OM hoofdstuk 5 Flashcards

1
Q

Eenheid van analyse

A

specifieke niveau waarop onderzoekers gegevens verzamelen, analyseren en conclusies trekken. Het kan verschillende niveaus hebben, afhankelijk van het onderzoeksdoel en de vragen. Dit niveau kan variëren van individuen tot grotere eenheden, zoals klassen, scholen, steden, of zelfs hele landen. Voorbeelden:
- Individueel niveau , gegevens verzamelen over een leerling zijn groei
- Hogere niveau , hele school, waarbij gegevens worden verzamelend en geanalyseerd op schoolniveau
- Nog hoger niveau, hele land/regio.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geaggregeerde data

A

Gegevens over groepen, samengestelde data.
Voorbeeld: Als we gegevens verzamelen over de inkomens van mensen in verschillende steden, kunnen we
deze gegevens samenvoegen en een gemiddeld inkomen per stad berekenen. Op deze manier krijgen we een
overzicht van inkomensniveaus op het niveau van de stad, in plaats van individuele inkomens van elk individu
afzonderlijk te bekijken.

Hangt af van: onderzoeksvraag & beschikbare data

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Engaged research

A

Dit verwijst naar een benadering van wetenschappelijk onderzoek waarbij onderzoekers actief samenwerken met externe belanghebbenden, zoals gemeenschappen, beleidsmakers, bedrijven, of maatschappelijke organisaties, om gezamenlijk kennis te ontwikkelen en maatschappelijke impact te vergroten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Error of generalisation

A

Analyse-eenheid niet hetzelfde als eenheid van generalisatie
* men neemt vaak aan dat wat op groepsniveau geldt ook geldt voor
individuen (of andersom)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Ecological falacy

A

Dit gebeurt wanneer je conclusies over individuen trekt op basis van gegevens op groepsniveau.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Multilevel approaches

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Epidemiologie

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Randomisatie

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Demand charasteristics

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom is randomisatie belangrijk?

A
  • Gelijke verdeling van andere variabelen
  • Toeval (ze worden volledig willekeurig ingedeeld)
  • Grootte van de groepen , randomisatie werkt het beste bij voldoende grote groepen. Bij kleine
    groepen kan toeval een grotere rol spelen en zijn de resultaten minder betrouwbaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de voordelen van randomisatie?

A
  • Confounders uitsluiten
  • Beter iets kunnen zeggen over oorzaak- gevolg
  • Verbetert interne validiteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de nadelen van randomisatie?

A
  • Praktisch moeilijk uitvindbaar
  • Beperkte reikwijdte (veldonderzoek heeft een smalle focus)
  • Het vertelt niet hoe een onderzoek beter gemaakt kan worden, alleen of het werkt.
  • Onethisch (de controlegroep de gewenste behandeling ontnemen, de behandelingsgroep onderwerpen aan twijfelachtige behandelingen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Jigsaw classroom (voorbeeld van veldonderzoek)

A

Eerst quasi-experiment, later gerandomiseerd experiment). Het idee dat dat de docent elk leerling een taak geeft, waardoor iedereen belangrijk is. Buitenbeentjes werden geen buitenbeentjes meer, en de leerlingen kregen een beter zelfbeeld.

Kanttekening: Docenten die meededen waren hadden zelf het initiatief getoond om mee te doen. Het kan dus zijn dat dat die docenten gewoon goede docenten zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Een voorbeeld van veldonderzoek is het doen van vrijwilligerswerk, kun je hier meer over vertellen?

A

Dit gaat over hoe en waarom mensen ervoor kiezen om vrijwilligerswerk te
blijven doen. Om dit te begrijpen, maken ze gebruik van een ‘structural equation modeling’. Ze verzamelen veel gegevens, zoals antwoorden op vragenlijsten. Ze proberen vervolgens een verhaal of een patroon te vinden in al die gegevens. Ze kijken naar de scores die mensen hebben gegeven en proberen op basis daarvan een model te maken, een soort schema dat laat zien hoe verschillende dingen met elkaar te maken hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Effect bijscholen op recidivisme (voorbeeld van veldonderzoek)

A

Dit onderzoek gaat over het geven van extra lessen aan mensen die in de
gevangenis zitten om te zien of ze minder vaak opnieuw criminele dingen doen nadat ze vrijgelaten zijn. Wat ze ontdekten, was dat van de mensen die de extra lessen volgden, maar heel weinig (slechts 7%) weer in de gevangenis belandden. Bij de mensen die de extra lessen niet volgden, was dit veel meer (30%). Dit suggereert dat de extra lessen kunnen helpen om te voorkomen dat mensen opnieuw in de problemen komen nadat ze uit de gevangenis zijn vrijgelaten.

