nw- voortplanting Flashcards

1
Q

de pil

A

dagelijks voor 3 weken met een pauzeweek -bevat hormonen die de eisprong voorkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

de vaginale ring

A

1x per menstruatiecyclus in de vagina - hormonen die de eisprong voorkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

het condoom

A

rubberen hoesje over de penis rollen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

de prikpil

A

om de 3 maanden ingespoten - hormonen die eisprong remmen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

het hormonenstaafje

A

onderhuids ingebracht - geeft gedurende 3 jaar hormonen af - geen eisprong

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

het hormoonspiraaltje

A

ankertje in de baarmoeder- geeft gedurende 3 of 5 jaar hormonen af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

de anticonceptiepleister

A

wekelijks op de huid gekleefd - 3 weken - pauze week- bevat hormonen die de eisprong & innesteling voorkomt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

double-dutchmethode

A

combinatie van condoom & hormonaal anticonceptiemiddel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

verzamelnaam voor eicellen en zaadcellen

A

de voortplantingscellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

versmelten van een zaadcel en eicel

A

bevruchting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

bevruchte eicel

A

zygote

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

locatie bevruchting

A

eileider

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly