nieuw deel 3 Flashcards

1
Q

wie is verantwoordelijk voor de APK en technische eisen

A

bestuurder en eigenaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waar moet een auto van voorzien

A

1.uitlaat vast, gasdicht
2. kenteken
3. voetrem, parkeerrem
4. spiegels, ruitenwissers, verlichting
5. ramen
6. geen lekkage brandstofsysteem
7. tankdop
8. accu en bedrading goed vast
9. achteruit / remlicht
10.stuur niet te veel speling
11. vering en schokdempers
12 ruitensproeier
13voorruitverwarming
14 snelheidsmeter
15 toetur
16 deuren enz goed sluiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zijn accesoires

A
  1. verbanddoos
  2. lifehammer
  3. brandblusser
  4. reservelampjes
  5. gevarendriehoek
  6. reserveband
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wanneer mogen de achter(zij)ramen minder dan 55% licht doorlaten

A

als de linker en rechterspiegel aanwezig zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waarop moet de horizon spiegels

A

1/4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

leer controlelampjes

A

x

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn de technische eisen van een aanhangwagen (voor)

A
  1. veilig gebouwd
  2. geen scherpe delen
  3. scharnieren en sloten werken
  4. verlichting, remmen, vering en bedrading goed
  5. banden min 1,6
  6. voor 2 witte reflectoren
  7. breder dan 1.60? voor 2 witte stadslichten
  8. zijkant gele reflectoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat zijn de technische eisen van een aanhangwagen (achter)

A
  1. 2 rode achterlichten, 2 rode remlichten, 2 richtingaanwijzers
  2. 1 of 2 mistachterlichten
  3. +750 kg? 1 of 2 achteruitrijlichten
  4. 2 rode reflectoren
  5. kentekenplaatverlichting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe word een aanhang vastgemaakt

A

met de koppeling vastgemaakt met de trakhaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is de kogeldruk en wat gebeurd er als die niet goed is

A

de kogeldruk is het gewicht waarmee de aanhanger op de kogel rust. als deze te hoog of te laag is dan zorgt dat voor een negatiefe invloed op de wegligging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat als er een verschil zit in de kogeldruk van de trekhaak en de aanhangwagen?

A

kies het laagste getal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

een aanhanger moet beveiligd worden tegen het losraken van de auto. hoe kan je dat doen bij middenasaanhangwagens tot 1500 kg?

A

een staaldraad hulpkoppeling of een losbreekreminlichting. de staaldraad mag niet om de trekhaak, maar moet om een ander vast deel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoe beveilig je een aanhanger tegen het losraken van de auto als deze zwaarder is dan 1500 kg?

A

een losbreekreminlichting. dit is een kabel die aan de parkeerrem van de aanhanger en aan een vast deel van de auto moet zitten (niet de trekhaak)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat mag niet samen met de losbreekreminlichting worden gebruikt?

A

de hulpkoppeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat voor invloed heeft een aanhanger

A
  1. langere remweg
  2. accu
  3. lichten zwakker
  4. knipperen langzamer
  5. brandstofgebruik
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat moet je doen met de sleutels van een gesleepte auto

A

draai 1 kwartslag

17
Q

als wat zien we een gesleepte auto

A

aanhang

18
Q

wat doe je met de passagier auto slepen

A

zet ze in de slepende auto

19
Q

hoe lang, breed en hoog max

A

12 meter, 2.55, 4 meter

20
Q

hoeveel mag je lading voor en zij uitsteken

A

voor en achter 1 meter zijkanten 20 cm

21
Q

hoe zwaar mag je fietsendrager zijn

A

niet zwaarder dan de toegestane kogeldruk

22
Q

wanneer word het rood/wit gemarkeerde bord gebruikt

A

als de lading meer dan 1 m uitsteekt

23
Q

wat moet je doen bij nek/rug letsel

A

laten zitten, geen helm afdoen

24
Q

bij nood geen water geven

A

bitchessss

25
Q

wat betekend verkeerslicht pijl

A

groen geld alleen voor bestuurders in die richting

26
Q

leer aanwijzingen

A

x

27
Q

wat zijn de uitzonderingen voor rechts inhalen

A
  1. fietsers mogen rechts en links inhalen
  2. een voertuig dat links afslaat en voorsoorteerd
  3. tram
    4, voertuigen die links van e blokmarkering rijden mogen rechts worden ingehaald
  4. file
  5. rotonde
28
Q

wie hoeven niet te stoppen voor een zebrapad

A

uitvaartsstoet en militaire colonne

29
Q

waar is het altijd verboden stil te staan en parkeren?

A
  1. kruispunt
  2. stoep
  3. binnen 5 m van een oversteekplaats
  4. tunnel
  5. naast een gele doorgetrokken streep
  6. straal 12 m bushalte muv personen droppen
  7. op en naast een busstrook en fietsstrook
30
Q

waar is het altijd verboden te parkeren

A
  1. inrit/uitrit
  2. gele onderbroken streep
  3. naast een ander voertuig
  4. buiten parkeervakken parkeerplaats
  5. erf buiten de vakken
  6. voor andere voertuigen gereserveerd