Neuro Flashcards

1
Q

Wat is FAST?

A

F: scheef gelaat
A: arm –> uitzakken van een arm bij uitstrekken
S: speech –> wartaal spreken of onduidelijk/onverstaanbaar spreken
T: hoelaat is het gebeurd?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke beroertes kun je hebben? (3)

A

Herseninfarct door stolsel
Intracerebraal hematoom (ICH)
Subarachnoïdale bloeding (SAB)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke behandelopties heb je voor een ICH? (5)

A

Craniotomie (alleen op strenge indicatie)
Corrigeren stollingsstoornis
Voorkomen van te hoge ICP
Bestrijden van hoge bloeddruk
Opsporen + behandelen bijzondere oorzaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de oorzaken van ICH? (4)

A

Chronische hypertensie
Amyloid angiopathie
Vaatmalformaties: AVM, aneurysma, angioom
Stollingsstoornissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is kenmerkend voor een SAB qua symptomen?

A

Ernstige acute hoofdpijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het grootste gevaar van een SAB?

A

Een te hoge ICP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke behandelopties heb je voor een SAB? (2)

A

Coilen
Clipping

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wanneer ga je een SAB clippen?

A

Als coilen om technische redenen niet mogelijk is door de vorm van het aneurysma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de complicaties die kunnen optreden bij SAB? (3)

A

Recidiefbloeding (hoge mortaliteit): aneurysma behandelen
Hydrocephalus: draineren van liquor
Ischemie (treedt pas later op): momenteel geen goede behandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de belangrijkste behandeling bij een herseninfarct?

A

Alteplase (trombolyse)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is je behandeling bij een intracraniële arteriële occlusie?

A

Weghalen van het stolsel (met bijvoorbeeld stent)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn kernsymptomen van delirium? (4)

A

Aandachtstekort
Cognitieve verstoring
Acuut ontstaan
Onstaan met of als gevolg van lichamelijke ziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat moet je doen om deliria te voorkomen?

A

Zelf laten ademen
Lichte sedatie kiezen
Monitoren en managen
Vroeg mobiliseren
Familie betrekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke 2 type deliria heb je?

A

Hyperactief
Hypoactief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat kun je geven bij een hyperactief delirium en waarom zou je dit doen?

A

Haldol om te zorgen dat de patiënt zichzelf niet bezeerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wanneer spreek je van open schedeltrauma?

A

Als de dura kapot is en er liquor uittreedt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke vormen van diffuus hersenletsel heb je? (2)

A

Hersenschudding
Diffuus atonaal letsel

18
Q

Wanneer spreek je van diffuus axonaal letsel?

A

Wanneer je te maken hebt met een bewustzijnsverlies van > 6 uur

19
Q

Wat zijn normaalwaarden voor de ICP?

20
Q

Hoe is de vochtverdeling in de hersenen?

A

150 mL CSF
120 mL veneus bloed
30 mL arterieel bloed

21
Q

Hoeveel liquor maak je in 24 uur?

22
Q

Hoe is de verdeling van energieverbruik in de hersenen?

A

55% elektrogenese
45% celmetabolisme

23
Q

Met welke mechanismen kun je de bloeddruk verhogen? (2)

A

Verhogen van preload
Vergroten van contractiliteit

24
Q

Hoe werkt autoregulatie?

A

Bij een stijging van de bloeddruk zal er vasoconstrictie worden geïnduceerd, om te zorgen dat de ICP niet mee stijgt. Boven een bepaalde bloeddruk werkt dit echter niet meer en zal de ICP alsnog doorstijgen

25
Wat is de Cushing reflex?
Lage hartslag + hoge bloeddruk
26
Welke hemodynamische compensatoire mechanismen heeft het brein? (2)
Cushing reflex Vasoconstrictie
27
Welke liquor compensatoire mechanismen heeft het brein?
Redistributie Verlaagde productie
28
Welke vormen van primaire hersenschade kennen we? (4)
Bloeding Tumor Trauma Hydrocephalus
29
Welke subvormen van secundaire hersenschade kennen we? (3)
Van cerebrale origine Van systemische origine Van chirurgische origine
30
Welke secundaire hersenschades van cerebrale origine kennen we? (4)
ICP Oedeem Insulten Vasospasme
31
Welke secundaire hersenschades van systemische origine kennen we? (9)
Hypotensie Hypoxemie Hypercapnie Hyperthermie Acidose Hyponatriëmie Hypoglycemie Hyperglycemie Anemie
32
Welke secundaire hersenschades kennen we van chirurgische origine? (7)
Positionering Torsie Compressie Vaatklemmen Manipulatie Retractor Luchtembolie
33
Hoe herken je hersenoedeem?
Verwijde pupil Veranderde houding van de patiënt Verslechterende neurologische status
34
Welke secundaire insulten kunnen optreden bij iemand met neurotrauma? (5)
Breinischemie Intracraniële bloedingen Oedemen Verhoogde ICP Metabole insulten
35
Wat is de belangrijkste neurologische prognostische factor?
Cerebrale bloedflow
36
Wat kun je in de eerste lijn doen tegen intracraniële hypertensie? (4)
Positionering Ventriculaire drainage Osmotische diurese Hyperventilatie
37
Wat kun je in de tweede lijn doen tegen intracraniële hypertensie? (4)
Sedatie Neuromusculaire blokkade Hypothermie Barbituraatcoma
38
Wat zijn de predictieve factoren voor intracraniële hypertensie? (5)
Evacuatie van acute subdurale / intracerebrale hematomen Verlies van een derde ventrikel GCS < 5 Coma met een extramuraal hematoom Multipele intracerebrale hematomen
39
Wat is het ABCDE van de behandeling van ernstig neurotrauma?
Antioxidanten Barbituraten Calcium antagonisten Dexamethason E vitamine
40
Vanaf welke ICP is er een behandelindicatie?
> 20 mmHg