nederlands BZL 6+5 beschrijvingen Flashcards
1
Q
afleiden
A
een besluit trekken uit iets
2
Q
hierdoor
A
door iets wat eraan voorafgaat
3
Q
uitzending
A
een programma op de radio of tv
4
Q
voorlopig
A
wat nog kan veranderen
5
Q
construeren
A
iets opbouwen of samenstellen
6
Q
discussie
A
een gesprek waarbij je meningen uitwisselt
7
Q
verleden
A
wat voorbij is
8
Q
bericht
A
een boodschap
9
Q
onderzoek
A
een test waarbij je iemand of iets nakijkt
10
Q
verloop
A
de wijze waarop iets zich afspeelt
11
Q
bekomen van
A
weer tot jezelf komen
12
Q
legendarisch
A
befaamd,fabelachtig
13
Q
setting
A
een omgeving of situatie waarin zich iets afspeelt
14
Q
meedingen
A
met anderen wedijveren om
15
Q
cover
A
hoes van een grammofoonplaat