nederlands BZL 6+5 synoniemen Flashcards

(34 cards)

1
Q

de ontspanning

A

de afleiding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

werkelijk

A

eigenlijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

de uitspraak

A

de articulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

de ontroering

A

de emotie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

het besluit

A

de beslissing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

schijnen

A

lijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

de gedachteverwisseling

A

de discussie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

het kunstwerk

A

het beeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

de wijze

A

de manier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

het bouwwerk

A

de constructie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

de boodschap

A

het bericht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

de ontwikkeling

A

het verloop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

herstellen

A

bekomen van

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

daardoor

A

hierdoor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

de aflevering

A

de uitzending

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

de controle

A

het onderzoek

17
Q

de afleiding

A

de ontspanning

18
Q

eigenlijk

19
Q

de articulatie

20
Q

de emotie

A

de ontroering

21
Q

de beslissing

22
Q

lijken

23
Q

de discussie

A

de gedachteverwisseling

24
Q

het beeld

A

het kunstwerk

25
de manier
de wijze
26
de constructie
het bouwwerk
27
het bericht
de boodschap
28
het verloop
de ontwikkeling
29
bekomen van
herstellen
30
hierdoor
daardoor
31
de uitzending
de aflevering
32
de controle
het onderzoek
33
de designer
de ontwerper
34
de expositie
de tentoonstelling