Oefententamens Flashcards
De ontvangers van elektrochemische signalen op neuronen heten
Dendrieten
Bij de niet-specifieke afweer van het menselijk lichaam spelen zogenaamde fagocyten een belangrijke rol.
Welke van de volgende uitspraken is een voorbeeld van secundaire appraisal?
‘Met behulp van een vriend los ik dit probleem gemakkelijk op.’
Een belangrijke overeenkomst tussen de fight-flight theorie van Walter Cannon en het General Adaptation Syndrome van Hans Selye is dat beide theorieën
stress definiëren als een biologische respons.
Stress kan gemeten worden met vragenlijsten over levensgebeurtenissen (life events) en dagelijkse problemen (daily hassles) of opkikkers (daily uplifts).
Welk van deze concepten heeft de zwakste samenhang (positief of negatief) met gezondheid?
dagelijkse opkikkers (daily uplifts)
Welke uitspraak is juist volgens de ‘bufferhypothese’ van sociale steun?
De gunstige effecten van sociale steun zijn pas merkbaar als je aan stressoren blootstaat.
Welke begrippen zijn onderdeel van de definitie van coping zoals in het tekstboek gegeven?
waargenomen discrepantie, omgevingseisen, eigen capaciteiten
Welke van de volgende beweringen wat betreft de relatie tussen genetische factoren en gezondheidsgedrag is juist?
Genetische factoren beïnvloeden sommige gezondheidsgedragingen.
Verwachtingen over de eigen capaciteiten om het gewenste gedrag uit te voeren, maken géén deel uit van
het Health Belief Model.
Welke van de volgende beweringen over gezondheidsbevorderingsprogramma’s is juist?
Onder rokers die willen stoppen met roken is voorlichting via de massamedia een effectieve methode gebleken in het bewerkstelligen van een eerste stoppoging.
Welke van de hieronder genoemde zaken zijn niet bewezen als effect van lichaamsbeweging?
gewichtsverlies/stressreductie/toename self-efsteem zijn allemaal bewezen effecten van lichaamsbeweging
Chronisch ongemak dat een psychogene oorzaak heeft, wordt aangeduid met de term
somatoforme stoornis.
De kosten van zorg in Nederland zijn hoog. Wat zijn deze kosten, uitgaande van de cijfers uit 2019?
97 miljoen
Wat is een belangrijk doel van biofeedbackinterventies voor chronisch zieken?
inzicht krijgen in lichamelijke veranderingen
Welke van de volgende bronnen van stress is volgens Hinton typisch voor terminale patiënten?
depersonalisatie (depersonalisation) door artsen
Voor en nadelen meetmethodes
Zelfrapportage:
sterk- gemakkelijk en snel
zwak - goede kennis van taal vereist (moeilijk voor kinderen/buitenlanders, gehandicapten)
Gedragsmetingen:
sterk- naast meting van pijn, ook impact op leven/sociale context
zwak- discrepantie tussen eigen meting en meting van buitenstaander
psychofysiologische metingen:
sterk: sluit subjectiviteit zo veel mogelijk uit
zwak: de waargenomen fysiologische veranderingen kunnen ook door iets anders zijn veroorzaakt
Fear Avoidance Model
in geval van pijn vermijdt de pati:ent vaak activiteiten waarvan zij verwacht dat ze zullen leiden tot verergering van de pijn (effectief in acute fase, op langere termijn kan dit juist leiden tot fysieke complicaties; bewegingsarmoede bevordert namelijk de ontwikkeling van het Disuse Syndrome, een progressief proces waarbij geatrofieerde spieren gemakkelijker geïrriteerd raken en pijn veroorzaken)
Interventie Cyclus
Diagnosefase: probleemanalyse/gedragsanalyse/determinantenanalyse
Voorbereidingsfase: keuze van interventie of ontwikkeling van interventie
Implementatiefase: Implementatie van de interventie en continuering van de interventie
Evaluatiefase: Effect evaluatie en procesevaluatie
Klassieke Conditionering
een ogenschijnlijk neutrale stimulus wordt herhaaldelijk gevolgd door een onprettige respons, waardoor de stimulus op een gegeven moment automatisch de ontprettige respons uitlokt. De neutrale stimulus is een geconditioneerde stimulus geworden. De onprettige respons is een geconditioneerde respons geworden
Operante Conditionering
Pijn heeft onbedoelde en bedoelde gevolgen die het gedrag kunnen versterken, dwz dat de kans op herhaling van het gedrag toeneemt (aandacht/geruststelling)
Pijndimensies
1) sensorisch
2) emotioneel
3) cognitief
4) fysiologisch
5) gedrag
Verschil Theorie en Model
theorie is meer algemeen en universeel, maar daardoor vaak ook abstracter en moeilijker toe te passen.
