarde 1 & 0
- palpate ventraal op schouder
SKT m. deltoideus pars spinalis
- waarde 3
- buiklig
- abductie van 90° met onderarmen afhangend
- hor. abductie uitvoeren = beperkte ROM
- hoofd naar heterolaterale arm = compensatie trapezius en thoracoscapulair voorkomen
- elleboog 90° = compensatie triceps voorkomen - waarde 4 & 5
- fixatie scapula
- weerstand net boven elleboog - waarde 2
- in zit
- abductie 90° met onderarm ondersteund door therapeut
- elleboog gebogen om triceps uit te schakelen - waarde 1 & 0
- palpatie dorsaal aan spina
SKT m. latissimus dorsi & teres major
- anatomie
- F. retroflexie
- N. throacodorsalis voor LD
- N. subscapularis voor TM - waarde 3
- buiklig
- arm in volledige endorotatie (niet de functionele, gewoon arm naar binnen draaien)
–> blijven door hele beweging
- fixatie van scapula = voorkomen compensatie protractie - waarde 4 & 5
- weerstand net boven elleboog
- bij hoge weerstand mogelijk compensatie door exorotatie = triceps, endorotatie houden! - waarde 2
- zijlig
- onderarm ondersteunen: hand op elleboog & onderarm x onderarm
- ook endorotatie houden - waarde 1 & 0
- palpatie axillaire rand
–> hoog = TM, laag = LD