Gedrag en ontwikkeling kind Flashcards
Pruning
gebeurt in vroege ontwikkeling (0-20)
‘snoeien’ van neuronen die niet effectief zijn of niet gebruikt worden
competitief
succesvolle neuronen worden ‘beloond’ met groeifactor
amblyopie
= lui oog
resultaat divergent stroisme
sensorisch geheugen
de toestand waarin je verkeert
prefrontale cortex
richt aandacht van sensorisch geheugen
expliciete geheugen
wat je écht onthoudt (1+1=2)
bestaat uit episodisch (gebeurtenissen) en semantisch (feiten)
wordt aangemaakt door de hippocampus
procedurele geheugen
onderdeel impliciete geheugen
skills (fietsen, aankleden, schrijven etc)
short term working memory
involves Papez circuit en hippocampus
werkt alleen van short term naar long term, niet andersom
Learning moment
via Long Term Potentiation in Schaffer collateral
twee synapsen zijn samen actief en winnen daarmee in sterkte
werkt via:
AMPA kanalen (alleen gevoelig voor glutamaat)
NMDA kanalen (binding nodig van glutamaat, maar zijn verstopt door magnesium moleculen, magnesium gaat pas weg bij een grote PSP) = ALSO meter
LTD
long term depression
bij stimulatie van een lage frequentie krijg je LTD
synaps wordt minder effectief –> je kunt dingen vergeten Where there is LTP there is LTD
3 soorten genetische invloeden op predispositie gedragstoornissen
- chromosomale afwijkingen
- copy number variations (meestal veel meer) (komt vaak van oudere vaders)
- Veel voorkomende variaties