nieuw deel 2 Flashcards

1
Q

hoeveel microgram is 0,5 promille

A

220

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoeveel microgram is 0,2 promille

A

88

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoeveel alcohol mag een beginnend bestuurder

A

0,2 promille 88 mcg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoeveel alcohol mag een ervaren bestuurder

A

0,5 promille 220
mcg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn de effecten van alcohol op rijgedrag

A
  1. wazig zien, staren, tunnelvisie
  2. slechte motoriek
  3. onverschilligheid
  4. slecht geheugen en concentratievermogen
  5. overschatten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

waarop staan de bijwerkingen / waarschuwingen van medicatie

A

etiket en bijsluiter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wie gaat na of de auto verzekerd is

A

eigenaar en bestuurder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wie is aansprakelijk voor de schade

A

eigenaar en bestuurder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wie is aansprakelijk bij een misdrijf

A

eigenaar voor schade, bestuurder krijgt straf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wie is aansprakelijk voor de schade bij een street-race

A

eigenaar en bestuurder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is het risico van vermoeide rijders

A

minder reactievermogen, schatten situaties minder goed in en nemen dus risico’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hoe groot is de kans op een ongeval bij een vermoeide bestuurder

A

4x zo groot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat kan je doen om vermoeidheid te verminderen voor de rit?

A
  1. plan rustpauzes in
  2. voldoende nachtrust
  3. alcohol verslechterd rust en concentratie
  4. zo min mogelijk ‘s nachts rijden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat kan je doen om vermoeidheid te verminderen tijdens de rit?

A
  1. 2 uur rijden, kwartier rust
  2. parkeer bij vermoeidheid
  3. slaap kort (30 min)
  4. houd het koel in de auto
  5. wissel van bestuurder
  6. eet en drink regelmatig iets kleins
  7. een volle maag maakt moe
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is het huftergedrag artikel

A

het is iedereen verboden opzettelijk zich zodanig te gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate worden geschonden, indien daarvan levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk voor een ander te duchten is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

welke gedragingen vallen onder huftergedrag

A
  1. onvoldoende rechts houden
  2. gevaarlijk inhalen
  3. vluchtstrook rijden
  4. negeren rood kruis
  5. bumperkleven
    6.niet opvolgen aanwijzingen verkeersregelaar
  6. telefoon vasthouden
17
Q

wat is de volgorde in handelen

A
  1. zien/waarnemen
  2. selecteren
  3. voorspellen
  4. evalueren
  5. beslissen
  6. handelen
18
Q

wat is waarnemen

A

het bewust selecteren en begrijpen van de dingen die je ziet

19
Q

wat is anticiperen

A

reageren op signalen van buitenaf

20
Q

wat is defensief autorijden

A

door goed te anticiperen houd je rekening met je eigen veiligheid en welzijn en dat van de andere weggebruikers

21
Q

wat is het kapstokartikel

A

iedereen is verboden zich dusdanig te gedragen dat er gevaar kan ontstaan op de weg, of hinder

22
Q

wat is gunstig voor de reactietijd

A
  1. juiste snelheid
  2. min 2 sec afstand
  3. anticiperen
  4. uitgerust
  5. ervaring
23
Q

wat is in de reactietijd ongunstig

A
  1. hoge snelheid
  2. te weinig afstand
  3. moeheid
  4. alcohol
    5.stress
  5. telefoneren
  6. beginner
24
Q

welke banden werken het beste tegen aquaplaning, zomerbanden, winterbanden, of dunne banden?

A

winterbanden

25
Q

wat is in de remweg gunstig?

A
  1. juiste snelheid, goede afstand
  2. goede profieldiepte
  3. zomer/winterbanden
    4.droog/stroef wegdek
26
Q

wat is in de remweg ongunstig?

A
  1. te hoge snelheid / te korte afstand
  2. zomerbanden in de winter
  3. weersomstandigheden
  4. slecht wegdek
27
Q

welk effect heeft ABS met sneeuw en ijs

A

langere remweg omdat de banden niet willen blokkeren

28
Q

Wat doe je bij pech?

A
  1. indien mogelijk doorrijden naar een parkeerplaats of afslag
  2. zover van de rijbaan af staan
  3. niet in auto blijven zitten maar ga naar de berm, achter vangrail. geen rijbaan oversteken
  4. waarschuwingslichten aan, als deze niet werken gevarendriehoek op 30 m.
  5. naast rijbaan ANWB bellen, op rijbaan 112
  6. naar dihtbijzijnde berm, gewonden blijven zitten. info hectometerpaaltje doorgeven
29
Q

wat moet je doen als je pech in de tunnel krijgt

A
  1. probeer de tunnel uit te rijden. nooit keren of achteruit
  2. stop zover aan de zijkant of een vluchtstrook
  3. waarschuwingslichten aan
  4. motor af, sleutel laten zitten
  5. iedereen verlaat de auto met verkeer in de rug, naar de meest dichtbijzijnde vluchtdeur
  6. bij brand van de brand aflopen
30
Q

APK benzine/eletromotor?

A

eerste keer= einde 4e jaar, daarna om de 2 jaar

31
Q

APK dieselmotor?

A

eerste keer= einde 3e jaar, daarna jaarlijks