neurofysiologie Flashcards
1
Q
hyperkaliemie
A
depolarisatie, tetanisatie
2
Q
hypokaliemie
A
hyperpolarisatie, geen actiepotentiaal meer mogelijk
3
Q
rheobase
A
kleinst mogelijke elektrische stimulus
4
Q
epilepsie
A
Na kanalen te lang open
5
Q
kenmerken elektrische synaps
A
- geen agonist
- membraan proteïne is connexine
- snelheid is direct
- synapsspleet is 3 nm
- overvloed is laag
- transmissie directie in beide richtingen
6
Q
kenmerken ionotropische synaps
A
- agonist is transmitter
- membraan proteïne is kanaal of receptor
- snelheid is in ms
- synapsspleet nog 30 nm
- overvloed is hoog
- transmissie van pre naar post
7
Q
kenmerken metabotropische synaps
A
- agonist is transmitter
- membraaneiwit is receptor of G-eiwit
- snelheid in sec/min
- synapsspleet 30 nm
- overvloed is hoog
- transmissie van pre naar post
8
Q
GABA
A
inhiberend
9
Q
Glutamaat
A
exciterend
10
Q
Acetylcholine
A
exciterend