Werkcollege 1 Flashcards

1
Q

Belang neuropsychologische diagnostiek

A
  • (h)erkenning van de onzichtbare gevolgen van hersenaandoeningen
  • doelgericht en effectief revalidatieplan
  • preventie van secundaire problemen bv depressie
  • verhogen van zelfstandigheid en kwaliteit van leven
  • beter inschatten van terugkeer naar werk en sociale re-integratie
  • ondersteuning en begeleiding van mantelzorgers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Reflective practitioner

A
  • kritische evaluatie testkeuze en interpretatie
  • aanpassing aan unieke omstandigheden van de patiënt
  • zelfreflectie en overleg met collega’s voor optimalisatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Evidence based diagnostiek

A

Gebruik wetenschappelijk gevalideerde tests
Interpretatie gebaseerd op recente onderzoeksbevindingen
Aandacht voor nieuwe methoden en technieken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Voor en nadelen vaste testbatterij

A

Voordelen
- specifiek voor vraagstelling of populatie
- economisch
- eenvoudige afname
- gestandaardiseerd

Nadelen
- hypothesevorming ahw voor het onderzoek
- nadruk op aanwezigheid stoornis
- weinig ruimte om in de diepte te testen
- aantal taken mogelijk overbodig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Flexibele testbatterij

A

Voordelen
- dwingt een goede vraagstelling te formuleren voor aanvang van NPO
- mogelijkheid tot bijstellen hypothesen en aanpassen instrumentarium
- gebruik van state of the art tests mogelijk

Nadelen
- afhankelijk van ervaring van neuropsycholoog
- minder gestandaardiseerd
- meer tijdrovend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Stoorfactoren

A

Procedurele fouten, externe factoren, patiëntkenmerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Procedurele factoren

A

Afname fouten
Testruimte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Externe factoren

A

Medicatie/ drugsgebruik
Slaap
Vermoeidheid
Tijdstip van de dag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Patientkenmerk als stoorfactor

A

Motivatie
(in)stabiliteit van de patiënt
Emotionele toestand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Symptoomvaliditeitstesten

A

Kunnen helpen simulatie, malingeren of onvoldoende inspanning op te sporen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Onderzoeksvraag

A

Onderkenning, evaluatie, verklaring, predictie, indicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Onderzoeksvraag

A

Onderkenning, evaluatie, verklaring, predictie, indicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Psychometrie

A

Betrouwbaarheid
Validiteit
Sensitiviteit/ specificiteit
Beschikbare normgegevens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly