NMD Flashcards

1
Q

Duchenne

A

X linked
2/3 Mother carrier
- skeletspieren -> vroeg verlies van ambulantie
- hart en ademhalingsspieren
- neuropsychologische en cognitieve deficits
Geen behandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Distrofinegen

A

Vangt schokken op bij contractie van de spier
Mutatie: dysfunctineel of ontbrekend eiwit
Schokdemper is er niet meer
Afsterven van spiercellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Motorisch verloop DMD

A

Ontwikkelen trager
4/5j: plateau, stabiliseren motorische functie bv. Gowers sign
6/7j: motorisch achteruit
Verliezen ambulantie: rolstoel
Levensverwachting 30-40j (door betere zorg)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Corticosteroïden

A

Remt afsterven van de spieren af (niet stabiliseren)
Worden sterker, langere ambulantie, minder scoliose, langere ademhaling, langere functie bovenste ledematen
Neveneffecten: gewicht neemt toe, osteoporose, hypertensie, cataract, mood swings
! Kunnen schade aanrichten in de hersenen: gaan door de barrière (inhaleren of smeren kan al veranderingen aanbrengen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hersenen DMD

A
  • lager grijze stof volume
  • minder connectivteit witte stofbanen
  • minder aanvoer zuurstof
  • verminderde neurotransmitters

—> mogelijk dat behandeling hierop invloed heeft!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Cognitie DMD

A

1 SD onder populatiegemiddelde
Moeilijkheden: werkgeheugen, taal, sociale verwachting aflezen, leerproblemen
! Sommigen volgen hoger onderwijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Corticosteroïden dagelijks vis intermittent

A

Meer veranderingen in hersenmorfologie bij patiënten die dagelijks corticosteroïden nemen —> hebben dus wsl minder grijze stof door gebruik corticosteroïden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Ziekte identiteiten

A

In eigen identiteit proberen corporeren
psychoeducatie!
Ziekte = enige identiteit: ik kan niet, alles valt samen
Afkeer: niets mee te maken willen hebben, doen alsof het er niet is
Accepteren: elke dag opnieuw accepteren dat de ziekte een deel van mij is
Verrijking: de ziekte maakt me tot wie ik ben

Veel kinderen gaan door alle fase, kader proberen geven
Ziekte goed begrijpen = tot acceptanten komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Sociale cognitie

A

Hindernissen kleiner maken en zorgen dat psychosociale ontwikkeling wel vervuld kan worden!

Bv. Sociale cognitie, sociale skills, ouders: aangeleerde hulpeloosheid en afhankelijkheid (comune ouders)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Gedrag: in de praktijk

A

In het dagelijks leven
- pedagogisch advies
- schoolse aanpassingen
- temporiseren

Therapie
- revalideren
- remediëren
- logopedie
- psychotherapie
- behandeling met psychofarmaca
Kennis over de ziekte doorgeven aan de therapeut

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

DuMAND kader

A
  • sociale verantwoordelijkheid
  • emotie regulatie
  • cognitie en leren
  • externaliserend gedrag
  • slapen en eten

Jongens kunnen op meerdere domeinen problemen hebben, is niet geïsoleerd
Elke jongen kan ergens worden geplaatst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly