OM Hoorcollege 9

Question 1

Onafhankelijke variabele

Answer 1

Dit is de factor die we gebruiken om iets te verklaren
Voorbeeld: motivatie in een onderzoek naar prestaties

• De onderzoeker kan deze factor veranderen of aan verschillende groepen toewijzen
  Voorbeeld: bijvoorbeeld een groep wel motiveren en een andere niet
• De verschillende toegewezen situaties worden ook wel “niveaus” van de onafhankelijke
  variabele genoemd.

Question 2

Afhankelijke variabele

Answer 2

Dit is de factor waarvan we willen weten hoe deze reageert (zoals prestaties) en die we niet zelf veranderen.
De afhankelijke variabele is wat we observeren of meten om te begrijpen hoe het reageert op veranderingen in
de onafhankelijke variabele, maar we veranderen het niet actief zoals we dat wel doen met de onafhankelijke
variabele.
- We zijn geïnteresseerd in hoe deze variabele zich gedraagt onder invloed van de onafhankelijke variabele

Question 3

Interne validiteit

Answer 3

Mate waarin een onderzoeksopzet toestaat dat er causale conclusies getrokken kunnen worden.

Andere mogelijke verklaringen moeten worden uitgesloten.
interne validiteit gaat over de vraag of je conclusies over oorzaak en gevolg binnen het onderzoek juist zijn.

Question 4

We kunnen onze onderzoeksopzet zo inrichten dat we dit soort problemen voorkomen bijvoorbeeld door te kijken naar selectie, wat houdt dit in?

Answer 4

• Reeds bestaande verschillen tussen individuen
• Verschillen tussen groepen
• Participanten niet zelf condities laten kiezen

Question 5

We kunnen onze onderzoeksopzet zo inrichten dat we dit soort problemen voorkomen bijvoorbeeld door , wat houdt dit in?

Question 6

Covariatieprincipe

Answer 6

Dit beschrijft hoe mensen de oorzaken van gedrag of gebeurtenissen identificeren door verbanden (covariatie) tussen mogelijke oorzaken en het gedrag te analyseren. Dus mensen zijn bv boos op virologen (corona)

Question 7

Ecological falacy

Answer 7

Een logische fout die optreedt wanneer je conclusies trekt over individuen op basis van groepsgegevens of -statistieken. Het ontstaat doordat gegevens op groepsniveau niet altijd gelden voor de afzonderlijke leden van die groep.

Question 8

Conformation bias (bevestigingsbias)

Answer 8

Het verwerken van nieuwe informatie op een manier die bestaande overtuigingen verwerkt.

Question 9

Generalisatiefout

Answer 9

Een logische fout waarbij iemand te snel of onterecht een algemene conclusie trekt op basis van te weinig of niet-representatieve gegevens. Het is een vorm van incorrect redeneren waarbij individuele gevallen, uitzonderingen, of kleine steekproeven worden gebruikt om een algemene regel of waarheid te claimen.