nieuw deel 1 Flashcards

1
Q

is iemand op een skateboard een fietser of voetganger

A

voetganger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoe ziet de volgorde van voertuigen in een militaire colonne er uit?

A

eerste= 1 blauwe koplamp, 2 blauwe vlaggen
volgende= 1 blauwe koplamp, 1 blauwe vlag
laatste= 1 groene koplamp, 1 groene vlag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat houd rijbewijs AM in

A

snorfiets, bromfiets, brommobiel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

rijbewijs A?

A

motorfiets met/zonder zijspan, en op 3 wielen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer mag je met rijbewijs B meer dan 750 kg aanhang meenemen?

A

als het totale gewicht boven 3500 kg uitkomt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wanneer mag je totaalgewicht met rijbewijs B meer zijn dan 3500 kg?

A

auto van 3500+aanhang van 750

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe weet je of jouw auto de aanhang kan trekken?

A

dat vind je op jouw kenteken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat houd rijbewijs C in?

A

vrachtauto / camper van meer dan 3500 kg, mogen lengtemarkeringen op de achterkant hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe ziet de lengtemarkering van een vrachtauto er uit?

A

geel met rode streep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoe ziet de lengtemarkering van een aanhanger er uit?

A

geel vlak rood omheen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is rijbewijs D?

A

meer dan 8 man

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

deel 1a kentekenbewijs?

A

technische gegevens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

deel 1B kentekenbewijs>

A

tenaamstelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is houderschapbelasting

A

wegenbelasting (betaald door eigenaar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

waarin is een weg opgedeeld

A

weg, rijbaan, rijstrook

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

waarvoor staat een blauwe lijn?

A

parkeerschijfzone

17
Q

wanneer mogen voetgangers als eerste voor de rijbaan kiezen

A

als het groepen zijn

18
Q

wie mogen de fietsstrook gebruiken

A

fietsen, snorfietsers en gehandicaptenvoertuigen. Geen bromfietsers dus!

19
Q

als wat zien we een segway

A

snorfiets

20
Q

als wat zien we een speed-pedelec

A

bromfietser

21
Q

zithouding bestuurder?

A

kwart voor 3

22
Q

hoe moet de hoofdsteun afgesteld staan

A

hoofdsteun gelijk aan de bovenkant van het hoofd, afstand hoofd en hoofdsteun zo klein mogelijk

23
Q

wanneer kinderbeveilingsmiddel, wanneer zittingverhoger?

A

kinderbeveiligingsmiddel onder 1,35
zittingverhoger vanaf 1.25

24
Q

vanaf wanneer mag je rijexamen doen

A

17

25
Q

hoeveel stafpunten mag je oplopen met je rijbewijs

A

2

26
Q

wie is verantwoordelijk bij een dronken begeleider

A

de bestuurder

27
Q

wanneer mag een agent je rijbewijs invorderen

A

-0,8 bij beginner
- weigering alcoholonderzoek
-snelheidsovertreding van meer dan 50 km/h

28
Q

wanneer word een lema en wanneer word een ema opgelegd bij een beginnend bestuurder

A

lema= 0,5 tot 0,8
ema= 0,8 tot 1

29
Q

wanneer word een lema/ema opgelegd bij een ervaren bestuurder?

A

lema= 0,8 tot 1
ema= 1 tot 1,3

30
Q

hoeveel hoger is het ongevalspercentage bij 0,5

A

40%