een model is vaak een concretisering of toepassing van een aantal theoretische vooronderstellingen
Gedragsverklaringsmodellen : Sociaal-Cognitieve Theorie (Bandura), opvolger van Sociale Leertheorie
menselijk gedrag wordt in vergaande mate bepaald door de verwachtingen die men van een gedrag heeft.
- situation-outcome expectancies
-action-outcome expectancies
- self-efficacy
– de verschillende aspecten zijn elkaars determinanten (wederzijds determinisme/reciprocal determinism) - gedrag-persoon-omgeving
Ander belangrijk aspect: mensen kunnen niet alleen leren doordat zij zelf het gedrag uitvoeren, maar zij kunnen ook leren door anderen te observeren (models/modelling) en zien welke consequenties hun gedrag heeft
Self Control is Centraal in het menselijk functionerenT
Reasoned Action Approach Model (verschil is daadwerkelijke controle) en Theory of Planned Behavior (verschil is intentie) komen voort uit
Theory of Reasoned Action
Reasoned Action Approach - wortd gesteld dat gedrag het best te voorspellen is door mensen te vragen of zij van plan zijn om dat gedrag te vertonen (Gedrags intentie)
Gedragsintentie wordt bepaald door 3 determinanten
1) Attitude
2) Perceived NOrm (opvatting van anderen) - Subjective Norm (wat hoor ik te doen) + Descriptive norm (wat denk ik dat anderen doen)
3) Perceived Behavioral Control
ASE model (Attitude - Sociale Invloed - Eigeneffectiviteitsverwachting)
wordt gebruikt als basis voor de ontwikkeling van interventies, om gezond gedrag te bevorderen. Verschilt op 2 punten van THeory of Planned Behavior:
- Sociale Invloed (subjectieve norm/sociale steun/modelling) ipv Subjectieve Norm
- geen sprake van waargenomen gedragscontrole, maar eigen-effectiviteitsverwachting
Health Belief Model
Verklaren waarom mensen niet mee doen aan programma’s gericht op preventie of vroege opsporing van ziekte
- het besluit van mensen om bepaald gezond gedrag te vertonen wordt bepaald door de ervaren gezondheidsdreiging en de evaluatie van het aanbevolen gedrag
- cue to action, duwtje in de rug voor preventieve actie
Protectie Motivatie Theorie (adaptieve respons/ maladaptieve respons)
onderscheidt twee processen die het gevolg kunnen zijn van de ervaring van een bedreiging van de gezondheid:
1) een proces dat gericht is op het inschatten van de dreiging
2) een proces dat gericht is op het inschatten van de mogelijkheden om met de dreiging om te gaan (inschatting van eigen copingsstrategieën)
Ecologische modellen leggen de nadruk op de rol van de omgeving
deze modellen worden gekenmerkt door 4 modellen:
1) Meerdere typen van omgevingsinvloeden op gedrag
2) meerdere niveaus van omgevingsvloeden op gedrag
3) Interacties tussentypen en niveaus van omgevingsinvloeden
4) directe invloed van omgeving op gedrag
imitatiegedrag = behavioral mimicry
ANalysis Grid for Environments Linked to Obesity - ANGELO Model
obesogene omgevingen in kaart brengen.
Richt zich op omgevingsdeterminanten van gedrag dat leidt tot hoge energie inname en/of tot laag energiebverbruik
Micro/macro niveau
Environmental Research framework for weight Gain prevention (EnRG)
dual systems raamwerk; gedrag dat leidt tot gewichtsstijging (energiebalansgerelateerd gedrag) zowel op cognitieve/beredeneerde manier tot stand kan komen (dus door persoonlijke determinanten), alsook een direct gevolg kan zijn van veranderingen in de omgeving