Goniometrie Flashcards
ik haat dit
1
Q
goniometrie metingen schema
A
- schouder actief = stand
- schouder passief = ruglig, geen abductie
- elleboog actief = zit
- elleboog passief
- flexie & extensie in ruglig
- pronatie & supinatie in zit - pols actief = zit
- pols passief = zit
2
Q
goniometrie anteflexie
A
- algemeen
- verwacht = 180°
- nulstand = parallel aan lichaam
- actief = stand
- passief = ruglig
- as-gewricht = midden van humerus kop - goniometer
- AS = 2,5cm caudaal van meest uitstekende deel acromion
- VAST = verticaal afhangend
- BEWEGEND = lengte richting naar epicondylus lateralis - actief met smartphone
- midden tussen acromion & epicondylus lateralis
- lengte richting van bovenarm - opmerkingen
- huid verschuiving bij uitvoering
- visuele controle = grotere meetfout
3
Q
goniometrie abductie
A
- algemeen
- verwacht = 180°
- nulstand = parallel aan lichaam
- actief = stand
- passief = /
- as-gewricht = dorsoventraal door midden van humerus kop - goniometer
- AS = 2,5cm caudaal van meest uitstekende deel acromion + 1cm naar achter
- VAST = verticaal afhangend
- BEWEGEND = olecranon - actief met smartphone
- midden tussen acromion & epicondylus lateralis
- lengte richting van bovenarm - opmerkingen = huidverschuiving
4
Q
goniometrie endorotatie
A
- actief = functionele evaluatie
- 1) hand in zij
- 2) hand in achterzak
- 3) hand op rug tussen achterzakken
- 4) hand op lumbale lordose
- 5) hand op BH hoogte ≈ horizontale onderarm
- 6) hand tussen schouderbladen - uitganshouding passief
- verwacht = 70°
- ruglig met 90 abdutie & arm naar plafond = nulstand
- as = verbinding caput humeri x capitulum humeri - goniometer
- AS = 1,5cm caudaal van hoek olecranon
- VAST = verticaal opstaand
- BEWEGEND = proc. styloideus ulnae - smartphone
- op dorsale zijde van laterale rand van ulna - opmerkingen = einde van ROM bij verschuiving van proc. coracoideus naar ventraal
5
Q
goniometrie exorotatie
A
- actief = functionele evaluatie
- 1) onmogelijk om handen in nek te plaatsen
- 2) handen in nek met ellebogen naar voor
- 3) handen in nek met ellebogen lateraal
- 4) handen op hoofd met ellebogen naar voor
- 5) handen op hoofd met ellebogen opzij
- 6) handen in nek met ellebogen omhoog - uitganshouding passief
- verwacht = 90°
- zelfde houding exo - smartphone
- op palmaire zijde van laterale rand van ulna
6
Q
goniometrie flexie & extensie
A
- algemeen
- verwacht = 150° flexie & 0-10° extensie
- actief = passief = zit
- nulstand = volledige extensie
- as = trochlea humeri naar capitulum humeri - goniometer
- AS = 1cm caudaal van meet uistekende punt epicondylus lateralis humeri
- VAST = meest lateraal punt acromion
- BEWEGEND = proc. styloideus radii - smartphone
- dorsale zijde ulna
- midden tussen olecranon & proc. styloideus
7
Q
goniometrie pronatie & supinatie
A
- algemeen
- verwacht = beide 90°
- actief = passief = zit
- nulstand = tussen pronatie & suptinatie
- as = trochlea humeri naar capitulum humeri - goniometer
- AS = ulnaire rand van distale uiteinde MC IV
- VAST = projectie evenwijdig met bovenarm
- BEWEGEND supinatie = palmarie zijde onderarm rond proc. styloideus ulnae
- BEWEGEND pronatie = zelfde plaats dorsaal - smartphone
- bewegend segment van goniometer
8
Q
goniometrie palmair & dorsiflexie
A
- algemeen
- verwacht = beide 80-85°
- actief = passief
- in zit, onderarm verticaal opstaand
- nulstand = radius & MC III in elkaar verlengde
- as = os pisiforme naar middden van os capitatum en naar scaphoideum - goniometer
- AS = goniometer ligt over pols
- VAST palmairflexie = epicondylus lateralis
- VAST dorsiflexie = epicondylus medialis
- BEWEGEND palmairflexie = midden MC III
- BEWEGEND dorsiflexie = tussen MC III & IV - smartphone
- op bewegend segment
9
Q
goniometrie radiale & ulnaire deviatie
A
- algemeen
- verwacht = 0-45° ulnaire deviatie, 0-20° radiale deviatie
- actief = passief
- in zit, liggend op tafel in pronatie
- nulstand = onderarm & MC III in elkaar verlengde
- as = loodrecht door midden van os capitatum - goniometer
- AS = tussen extensor indicis en carpi radialis brevis thv os capitatum
- VAST = verlengde van onderarm naar epicondylus lat
- BEWEGEND = MC III - smartphone = niet
10
Q
goniometrie duim
A
- MCP
- normaal 90° flexie & 30° extensie
- ulnaire zijde op tafel, neutrale onderarm
- AS = laterolateraal door MCP (goniometer as op MCP)
- VAST = volledig contact met os metacarpale dorsaal
- BEWEGEND = volledig contact met proximale phalanx - IP
- normaal 85° flexie & 20° extensie
- AS = over MCP, op IP
- VAST = volledig contact met proximale phalanx
- BEWEGEND = volledig contact met proximale distale
11
Q
goniometrie vingers
A
- MCP
- normaal 130° flexie & 10° extensie
- elleboog op arm vertricaal omhoog
- AS = over MCP
- VAST = volledig contact met os metacarpale dorsaal
- BEWEGEND = volledig contact met proximale phalanx - DIP/PIP
- normaal 90° flexie & 30° extensie
- AS = over PIP, DIP, as door caput proximale botstuk
- VAST = volledig contact met proximale phalanx/middelste
- BEWEGEND = volledig contact met proximale middelste/distale