Nitsch en het Weense Aktionisme Flashcards

1
Q

Hoe kan men de Performancekunst verklaren vanuit de tijdsgeest van de jaren ’70?

A

De onbezorgde ‘vrijheid - blijheid’ - sfeer van de jaren ’60 maakt plaats voor een grote ernst in de jaren ’70. Men doet nu onderzoek naar de menselijke existentie (performance): de mens gaat graven in zichzelf en dit ook in vraag stellen. De performance kunst is sociologisch.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het Weense Aktionisme?

A

Het is de naam voor een groep Oostenrijkse Performancekunstenaars die in de vroege jaren ’70 doorbraken en tot vandaag werkzaam zijn.
Ze zijn ‘berucht’ om hun gruwelijke, vaak schokkende performances.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Performance in Duits = Aktion.

A

Bekendste kunstenaars —> Herman Nitsch, Otto Mühl, Gunter Brus, Rudolf Schwarzkogler en Arnulf Rainer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waaraan heeft precies Oostenrijk zijn ‘harde’ performancekunst te danken?

A

Oostenrijk als land bij uitstek van de ‘burgerlijke’ genoegzame, deftige, geremde, schijnheilige en ultrarechtse cultuur.
Wenen is de geboortestad van de vaders van psychologie en psychoanalyse (Freud en Yung) die de driften van de mens openbaarden en duistere lagen van het onbewuste blootlegden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Afb. Otto Mühl, Material - Aktion.
Naam van de kunstenaar Otto Mühl
Stijlstroming Weense Aktionisme = Performance
Betekenis

A

Rituele sessies waarin ‘acteurs’ besmeurd en vernederd werden om hen te bevrijden van hun geremde, burgerlijke opvoeding. Deze sadomasochistische acties raakten meer en meer vervuld van seksualiteit zodat het schokeffect al verzekerd was.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Afb. Herman Nitsch (of van zijn werk)
Naam kunstenaar Herman Nitsch
Biografie
Stijlstroming Weense Aktionisme = Performancekunst

A

Oostenrijks kunstenaar, sinds begin jaren ’60 actief als performancekunstenaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het Orgien Myseterien theater (OMT)?

A
  1. Een ritueel festival waar Nitsch al 40 jaar het scenario schrijft en de muziek componeert
  2. Tijdens opvoeringen treedt Nitsch op als regisseur en ‘hogepriester’. Rituelen worden uitgevoerd door vrijwilligers en brede publiek is als (betalende) toeschouwer welkom.
  3. Aanvankelijk duurde het maar enkele uren, vandaag is het een 6 -daags spektakel
  4. Plaats: een herenboerderij “Prinzendorf” nabij wenen. Nitsch kocht deze boerderij in 1971
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Vormkenmerken OMT (wat gebeurt er tijdens het OMT)

A
  1. er wordt voorgedragen (vaak agressief geschreeuw) en gemusiceerd (oorverdovend, kakofonische ketelmuziek)
  2. rituele handelingen vinden plaats
  • Offerrituelen

    slachtingen van dieren, kruisigingen van mensen of van dieren
  • Verscheurings - en besprekelingsrituelen
 uit elkaar rukken van kadavers, bloedspatten op doeken en altaren, drinken van offerbloed, uitstorten van ingewanden over aan het kruis gebonden naakte figuranten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Thematiek OMT (wat is de bedoeling?)

A
  1. Het OMT is een therapeutisch zuiveringsritueel
  • tijdens trance of actie van het ritueel vindt de mens aansluiting bij zijn instincten
  • bevrijdt hij zich van remmingen en spanningen
  • verbindt hij zich met krachten van de natuur
  • komt tot een catharsis —> zuivering, reiniging, bevrijding of wedergeboorte
  1. Het OMT is een zoenoffer
  • Bloedoffer als zoenoffer
  • de verbroken relatie tussen mens en natuur wordt door het offer geheeld
 maw, in het rituele offer compenseert de mens ondermeer zijn recht op het doden van dieren (noodzakelijk als vleeseter)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Beïnvloed door? (Waarop inspireert Nitsch zich voor zijn Orgien Mysterien Theater)

A
  1. Op bestaande christelijke en heidense religies
christelijke religie —> bloedoffer, kruisiging en kannibalistische rituelen van katholieke kerk
heidense oud - Griekse Dionysus - cultus —> dieroffers en verscheuringsrituelen (alleen vrouwen) die in dronken razernij levende dieren uit elkaar scheuren en villen
  2. Op psychologie en filosofie
 psychoanalyse van Freud en ideeën van Nietzsche en de Markies de Sade (mens als instinctief wezen)
  3. Op Action Painting uit de jaren ’50
 Drippings van Pollock, waarin die zich tijdens het schilderen ‘ritueel’ verbindt met de krachten van de natuur
  4. Op de kunstgeschiedenis

    Ensceneringen zijn ontleend aan schilderkunst van Lam Gods van oude meester (Jan Van Eyck) tot kadaverwerken van moderne schilders als Soutine en Bacon
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kritiek op de kunst van Nitsch

A
  1. Dierenmishandeling

    Nitsch staat bekend voor het nutteloos doden van dieren en het bloederige spektakel van zijn performances.
  • in werkelijkheid geen dierenmishandeling —> offerdieren w geslacht door erkende veeartsen die wettelijke regels in acht nemen én hij gebruikt alleen dieren die sowieso bestemd waren voor het slachthuis.
  • performance ziet er enger uit dan ze is —> niet alle rode vloeistof is bloed
 ook tomatensap, druivensap of ver
  • Alle handelingen staan uitgeschreven, deelname is vrijwillig en niemand wordt geweld aangedaan. Performance dan eerder flauw dan schokkerend?
  • Duizenden dieren geslacht voor consumptie vs. enkele dieren tijdens zeldzame opvoeringen van het OMT.
  • Volgens Nitsch, overgevoelige houding in het Westen tov echt bloed 

  1. Theater om naar te kijken, meer dan Performance die toeschouwer ondergaat


Orgien Mysterien Theater meer bedoeld als kijkspektakel met betalende kijkers, meer dan participatief ritueel —> voor de kijker geen therapeutisch, helend en zuiverend aspect. 


Commerciële karakter van de relieken (opnames, restanten van performances, …) Deze worden getoond en verkocht —> opnieuw geen zuiverend effect op de kunstliefhebber.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly