Oefententamen 1 Flashcards

1
Q

In hoofdstuk 1 van het boek wordt Eysenbach’s definitie van eHealth gebruikt.
Welke uitspraak vat het kernelement van zijn definitie van eHealth het beste samen?

A

eHealth vraagt om een andere manier van denken en een andere houding van professional en patiënt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

In hoofdstuk 1 van het boek wordt een holistische benadering van de ontwikkeling en evaluatie van eHealth benaderd.
Wat houdt een holistische benadering van eHealth in volgens het boek?

A

Een holistische benadering erkent de onderlinge verbanden en onderlinge afhankelijkheid van technologie, mensen en context in eHealth, waarbij ze worden behandeld als integrale onderdelen van een groter geheel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

In studietaak 1.2 en hoofdstuk 2 van het boek wordt aangegeven dat de rol van gezondheidspsychologen bij eHealth steeds belangrijker wordt door een verschuiving in perspectief met betrekking tot gezondheid. Wat is de verschuiving?

A

Gezondheid wordt steeds meer gezien als een toestand van volledig fysiek, geestelijk en sociaal welbevinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn voordelen van systematische raamwerken (frameworks), voor het ontwikkelen van eHealth-interventies?

A
  • Ze bieden een gestructureerde aanpak met duidelijke stappen en richtlijnen voor interventieontwikkeling.
  • Ze bieden een raamwerk dat gebaseerd is op een brede selectie van gedragsveranderingsmodellen en -theorieën.
  • Ze vergemakkelijken de ontwikkeling van repliceerbare interventies.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Volgens Coenen en Waringa (2018) in hun hoofdstuk ‘Een overzicht van de wereld van eHealth’ (thema 2.1) zijn de mogelijke indelingsprincipes van eHealth:

A

het zorgproces, de gebruiker en de soort technologie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Volgens hoofdstuk 3 van het leerboek eHealth research, theory and development is de juiste volgorde van de vier fasen van de zogenaamde evolutie van eHealth-technologieën:

A

prescriptive (face to face, bellen, brochures, mail), descriptive (internet, bellen, multimedia), environmental (wireless sensors, body area networks, mobile sensing), automated (genetic integration, pervasive sensing).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

In opdracht 2.2.1 leerde je wat de verschillen en overeenkomsten waren tussen eHealth-interventies voor public health en voor behavioral medicine. Wat zijn overeenkomsten?

A
  • Beide zijn self-guided of semi-self-guided.
  • Beide zijn meestal gebaseerd op bestaande effectieve face-to-face-interventies of behandelingen.
  • Beide maken gebruik van interactieve elementen zoals audio- of videofragmenten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Volgens het artikel van Bergmo (2015) ‘How to measure costs and benefits of eHealth interventions: an overview of methods and frameworks’ is kosten-effectiviteitsanalyse van eHealth-interventies belangrijk omdat

A

er dan, als de interventie kosteneffectief blijkt, meer in zal worden geïnvesteerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

In het artikel van Orji et al. (“Tracking feels oppressive and ‘punishy’: Exploring the costs and benefits of self-monitoring for health and wellness”) werden verschillende voor- en nadelen van zelfmonitoring genoemd.

A
  • Zelfmonitoring engageert de gebruikers, moedigt hen aan na te denken over hun gedrag en stelt hen zo in staat om geïnformeerde beslissingen te nemen.
  • Zelfmonitoring levert nuttige informatie op over hoe het gewenste gedrag kan worden bereikt.
  • Zelfmonitoring begeleidt mensen en helpt hen hun gezondheid en welzijn in eigen hand te nemen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

In het artikel van Peek et al. (2016) ‘What it takes to successfully implement technology for aging in place: focus groups with stakeholders’ worden vier hoofdcriteria genoemd voor succesvolle implementatie van domotica bij ouderen.

A
  • User-centeredness (gericht op gebruiker): de behoeften en wensen van de ouderen krijgen prioriteit tijdens de ontwikkeling en inzet van de technologie, de ouderen is ‘in control’ van de techniek, er wordt rekening gehouden met de privacy van de ouderen.
  • Acceptance (acceptatie): de technologie wordt geaccepteerd door de ouderen. Ze genieten van het gebruik van de technologie, ze gebruiken de technologie regelmatig en ze zijn trots op het gebruik van de technologie.
  • Benefits (voordelen): de techniek levert de ouderen voordelen op. De techniek verbetert de kwaliteit van leven, het ondersteunt op zichzelf wonen, biedt geruststelling.
  • Prerequisites (voorwaarden): er moeten gunstige voorwaarden aanwezig zijn voor het gebruik van technologie door ouderen. De technologie is makkelijk te gebruiken, betaalbaar, betrouwbaar en technische hulp is beschikbaar.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

In hoofdstuk 5 van het tekstboek worden verschillende typen eMental health-interventies genoemd. Een daarvan zijn internetwebsites voor de behandeling van psychosociale problemen.
Welke uitspraak over internetwebsites is correct?

A

Dit type interventie vraagt om veel zelfdiscipline van de gebruikers en heeft daarom vaak een hoge uitval.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

In studietaak 2.3 heb je geleerd welke factoren invloed hebben op de effectiviteit van internet-based cognitive behavioral therapy (ICBT) bij depressie. Hierbij is de effectiviteit van guided ICBT, unguided ICBT en geen interventie vergeleken.
Welke conclusie werd hierbij getrokken?

A

Guided ICBT is effectiever dan unguided ICBT direct na de behandeling (posttreatment)

De auteurs concluderen dat unguided en guided ICBT – zowel op de korte termijn (na zes maanden) als lange termijn (na twaalf maanden) – effectiever zijn dan geen interventie. Guided ICBT is effectiever dan unguided ICBT direct na de behandeling (posttreatment), maar op de korte en lange termijn is er geen duidelijk verschil in effectiviteit tussen unguided en guided interventies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Voor welke mensen lijkt eMental health minder geschikt?

A

voor mensen met laaggeletterdheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

De CeHRes Roadmap is gebaseerd op verschillende methoden, raamwerken en modellen. Waar is de map op gebaseerd?

A

Business modelling, participatory development, persuasive design

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Een van de uitkomsten van de waardenspecificatie (value specification) zijn de design requirements (concrete eisen).

A
  • Content requirements: they state what information the technology should present to the user

Usability and user experience requirements: concerns the user perspective and specify the interface and interaction design of technology

  • Functional and modality requirments: Vanuit programmeur perspectief, hoe de technology werkt
  • service requirments: hoe de service georganiseerd is, bijvoorbeeld een helpdesk

organizational requierments: de integratie van een interventie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Volgens de Diffusion of innovation theory kunnen bepaalde kenmerken van een technologie bijdragen aan een succesvolle implementatie.
Wat zijn de kenmerken?

A
  • Relative advantage
  • Complexity
  • Compatibility
  • Triability
  • Observability
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is het doel van een contextanalyse in eHealth-ontwikkeling?

A

een grondig inzicht krijgen in de toekomstige gebruiker, stakeholder en hun omgeving

18
Q

Welke definitie van stakeholders wordt in het boek genoemd?

A

Stakeholders zijn elke groep of elke persoon die invloed kunnen (kan) hebben of worden (wordt) beïnvloed door eHealth-technologie.

19
Q

In hoofdstuk 10 van het boek wordt uitgelegd wat human-centered design (HCD) is. Die beweringen:

A
  • Het testen van prototypes gebeurt binnen HCD veelal via spiral design models waarbij eerst lo-fidelity en later high-fidelity prototypes worden geëvalueerd.
  • De binnen HCD gebruikte iteratieve ontwerpprocessen stellen ontwerpers in staat om voortdurend feedback te verzamelen en het ontwerp stapsgewijs te verbeteren.
  • HCD is een benadering die zich richt op het ontwikkelen van eHealth-technologieën die aansluiten bij de behoeften en ervaringen van gebruikers.
20
Q

Welk type prototype is het meest geschikt tijdens de design refinement fase

A

digitaal prototype

Early concept -> sketch, storyboard, paper prototype

Early planning -> sketches, wireframes, mockups

Design refinement -> low-fidelity mock-ups, digital prototypes

Mid design -> high-fidelity mock-ups with interaction developed

Late design/post release -> full product

21
Q

PSD-model technieken:

A

Primary task support: reduction, tunneling, tailoring, personalization, self monitoring, simulation, rehearsal

Dialogue support: praise, rewards, reminders, suggestions, similarity, liking, social role

Credibility support: trustworthiness, expertise, surface credibility, real-world feel, authority, third-party endorsements, verifiability

Social support: Social learning, social comparison, normative influence, social facilitation, cooperation, competition, recognition

22
Q

Wat is het doel van formatieve evaluatie in de ontwikkeling van eHealth?

A

technische problemen met eHealth-technologieën identificeren

23
Q

Welke van de volgende uitspraken is juist over RTC’s en eHealth-toepassingen?

A

RTC’s geven geen informatie of de onderliggende theorie voor de eHealth-toepassing geschikt is.

24
Q

Voor implementatie van een dergelijke app moet aan een aantal eisen voldaan zijn. Hieronder worden enkele mogelijke eisen genoemd.

A

De app moet voorzien zijn van een CE-markering.
De patiënt moet toestemming geven voor gebruik en mag weigeren.
Er moet een risicoanalyse zijn gedaan.

25
Q

Aan die apps c.q. systemen worden ethische eisen gesteld.

A

Het systeem moet transparant/inzichtelijk zijn voor de patiënt wat betreft belangen van betrokkenen en zaken rondom privacy.

Er moet respect zijn voor het zelfbeschikkingsrecht en de lichamelijke integriteit van de patiënt.

Het systeem moet effectief en proportioneel zijn.

26
Q

Wat is het hoofddoel van het RE-AIM framework?

A

het bepalen van de impact van gezondheidsinterventies

27
Q

Wat is het advies van de RVS aan het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) over de bekostiging voor digitale zorg voor bestaande aanbieders?

A

Maak de versoepelde declaratieregels voor digitale zorg permanent en creëer nieuwe vormen van bekostiging voor zorgtransformatie

28
Q

Onder welk domein van het Consolidated Framework for Implementation Research (CFIR) vallen invloeden vanuit het overheidsbeleid?

A

outer setting

29
Q

Wat is het grootste verschil tussen het in hoofdstuk 12 van het boek beschreven NASSS-raamwerk en CFIR-raamwerk?

A

Het NASSS-raamwerk is specifiek voor de implementatie van eHealth-technologieën gemaakt.

30
Q

In studietaak 4.2 heb je het implementatietoolkit ‘Technologie in de zorg’ van Vilans gelezen. Deze toolkit beschrijft welke stappen relevant zijn bij de implementatie van eHealth. Eén van deze stappen is ‘Ideeën opdoen.
Wat is volgens studietaak 4.2 in de online leeromgeving belangrijk in deze stap?

A

de doelgroep zo vroeg als mogelijk betrekken bij het brainstormen

31
Q

Toolkit technologie in de zorg: implementatie route

A

1: Ideeën opdoen - mensen open laten staan, buiten de kaders denken, open klimaat

2: Doel bepalen - goede doelstelling

3: Verkenning - analyseer de doelgroep, wie zijn de eindgebruikers, mogelijke oplossingen, randvoorwaarden en verander-implementatiestrategieën

4: Implementatie - beginnen bij een kleine groep/enthousiastelingen, monitoren en hiervan leren

5: Borging - bij wie kunnen mensen terecht met vragen? Blijven monitoren, evalueren en bijstellen

32
Q

Wat zegt de eHealth-monitor over digitale zelfhulp, hoe deze het proces van besluitvorming door patiënten over het al dan niet raadplegen van een arts naar aanleiding van digitale zelfmonitoring verandert?

A

Alleen een minderheid van de eindgebruikers gebruikt de informatie van websites/apps en wearables om een beslissing te nemen om naar de arts te gaan.

33
Q

Het lijkt dat alleen een kleine groep tieners de app gedownload heeft.
Welk concept uit hoofdstuk 13 van het boek over user engagement wordt hier beschreven?

A

adoptie

34
Q

Wesley gebruikt na een consult bij zijn arts zijn patiëntenportaal (ook wel elektronisch patiëntendossier genoemd) om de notities van de arts nog een keer door te lezen en bekijkt ook thuisarts.nl om meer informatie over zijn diagnose te krijgen.
Welke component van patient engagement beschrijft dit gedrag?

A

de cognitieve/informationele component

35
Q

De ontwikkelaars geven aan dat de adherentie rate van het programma rond 80 procent ligt omdat 80 procent van de gebruikers de laatste dagelijkse activiteit uitgevoerd hebben.
Waarom is volgens de review van Kelders (2012) in studietaak 4.3 de uitspraak dat de adherentie rate van het programma rond 80 procent ligt niet juist?

A

Adherentie dient tijdens het hele proces te worden gemeten.

36
Q

In de app wordt gevisualiseerd door een zaadje in een bloempotje te planten: het zaadje kan uitgroeien tot een plantje als het kind het ‘water geeft’ door de beweegtaak dagelijks te blijven uitvoeren.
Welke designaanpak hebben de ontwikkelaars volgens Ludden et al. (2015) (studietaak 4.3) gebruikt?

A

Metaforen

37
Q

In studietaak 4.4 worden verschillende verklaringen besproken die ertoe bijdragen dat eHealth bestaande sociaal-economische verschillen kan vergoten.
Welke van onderstaande antwoorden is zo’n verklaring?

A

Mensen met een lage sociaal-economische positie, ouderen, en mensen met een migratieachtergrond zijn vaak minder digitaal vaardig.

38
Q

Het artikel van Meppeling et al. (2017) (studietaak 4.4) beschrijft factoren die informatie op een gezondheidswebsite overzichtelijk en begrijpelijk maken voor mensen met lage gezondheidsvaardigheden.

A

Afbeeldingen en video’s die de tekst begrijpelijker maken
Een ingebouwde voorleesfunctie om de tekst te beluisteren
Interactieve website die de gebruiker motiveert om te leren

39
Q

n het artikel van Arsenijevic et al. (2020) worden verschillende factoren genoemd die ertoe bijdragen dat eHealth-toepassingen weinig gebruikt worden door kwetsbare groepen.
Welke factor wordt in het artikel genoemd?

A

Kwetsbare groepen zijn minder goed bekend met internettechnologie.

40
Q

Cheng et al. (2020) (studietaak 4.4) deden onderzoek naar zogenaamde ‘electronic health literacy’.
Wat concludeerden zij met betrekking tot eHealth-interventies en kwetsbare groepen?

A

eHealth-interventies zijn effectiever bij kwetsbare groepen als met digitale vaardigheden rekening gehouden wordt tijdens het design proces.

41
Q
A