Kanttekening: Maar de onderzoekers moesten ook nadenken over andere dingen die misschien een rol
speelden. Ze vroegen zich af waarom sommige mensen wel naar de lessen gingen en andere niet. Het zou kunnen zijn dat de mensen die naar de lessen gingen, minder ernstige overtredingen hadden gepleegd dan degenen die niet gingen. Dus, naast de lessen, waren er misschien nog andere redenen waarom sommige
mensen niet opnieuw in de problemen kwamen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Engaged research

A

een benadering van onderzoek waarbij de onderzoekers actief samenwerken met mensen van de praktijk , zoals gemeenschappen, bedrijven, overheden, non-profitorganisaties, of andere belanghebbenden, om gezamenlijk kennis te ontwikkelen, problemen aan te pakken en impact te creëren.

17
Q

Hawthorne effect

A

Mensen veranderen hun gedrag simpelweg omdat ze aandacht krijgen en omdat ze weten dat ze meedoen aan een onderzoek.

18
Q

Confounding (bias)

A

een situatie in onderzoek waarbij een externe variabele (de confounder) de relatie tussen de onafhankelijke variabele (de “oorzaak”) en de afhankelijke variabele (het “effect”) verstoort.

19
Q

Hoe kun je omgaan met confounding?

A
  • Door randomisatie toe te passen
  • Verwerken in het onderzoeksdesign (mogelijke confounders minimaliseren)
  • Statistische controle (bij verwachting: van te voren bedenken en meten tijdens je onderzoek)
20
Q

Wat zijn de voordelen van veldonderzoek?

A
  • Contact met locals
  • Minder demand characteristics (ze passen hun gedrag aan, aan wat ze denken dat onderzoekers van hen verwachten
  • Minder ‘translational’ problemen (je hoeft je bevindingen niet meer naar de praktijk te vertalen want je bent al daar waar het gebeurd.
21
Q

Demand characteristics

A

Deelnemers passen hun gedrag aan wat ze denken dat de onderzoeker van hen verwacht. Dit kan de resultaten van het onderzoek vertekenen, omdat deelnemers zich mogelijk niet natuurlijk gedragen, maar proberen te voldoen aan de veronderstelde “doelen” van het onderzoek.

22
Q

Translational onderzoek

A

Een proces waarbij bevindingen uit fundamenteel (basisonderzoek) of klinisch onderzoek worden vertaald naar praktische toepassingen, zoals nieuwe medicijnen, therapieën, of beleidsmaatregelen.

23
Q

Wat hoort er bij: rekening houden met de cultuur?

A
  • Bewust zijn van mogelijke cultuurverschillen
  • Interpretatieverschillen
  • Replicatie in andere landen/ culturen soms lastig
24
Q

Wat zijn de redenen om community researchers in te zetten?

A
  • Geloofwaardigheid in de gemeenschap
  • Makkelijker contact met de gemeenschap
  • Onderzoek serieus genomen door de gemeenschap
  • Gegevens van hogere kwaliteit (begrip van de cultuur)
25
Wat zijn de nadelen vergeleken met academische onderzoekers?
- Beperkte onderzoeksvaardigheden - Minder bekend met theorie (minder interesse) - Community researchers kunnen soms minder lang betrokken blijven bij het onderzoek
26
Wat is het belang van engaged research?
- Regelmatig voorwaarde voor onderzoeksubsidie - Verspreiding van kennis, onderwijs en algemeen welbevinden - De burger laten weten wat we doen (mensen betalen belasting daarvoor) - Antwoord op kritiek - Geeft theorie fundament in praktijk
27
Waarom speelt in engaged research een belangrijke rol?
- Traditioneel perspectief, theorieën en concepten zijn van groot belang. Ze vormen het fundament van het onderzoek. - Constructivisten, daarentegen geloven dat het zoeken naar universele wetten beperkend kan zijn en dat begrip van de lokale omgeving belangrijker is. Ze richten zich op lokale theorieën. Maar zelfs als we lokaal denken, blijft theorie belangrijk. Door te begrijpen hoe, wanneer en voor wie iets werkt, kunnen we die kennis gebruiken in nieuwe situaties. Praktische inzichten uit onderzoek, zelfs als ze gebaseerd zijn op lokale contexten, kunnen ze nuttig zijn in bredere situaties. Dus, theorie helpt ons om te begrijpen en te leren van wat werkt in verschillende omstandigheden
28
Systematic error
29
Repsonse error
30
Random error
31
Contrast error